Heerser, Rivaal, Banneling . Морган Райс
Dit ebook is uitsluitend voor jou persoonlijk bedoeld. Dit ebook mag niet doorverkocht worden of weggeven worden aan andere mensen. Als je dit boek met iemand anders wil delen, schaf dan alsjeblieft een extra exemplaar aan voor elke ontvanger. Als je dit boek leest en je hebt het niet aangeschaft, of het is niet voor jouw gebruik aangeschaft, geef het dan terug en schaf je eigen exemplaar aan. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur.
Dit is een werk van fictie. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn een product van de fantasie van de auteur of zijn fictief gebruikt. Enige overeenkomst met echte personen, levend of dood, is geheel toevallig.
Omslagafbeelding Copyright Leafsomen, gebruikt onder licentie van istock.com.
INHOUD
Opgedragen ter nagedachtenis aan Rebekah Barrett.
Een geweldige, liefdevolle ziel, wiens leven op deze aarde veel te kort was—en een ware vechter in haar eigen recht. Moge God je ziel vrede gunnen, en vrede voor Shania’s ziel en voor die van je fantastische moeder, Rhonda.
HOOFDSTUK EEN
Irrien genoot van vechten, van het gevoel dat hij kreeg bij de wetenschap dat hij sterker was dan zijn tegenstander—maar het aanschouwen van de nasleep van zijn overwinning was nog veel beter.
Hij liep door de ruïnes van Delos. Hij zag de plunderingen en luisterde naar het geschreeuw van de zwakkeren terwijl zijn mannen moordden en stalen, verkrachtten en vernielden. Nieuwe slaven liepen geboeid in rijen richting de haven, terwijl er op één van de pleinen al een markt was opgezet voor geplunderde goederen en gevangen genomen boeren. Hij dwong zichzelf om de pijn in zijn schouder te negeren. Zijn mannen mochten niet denken dat hij zwak was.
Een groot deel van de stad was nu verwoest, maar dat kon Irrien niet schelen. Wat kapot was kon gemaakt worden, zeker met voldoende slaven onder de zweep. De stad kon herbouwd worden in de vorm die hij wilde.
Natuurlijk waren er ook anderen die de nodige eisen hadden. Krijgers, priesters en anderen volgden hem nu als haaien die bloed roken. Er waren vertegenwoordigers van de andere Stenen van Felldust, die kakelden over de rollen die hun meesters in de plunderingen zouden kunnen vervullen. Er waren kooplieden die de meest gunstige tarieven wilden bieden om Irriens geplunderde goederen terug naar het land van het stof te brengen.
Irrien trachtte hen zoveel mogelijk te negeren, maar ze bleven maar komen.
“Eerste Steen,” sprak een figuur. Hij droeg de gewaden van een priester, compleet met een riem die was gemaakt van vingerbotjes, en heilige symbolen die met zilverdraad met zijn baard waren vervlochten. Een amulet dat bezet was met bloedstenen vertelde Irrien dat hij één van de belangrijkste mensen van zijn stand was.
“Wat is het dat je wil, heilige?” vroeg Irrien. Hij wreef afwezig over zijn schouder terwijl hij sprak, hopend dat niemand zou raden waarom hij dat deed.
De priester spreidde zijn handen, die getatoeëerd waren met runen die dansten met elke beweging van zijn vingers.
“Het gaat niet om wat ik wil, maar om wat de goden vragen. Zij hebben ons de overwinning geschonken. Het is niet meer dan gepast om hen met een fatsoenlijk offer te bedanken.”
“Zeg je nu dat de overwinning niet te danken is aan de kracht van mijn leger?” wilde Irrien weten. Hij liet de dreiging in zijn stem sijpelen. Hij gebruikte de priesters wanneer het hem uitkwam, maar hij zou niet toelaten dat ze controle over hem kregen.
“Zelfs de sterksten moeten de gunsten van de goden erkennen.”
“Ik zal erover nadenken,” zei Irrien, wat vandaag al te vaak zijn antwoord was geweest. Eisen om aandacht, eisen om middelen. Een hele parade van mensen die een deel wilden van wat hij had veroverd. Het was de vloek van een machthebber, maar tegelijkertijd een symbool van zijn macht. Iedere sterke man die Irrien om een gunst vroeg, erkende dat hij niet simpelweg kon nemen wat hij wilde.
Ze liepen terug naar het kasteel, en Irrien plande en berekende waar er reparaties nodig waren en waar er monumenten ter ere van zijn macht neergezet konden worden. In Felldust werd een standbeeld altijd gestolen of vernield voor het voltooid was. Hier zou het wellicht tot het einde der tijden blijven staan, als herinnering aan zijn overwinning. Hij had een hoop te doen als hij eenmaal genezen was.
Hij bekeek de verdedigingswerken van het kasteel. Het was sterk; sterk genoeg om de wereld tegen te kunnen houden. Als iemand de poorten niet voor zijn mensen had geopend, hadden ze zijn leger ongetwijfeld buiten kunnen houden tot de onvermijdelijke conflicten in Felldust een einde aan de bezetting hadden gemaakt.
Hij knipte met zijn vingers naar een bediende. “Ik wil dat alle tunnels onder het kasteel worden dichtgegooid. Het kan me niet schelen hoeveel slaven er sterven tijdens de werkzaamheden. Vervolgens wil ik dat de tunnels onder de stad worden aangepakt. Er mag geen rat meer doorheen kunnen. Ik wil niet dat mensen zonder mijn weten naar binnen en naar buiten kunnen glippen.”
“Ja, Eerste Steen.”