De perfecte echtgenote. Блейк Пирс
weet dat je gelijk hebt,” zei ze, vastberaden om de avond op een positieve noot te eindigen. “Het zal vast heerlijk zijn.”
“Dat is zo,” zei Kyle slaperig. “Ik hou van je.”
“Ik hou ook van jou,” zei Jessie en ze was niet zeker of hij haar nog gehoord had voor hij in slaap gevallen was.
Ze luisterde naar zijn diepe ademhaling en probeerde het ritme te gebruiken om zelf in slaap te vallen. De stilte maakte haar onrustig. Ze was gewend geworden aan de rustgevende geluiden van de stad wanneer ze ging slapen.Ze miste het getoeter van de auto's op straat, het geroep van de mannen die in financiën werkten dat weerkaatste tussen de hoogbouw, het gepiep van trucks die achteruit reden. Jarenlang waren deze geluiden haar witte ruis. Nu had ze enkel het zachte geronk van de luchtfilter in de hoek van de kamer om al die geluiden te vervangen.
Af en toe dacht ze dat ze een krakend geluid in de verte hoorde. Het huis was meer dan dertig jaar oud, dus het was normaal dat het huis zich begon aan te passen. Ze probeerde diep adem te halen, zowel om de andere geluiden te overstemmen als om zichzelf te kalmeren. Een gedachte bleef terugkomen.
Ben je zeker dat het hier allemaal zo fantastisch zal zijn?
Het volgende uur bleef ze haar twijfels van alle kanten bekijken om ze dan met een schuldgevoel weg te schuiven. Uiteindelijk gaf ze toe aan haar vermoeidheid en viel in slaap.
HOOFDSTUK TWEE
Jessie probeerde ondanks het voortdurende geroep te vechten tegen de hoofdpijn die aan de rand van haar schedel aan het zeuren was. Daughton, de lieve, maar bijzonder luide driejarige zoon van Edward en Melanie Carlisle, had de laatste twintig minuten het spel “ontploffing” gespeeld. Het spel bestond voornamelijk uit Daughton die “boem!” riep. Noch Melanie (“zeg maar Mel”) noch Edward (“Teddy” voor de vrienden) leek zich te storen aan het periodieke gegil, dus deden Jessie en Kyle ook maar alsof het perfect normaal was. Ze zaten in de woonkamer van de Carlisles en ze praatten nog even bij voor ze samen naar de haven zouden kuieren voor de brunch. De Carlisles woonden maar drie huizenblokken daar vandaan.
Kyle en Teddy hadden het laatste half uur buiten zitten praten terwijl Jessie opnieuw kennis maakte met Mel in de keuken. Ze herinnerde zich Mel vaag van een van hun vorige ontmoetingen, maar na slechts enkele minuten ontstond er een aangename sfeer.
“Ik zou Teddy kunnen vragen om te barbecueën, maar ik wil niet dat jullie ziek worden tijdens jullie eerste week hier,” zei Mel bijtend. “Het is veiliger om iets te gaan eten aan de waterkant.”
“Niet de beste kok?” vroeg Jessie met een kleine grijns.
“Laat me het zo zeggen: als hij ooit voorstelt om te koken, doe dan alsof je opeens weg moet voor een noodgeval. Want als je iets eet wat hij klaargemaakt heeft, dan zit je met een echt noodgeval.”
“Wat zei je, schatje?” vroeg Teddy terwijl hij en Kyle binnenkwamen. Teddy was een papperige man met een stevige buik en blond haar met een terugwijkende haargrens. Hij was bleek en zag eruit alsof hij na vijf minuten in de zon zou verbranden. Jessie had de indruk dat zijn karakter ook zo was - meegaand en gemakkelijk manipuleerbaar. Een diep verborgen instinct dat moeilijk te beschrijven was, maar dat ze had leren vertrouwen door de jaren heen, vertelde haar dat Teddy Carlisle een zwakke man was.
“Niets, lieveling,” zei Mel terwijl ze naar Jessie knipoogde. “Ik geef Jessie wat essentiële informatie om in Westport Beach te overleven.”
“Juist,” zei hij. “Vergeet haar niet te vertellen over het verkeer in de buurt van Jamboree Road en de Pacific Coast Highway. Dat kan verschrikkelijk zijn.”
“Dat was het volgende op mijn lijstje,” zei Mel onschuldig en ze stond op van de keukenkruk.
