Een Rite Van Zwaarden . Морган Райс
een gevecht, en zijn mannen hijgden terwijl ze zich als berggeiten een weg naar boven baanden.
“BOOGSCHUTTERS!” schreeuwde Erec.
Beneden stopten enkele tientallen van de boogschutters van de Hertog, en vuurden een regen van pijlen af. Meerdere soldaten van het Rijk vielen schreeuwend van de klif af. Eén van de lichamen kwam op Erec af; hij dook en kon het lichaam nog net ontwijken. Eén van de mannen van de Hertog had echter niet zoveel geluk—hij werd geraakt door een lichaam en viel achterover van de berg af.
De boogschutters van de Hertog stationeerden zichzelf rond de berg en vuurden pijlen af wanneer een soldaat van het Rijk zijn hoofd boven de rand uitstak.
Maar het was een man tegen man gevecht daarboven, en niet alle pijlen raakten hun doelwit: één pijl miste, en raakte per ongeluk één van de mannen van de Hertog in zijn rug. De soldaat schreeuwde het uit, en een soldaat van het Rijk maakte van de gelegenheid gebruik om hem neer te steken. Hij viel schreeuwend van de klif af. Een andere boogschutter wist de soldaat van het Rijk in zijn maag te raken, en ook hij viel over de rand.
Erec en de anderen klommen met alles dat ze hadden de klif op. Terwijl hij de top naderde, gleed hij ineens uit; hij strekte zijn arm uit en wist nog net een dikke boomwortel vast te grijpen. Hij hield zich stevig vast en trok zichzelf toen omhoog, waarna hij zijn weg naar de top vervolgde.
Erec bereikte de top voor de anderen en rende met een strijdkreet naar voren, zijn zwaard hoog geheven, vastberaden om te helpen zijn mannen te verdedigen. Er waren slechts enkele tientallen van zijn mannen hierboven, en elk van hen was verwikkeld in een man tegen man gevecht met soldaten van het Rijk. Ze waren met twee tegen één in de minderheid, en elke seconde verschenen er meer soldaten van het Rijk aan de top.
Erec vocht als een bezetene en stak twee soldaten tegelijk neer. Er was niemand sneller in de strijd dan hij, niet in de hele Ring, en met twee zwaarden in zijn hand putte Erec uit zijn unieke vaardigheden als kampioen van de Zilveren om het Rijk terug te drijven. Hij was een golf van vernietiging. Hij draaide rond en dook en haalde uit, steeds dieper de massa van soldaten van het Rijk in. Hij ontweek, en gaf kopstoten en pareerde, en ging zo snel dat hij zijn schild niet eens hoefde te gebruiken.
Erec ging door hen heen als een wervelwind en schakelde al een tiental soldaten uit voor ze ook maar de kans hadden gekregen om zich te verdedigen. En de mannen van de Hertog deden met hem mee.
Achter hem had de rest van de mannen van de Hertog inmiddels ook de top bereikt, met Brandt en de Hertog voorop. Al snel keerde het tij, en wisten ze de mannen van het Rijk terug te drijven. De lichamen stapelden zich op.
Er was nog één soldaat van het Rijk op de top, en Erec dreef hem naar achteren. Toen gaf hij hem een trap en de soldaat viel de schreeuwend de kloof in.
Erec en zijn mannen stonden hijgend op de klif, en probeerden op adem te komen; Erec liep naar voren, naar de rand van de klif waar het Rijk vandaan was gekomen. Hij wilde zien wat er beneden lag. Het Rijk had wijselijk geen mannen meer naar boven gestuurd, maar Erec had zo’n gevoel dat ze nog wel wat reserves hadden. Zijn mannen voegden zich bij hem en keken ook naar beneden.
Zelfs zijn wildste nachtmerries hadden Erec niet kunnen voorbereiden op wat hij beneden zich zag. Ondanks de honderden mannen die ze hadden gedood, ondanks het feit dat ze erin waren geslaagd om de kloof af te sluiten, er waren nog tienduizenden soldaten van het Rijk daar beneden.
Erec kon het niet geloven. Het had zoveel gekost om zo ver te komen, en alle schade die ze hadden aangericht had niet eens een deuk in het eindeloze leger van het Rijk veroorzaakt. Het Rijk zou gewoon meer mannen naar boven blijven sturen. Erec en zijn mannen zouden er nog tientallen kunnen houden, misschien zelfs honderden. Maar uiteindelijk zouden ze hen niet meer kunnen tegenhouden.
Terwijl Erec daar stond, voelde hij zich hopeloos. Hij wist dat hij zou sterven, hier, vandaag. Er was geen uitweg. Hij had er geen spijt van. Hij had een heldhaftige verdediging opgezet, en als hij dan moest sterven was er geen beter plek dan hier. Hij greep zijn zwaard stevig vast en zette zich schrap. Zijn enige aarzeling was dat Alistair veilig moest zijn.
