Verloofd . Морган Райс
een ander grote cirkelvormige structuur—hoewel deze er anders uit zag dan de anderen. Deze had meer klasse.
"Kom naar het nieuwe toneelstuk van Will Shakespeare zien in het nieuwe Globe Theatre!" riep een voorbijgaande jongen die een hoop pamfletten vasthield. Hij liep recht op Caitlin af, en duwde haar een pamflet in de handen. Ze keek naar beneden en las: “het nieuwe toneelstuk van William Shakespeare: De Tragedie van Romeo en Julia.”
"Zul je er zijn, juffrouw?" vroeg de jongen. "Het is zijn nieuwe toneelstuk en het wordt voor de eerste keer in het nagelnieuwe theater, de Globe opgevoerd.”
Caitlin keek naar beneden naar het pamflet en voelde een golf van opwinding. Kon dit echt zijn? Gebeurde dit echt?
“Waar is het?" vroeg ze.
De jongen lachte. Hij keerde zich om en wees. "Maar het is hier rechtover, Juffrouw.”
Caitlin keek in de richting waar hij naar aan het wijzen was en zag in de verte een cirkelvormig gebouw met gestukte muren en een houten versiering in tudorstijl. De Globe. Shakespeare's Globe. Het was ongelooflijk. Ze was echt hier.
Aan de voorkant liepen duizenden mensen in het rond en ze kwamen binnen alle richtingen. Deze menigte zag er net zo ruw uit als de menigte die naar het berenlokken of het stierenlokken ging. Dat verraste haar. Ze had zich altijd voorgesteld dat mensen die naar theater van Shakespeare gingen beschaafder en gesofisticeerder zouden zijn. Ze had er nooit rekening mee gehouden dat dit vermaak voor de grote massa zou zijn—en dan nog de ruwste massa’s. Het leek op hetzelfde niveau als de beren-hondengevechten te staan.
Ja, ze zou graag een nieuw stuk van Shakespeare zien en ze zou graag naar de Globe gaan. Maar ze voelde zich vastbesloten om eerst haar missie te vervullen om de puzzel op te lossen.
Een nieuw gebrul brak los in het stadion voor beerlokken en ze draaide zich om. Ze concentreerde er al haar aandacht erop. Ze vroeg zich af of het antwoord op het raadsel gewoon achter deze muren te vinden was.
Ze richtte zich tot Caleb.
"Wat denk jij?" vroeg ze. “Zouden we moeten bekijken waarover het gaat?”
Caleb keek aarzelend.
“Het raadsel zei niks over een brug en een beer,” zei hij. Maar mijn zintuigen zeggen mij iets anders. Ik ben niet helemaal zeker—”
Ruth gromde plotseling, en liep dan weg, ze sprintte.
"Ruth!" riep Caitlin.
Ze was weg. Ze keerde zelfs niet terug om te luisteren en ze sprintte voor wat ze waard was.
Caitlin was geschokt. Ze had haar zich nog nooit zo zien gedragen, zelfs niet bij gevaar. Wat kon mogelijk zo haar aandacht trekken? Ze had nooit meegemaakt dat Ruth niet luisterde.
Caitlin en Caleb sprintten op hetzelfde moment haar achterna.
Maar zelfs met hun vampiersnelheid ging het traag, door de modder, en Ruth was veel sneller dan zij. Ze zagen haar draaien en keren door de massa en ze moesten zich een weg banen om haar in het zicht te houden. Caitlin kon in de verte zien dat Ruth een hoek om draaide en in een small steegje sprintte. Ze versnelde en Caleb ook. Ze duwde een man weg die in haar weg stond en draaide in het steegje, haar achterna.
Waar kon ze in godsnaam achteraan gegaan zijn? Caitlin vroeg het zich af. Ze vroeg zich af of het een straathond was. Of had ze misschien gewoon een kantelmoment bereikt door de honger en jaagde ze achter een maaltijd? Ze was immers een wolf. Caitlin had daaraan moeten denken. Ze had harder naar eten voor haar moeten gezocht hebben en vroeger.
Maar wanneer Caitlin de hoek omging en in de steeg keek, realiseerde ze zich vlug in shock wat het was.
Daar op het uiteinde van de steeg, zat een jong meisje van misschien acht jaar, in het stof, ineengedoken, aan het huilen, bevend. Een grote forse man, zonder hemd, torende boven haar uit. Hij had een enorm uitstekende buik, zijn borst en schouders waren bedekt met haar. Zijn gezicht zag er zeer boos uit. Hij miste een paar tanden, hij pakte een lederen riem en sloeg het arme meisje op haar rug, steeds opnieuw en opnieuw.