Terwijl ze naar de woonkamer ging om Daughtons speelgoed van de grond op te rapen, merkte Jessie op dat haar tengere figuur door pezige spieren afgetekend stond in haar tennisrokje en polo topje. Haar kuiten werden stevig en haar biceps strekte zich op een indrukwekkende manier toen ze met een snelle beweging een tiental Matchbox autootjes opveegde. Haar hele verschijning: haar korte, zwarte haar, haar ongebreidelde energie en haar we-nemen-geen-gevangenen blaffende stem, alles gaf de indruk dat ze een harde, no-nonsense vrouw uit New York was. En dat was ze vroeger ook.
Jessie was meteen dol op haar, maar ze begreep niet waarom ze samen was met een saaie man zoals Teddy. Het stoorde haar een beetje. Jessie was trots op haar vaardigheid om mensen te lezen. En deze leemte in het informele profiel dat ze had gemaakt, was verontrustend.
“Iedereen klaar om te vertrekken?” vroeg Teddy. Ook hij was netjes gekleed in een los shirt met knopen en een witte broek.
“Haal je zoon en dan zijn we allemaal klaar om te vertrekken,” zei Mel scherp.
Teddy was duidelijk gewend om zo aangesproken te worden en hij ging zonder een woord te zeggen de “explosie” machine halen. Een paar seconden later hoorden ze gegil toen hij terugkwam en Daughton ondersteboven vasthield. De jongen stribbelde met al zijn macht tegen.
“Papa, stop!” gilde de jongen.
“Zet hem neer, Edward,” siste Mel.
“Hij zette een grote mond op,” zei Teddy terwijl hij zijn zoon neerzette. “Ik moest hem eraan herinneren dat zoiets niet oké is.”
“En wat als hij was gevallen en op zijn hoofd beland was?” drong Mel aan.
“Dan zou hij een belangrijke les geleerd hebben,” antwoordde Teddy achteloos. Blijkbaar maakte dat scenario hem helemaal niet ongerust.
Kyle gniffelde waarderend en stopte pas toen hij de afkeurende blik van Jessie zag. Hij probeerde de lach nog om te zetten in een kuch, maar het was al te laat en hij haalde zijn schouders op met een verontschuldigende blik.
Terwijl ze samen naar de haven liepen via het goed verzorgde pad dat parallel liep met de hoofdweg, keek Jessie naar de manier waarop zijzelf en Kyle gekleed waren in vergelijking met hun tegenhangers. Zelfs Daughton, die zijn vaders bleke huid had, maar de donkere haren van zijn moeder, droeg een gestreken, korte broek en een shirt met een kraagje. Kyle droeg een bermudashort en een T-shirt en Jessie had op het laatste moment snel een losse jurk aangetrokken.
“Weten jullie zeker dat we goed gekleed zijn voor brunch bij jullie club?” vroeg ze bezorgd aan Mel.
“O, maak je maar geen zorgen. Jullie zijn onze gasten. De kledingvoorschriften gelden niet voor jullie. Enkel de clubleden krijgen zweepslagen als ze niet de juiste kleding dragen. En omdat Daughton nog jong is, wordt hij waarschijnlijk maar een klein beetje gebrandmerkt.” Mel had waarschijnlijk de blik op Jessies gezicht gezien, want ze legde meteen haar hand op haar pols en voegde toe, “Ik maak maar een grapje.”
Jessie glimlachte gespannen om haar eigen onvermogen om zich te ontspannen. Net op dat ogenblik rende Daughton voorbij en zijn indrukwekkende “boem” deed haar omhoog springen.
“Hij heeft veel energie,” zei ze en ze probeerde het te laten klinken alsof ze dat bewonderde. “Ik wou dat ik dat in flessen kon bewaren.”
“Ja,” zei Mel. “Hij is een handvol. Maar ik hou van hem. Het is vreemd hoe de dingen die je storen bij de kinderen van andere mensen ineens charmerend zijn als het om je eigen kind gaat. Je zal het zelf wel merken wanneer het jou overkomt. Als dat is wat je wil tenminste.”
“Het is wat ik wil,” zei Jessie. “We zijn er al een tijdje over aan het praten. Er zijn gewoon wat dingen tussengekomen. Maar we hopen dat de verandering van omgeving zal helpen.”
“Nou, ik waarschuw je alvast. Het onderwerp zal vaak aan bod komen bij de vrouwen die je vandaag zal ontmoeten. Ze praten graag over kinderen en alles wat met kinderen te maken heeft. Ze zullen hoogstwaarschijnlijk vragen stellen over je plannen. Maar maak je geen zorgen. Dat is gewoon de standaardconversatie hier.”
“Bedankt voor de waarschuwing,” zei Jessie en ze bereikten het einde van het pad.
Ze stopte even