Eens gelokt. Блейк Пирс

Eens gelokt - Блейк Пирс


Скачать книгу
verband tussen deze locaties?” vroeg Riley aan Bill en Lucy.

      “Niet echt,” zei Lucy. “Metta Lunoe’s lichaam werd gevonden in een veld buiten Mowbray. Valerie Bruner lag net aan de rand van een snelweg. En deze ligt middenin een klein dorp. Het is bijna alsof de moordenaar op zoek is naar plekken die niks met elkaar te maken hebben.”

      Precies toen hoorde Riley geschreeuw vanuit de menigte van toeschouwers.

      “Ik weet wie het gedaan heeft! Ik weet wie het gedaan heeft!”

      Riley, Bill en Lucy draaiden zich alle drie om om te kijken. Een jonge man stond te zwaaien en schreeuwen achter het lint.

      “Ik weet wie het gedaan heeft!” riep hij weer.

      HOOFDSTUK ACHT

      Riley keek met zorgvuldige blik naar de man die schreeuwde. Ze zag dat verschillende mensen om hem heen knikten en mompelden in overeenstemming.

      “Ik weet wie het gedaan heeft! We weten allemaal wie het gedaan heeft!”

      “Josh heeft gelijk,” zei een vrouw naast hem. “Het moet Dennis zijn.”

      “Hij is echt een mafkees,” zei een andere man. “Die vent is altijd al een tikkende tijdbom geweest.”

      Bill en Lucy haastten zich naar de rand van het plein waar de man stond te schreeuwen, maar Riley bleef staan. Ze riep naar een van de politieagenten bij het lint.

      “Breng hem hierheen,” zei zei, terwijl ze naar de schreeuwende man wees.

      Ze wist dat het belangrijk was om hem van de groep te scheiden. Als iedereen zou bijvallen met verhalen, zou het onmogelijk worden om de waarheid te achterhalen. Als er überhaupt al waarheid zat in al dit geschreeuw.

      Bovendien verzamelden zich al verslaggevers om hem heen. Riley ging de man echt niet ondervragen recht onder hun neuzen.

      De politieagent tilde het lint op en begeleidde de man naar hen.

      Hij riep nog steeds, “We weten allemaal wie het gedaan heeft! We weten allemaal wie het gedaan heeft!”

      “Word even rustig,” zei Riley, en ze pakte hem bij de arm en leidde hem ver genoeg weg van de toeschouwers om ongehoord te kunnen praten.

      “Vraag wie dan ook over Dennis,” zei de geagiteerde man. “Hij is een einzelgänger. Hij is raar. Meisjes zijn bang van hem. En vrouwen raken geërgerd.”

      Riley pakte haar notitieblok erbij, en Bill ook. Ze zag de intense interesse in Bills ogen. Maar ze wist dat ze het beter langzaamaan konden doen. Ze wisten nog amper iets. Bovendien was de man zo geagiteerd dat Riley argwanend was over zijn oordeel. Ze moest het horen van een meer neutraal iemand.

      “Wat is zijn volledige naam?” vroeg Riley.

      “Dennis Vaughn,” zei de man.

      “Blijf met hem praten,” zei Riley tegen Bill.

      Bill knikte en bleef aantekeningen maken. Riley liep terug naar het paviljoen, waar politiechef Aaron Pomeroy nog steeds naast het lichaam stond.

      “Chef Pomeroy, wat kun je me vertellen over Dennis Vaughn?”

      Aan zijn gezichtsuitdrukking kon Riley zien dat die naam hem maar al te bekend voorkwam.

      “Wat wil je van hem weten?” vroeg hij.

      “Denk je dat hij een oprechte verdachte kan zijn?”

      Pomeroy kraste zijn hoofd. “Nu je het zegt, misschien. Het is tenminste de moeite waard om met hem te praten.”

      “Waarom?”