"Dat is wat er gebeurt wanneer je niet luistert!" schreeuwde de man op een kwaadaardige toon, terwijl hij zijn riem opnieuw ophief.
Caitlin was diep gekrenkt en zonder zelfs na te denken, bereidde ze zich voor om actie te ondernemen.
Maar Ruth was sneller. Ruth had een betere start en toen de man weer zijn arm naar achter deed, sprintte Ruth verder en sprong ze in de lucht, terwijl ze haar kaken wijd opensperde.
Ze beet zich vast in de voorarm van de man en zette haar tanden er helemaal in. Het bloed spoot overal, toen de man een onwezenlijke gil liet.
Ruth was woedend en was niet kalm te krijgen. Ze gromde en schudde haar kop naar achter en naar voor. Ze beet nog dieper in het vlees van de man en ze wou hem niet loslaten.
De man zwaaide Ruth heen en weer en kon dit alleen maar doen omdat hij zo dik en groot was.Ze was nog geen volgroeide wolf. Ze snauwde en dat was een geluid dat angstaanjagend genoeg was om zelfs het haar achteraan in Caitlins nek rechtop te zetten.
Maar deze man was duidelijk gewoon aan geweld. Hij zwaaide zijn dikke tot vlees geworden schouder in het rond en slaagde erin om Ruth tegen de bakstenen muur te slaan. Hij gebruikte vervolgens zijn andere hand en nam zijn riem als zweep om haar hard op de rug te slaan.
Ruth schreeuwde en krijste. Ze liet uiteindelijk los en viel op de grond.
De man, greep haar terug met beide handen vast terwijl de haat op zijn gezich te lezen stond. Hij was klaar om met al zijn kracht zijn riem te laten knallen op Ruth’s gezicht.
Caitlin kwam in actie. Vooraleer de man de riem kon laten knallen, boog ze naar voor en tastte ze met haar rechterhand af waar ze was. Ze greep hem naar de keel. Ze dreef hem terug bij zijn keel. Ze pakte hem op vanaf de grond. Ze tilde hem hoger dan zichzelf, totdat ze hem tegen een muur gooide en de bakstenen verkruimelden.
Ze liet hem daar voor zich uit hangen. Zijn gezicht werd blauw en hij stikte. Ze was veel kleiner dan hij, maar hij maakte geen kans tegen haar stalen greep.
Eindelijk liet ze hem vallen. Hij stond op en zocht naar zijn riem. Caitlin leunde achterover en sloeg hem hard in het gezicht. Ze brak zijn neus.
Vervolgens trapte ze hem op de borst. De trap was zo krachtig dat hij verschillende meters verder vloog. Hij kwam met zulk een kracht tegen de muur terecht dat hij een indruk in de bakstenen achterliet en uiteindelijk tegen de muur in elkaar zakte zoals een hoopje rommel.
Maar Caitlin kon nog altijd de woede door haar aders voelen lopen. Ze dacht aan dat onschuldige meisje en aan Ruth. Ze ze had in geen tijden, hoelang ze zich ooit kon herinneren, zo’n woede gevoeld. Ze kon zichzelf niet stoppen. Ze wandelde op hem af en sleurde de riem uit zijn hand. Ze greep hem vast en sloeg hem hard, recht op zijn enorme buik.
Hij trok zich recht en greep naar zijn maag.
Toen hij rechtop zat, sloeg ze hem hard en recht in het gezicht. Ze raakte zijn kin zorgde ervoor dat hij vlug achteruit vloog. De achterkant van zijn hoofd sloeg tegen de grond aan. Eindelijk was hij bewusteloos.
Maar Caitlin was nog altijd niet voldaan. De laatste dagen was het moeilijk om haar woede op te roepen. Wanneer het gebeurde, kon ze het gevoel niet afzetten.
Ze stond recht en plaatste een voet op zijn keel. Ze bereidde zich voor om de man terplekke te doden.
“Caitlin!" riep een scherpe stem.
Ze keerde zich om en nog steeds ziedend van woede, zag ze dat Caleb naast haar stond. Hij schudde langzaam zijn hoofd, met een vermanende blik.
“Je hebt genoeg schade aangericht. Laat hem gaan.”
Er was iets in de stem van Caleb dat haar raakte.
Tegenstribbelend hief ze haar voet op.
In de verte, zag ze een groot bad dat gevuld was met rioolwater. Ze kon de dikke, donkere vloeistof over de randen zien lopen en kon de stank van waar ze stond ruiken.
Perfect.
Ze