Misschien, dacht hij, zou hij in een volgende leven meer tijd met haar kunnen doorbrengen.
“Nou, het was een mooie tijd,” klonk een stem.
Erec draaide zich om en zag Brandt naast zich staan, eveneens met zijn hand op het heft van zijn zwaard. Ze hadden samen talloze gevechten doorstaan, waren vele malen in de minderheid geweest—maar Erec had nog nooit de uitdrukking gezien die hij nu op het gezicht van Brandt zag. Het moest die van hem weerspiegelen: ook hij zag de dood.
“We gaan tenminste ten onder met onze zwaarden in onze handen,” zei de Hertog.
Hij zei precies wat Erec al dacht.
Beneden keken de mannen van het Rijk omhoog, alsof ze hen hadden gehoord. Duizenden van hen begonnen zich te verzamelen en gingen met getrokken wapens op de klif af. Honderden boogschutters van het Rijk knielden, en Erec wist dat het bloedvergieten binnen enkele seconden zou beginnen. Hij zette zich schrap en haalde diep adem.
Plotseling klonk er een krijsend geluid vanuit de lucht. Erec tuurde omhoog en vroeg zich af of hij dingen begon te horen. Hij had ooit eens de schreeuw van een draak gehoord, en dit geluid deed hem daar aan denken. Het was een geluid dat hij nooit meer was vergeten, een geluid dat hij tijdens zijn training had gehoord, tijdens de Honderd. Hij had niet verwacht het ooit nog een keer te horen. Het kon niet mogelijk zijn. Een draak? Hier in de Ring?
Erec strekte zijn nek uit. In de verte, door de wolken, zag hij een beeld dat de rest van zijn leven in zijn geheugen gegrift zou staan: daar vloog een enorme paarse draak met grote, gloeiende rode ogen. Het zicht vulde Erec met angst, een grotere angst dan hij ooit had gevoeld.
Maar toen hij beter keek, veranderde zijn angst in verwarring. Het leek wel over er twee mensen op de rug van de draak zaten. Terwijl Erec zijn ogen samenkneep, herkende hij ze. Probeerden zijn ogen hem voor de gek te houden?
Daar, op de rug van de draak, zat Thorgrin. En achter hem, met haar armen om zijn middel, zat Koning MacGils dochter. Gwendolyn.
Voor Erec kon verwerken wat hij zag, dook de draak naar beneden. Ze opende haar mond en krijste. Het geluid was zo scherp dat een rots naast Erec begon te splijten. De grond trilde terwijl de draak een duikvlucht maakte, haar mond opende en vuur spuwde.
De vallei vulde zich met het geschreeuw van duizenden soldaten van het Rijk, terwijl ze verzwolgen werden door de vlammen. Binnen enkele seconden stond de hele vallei in lichterlaaie. Thor stuurde de draak over de mannen van Andronicus heen, en vaagde ze in een oogwenk van weg.
De overgebleven soldaten sloegen op de vlucht. Maar Thor joeg achter hen aan, en zijn draak bleef vuur spuwen.
Binnen enkele momenten waren alle mannen beneden Erec—de mannen van wie hij zo zeker had geweten dat ze tot zijn dood zouden leiden, zelf dood. Er bleef niets in de vallei over behalve verkoolde lichamen en vlammen. Het gehele bataljon van het Rijk was weg.
Erec staarde met open mond omhoog en keek toe hoe de draak hoog de lucht in vloog, met haar enorme vleugels klapperde, en langs hen vloog. Zijn mannen juichten. Ze gingen naar het zuiden.
Erec was sprakeloos van verwondering over Thors heldendaad, zijn onbevreesdheid, over hoe hij dit beest controleerde—en over de kracht van het beest. Erec had een tweede kans gekregen—en zijn mannen ook—en voor het eerst in een lange tijd voelde hij zich weer optimistisch. Nu konden ze winnen. Zelfs tegen een miljoen van Andronicus mannen. Met een beest zoals dat, konden ze winnen.
“Mannen, mars!” commandeerde Erec.
Hij was vastberaden om het spoor van de draak te volgen, de geur van zwavel, de vuurgloed in de lucht, waar het hen ook heen zou leiden. Thorgrin was teruggekeerd, en het was tijd om hem te volgen.
HOOFDSTUK ACHT
Kendrick reed op zijn paard, omgeven door duizenden van zijn mannen. Ze naderden Vinesia, de grote stad waar Andronicus’ bataljon zich had teruggetrokken. Een hoog, ijzeren valhek versperde de ingang.