      “Nou, we hebben al jaren problemen met hem. Exhibitionisme, ongepast gedrag, dat soort dingen. Een paar jaar geleden werd hij gepakt voor gluren, en heeft hij wat tijd doorgebracht in het Delaware Psychiatrisch Centrum. Vorig jaar raakte hij geobsedeerd met een cheerleader van de middelbare school, hij schreef haar brieven en stalkte haar. De familie van het meisje haalde een contactverbod, maar hij negeerde dit. Dus hij moest zes maanden naar de gevangenis.”

      “Wanneer werd hij vrijgelaten?” vroeg ze.

      “Afgelopen februari.”

      Riley raakte meer en meer geïnteresseerd. Dennis Vaughn was kort voordat de moorden waren begonnen uit de gevangenis gekomen. Was het puur toeval?

      “Meisjes en vrouwen uit de buurt beginnen te klagen,” zei Pomeroy. “Blijkbaar neemt hij foto’s van ze. Het is niet iets waarvoor we hem kunnen arresteren–nog niet tenminste.”

      “Wat kun je me nog meer over hem vertellen?” vroeg Riley.

      Pomeroy haalde zijn schouders op. “Tja, hij is best wel een nietsnut. Hij is denk ik iets van dertig jaar oud en heeft nog nooit een baan weten te houden. Hij leeft op zak van familie in het dorp; tantes, ooms, grootouders. Ik heb gehoord dat hij erg chagrijnig is de laatste tijd. Hij neemt het het hele dorp kwalijk dat hij naar de gevangenis moest. Hij blijft maar zeggen ‘Een van deze dagen.’”

      “‘Een van deze dagen’ wat?” vroeg Riley.

      “Dat weet niemand. Mensen noemen hem een tikkende tijdbom. Ze weten niet wat hij zou kunnen doen. Maar zover we weten is hij nooit echt gewelddadig geweest.”

      Riley’s gedachten werkten op volle vaart en probeerden dit mogelijke nieuwe aanknopingspunt te begrijpen.

      Ondertussen waren Bill en Lucy klaar met praten met de man en kwamen ze op Riley en Pomeroy aflopen.

      Bill keek stralend en zelfverzekerd–een groot verschil met zijn sombere houding van de laatste tijd.

      “Dennis Vaughn is onze moordenaar,” zei hij tegen Riley. “Alles wat die man net zei past precies in het profiel.”

      Riley antwoordde niet. Het leek waarschijnlijk, maar ze wist dat ze geen overhaaste conclusies moest trekken.

      Bovendien maakte de zekerheid in Bills stem haar nerveus. Sinds ze hier vanochtend was aangekomen, had ze het gevoel gehad dat Bill op het punt stond om ineens uit de slof te schieten. Het was begrijpelijk gezien zijn persoonlijke betrokkenheid bij de zaak, met name het schuldgevoel dat hij het niet eerder had opgelost. Maar het zou ook een serieus probleem kunnen worden. Ze had juist nodig dat hij zijn stabiele zelf was.

      Ze draaide zich naar Pomeroy.

      “Kun je ons vertellen waar we hem kunnen vinden?”

      “Tuurlijk,” zei Pomeroy, terwijl hij wees. “Loop de hoofdstraat af totdat je bij Brattleboro komt. Ga naar links, en dan woont hij in het derde huis rechts.”

      Riley zei tegen Lucy, “Blijf hier en wacht op het team van de medisch onderzoeker. Ze kunnen het lichaam meteen meenemen. We hebben genoeg foto’s.”

      Lucy knikte.

      Bill en Riley liepen naar het politielint, waar verslaggevers zich over elkaar heen struikelden met camera’s en microfoons.

      “Heeft de FBI een verklaring af te leggen?” vroeg een van hen.

      “Nog niet,” zei Riley.

      Zij en Bill doken onder het lint door en baanden hun een weg tussen de verslaggevers en toeschouwers.

      Конец ознакомительного фрагмента.

      Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

      Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.

      Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard,


Скачать книгу