Agent Nul. Джек Марс
gilde Otets. “Hou op met schieten!”
Kogelvrij, dacht Reid. Allicht. Maar hij wist dat het niet lang zou duren. Hij trapte het gaspedaal tot de vloer en de terreinwagen sprong weer op, en denderde voorbij de drie mannen aan de kant van de weg terwijl ze op de auto schoten. Reid deed zijn raam omlaag terwijl ze voorbij de twee bommenmakers reden, die nog altijd aan renden voor hun leven.
Toen gooide hij de schakelaar uit het raam.
De terreinwagen schokte heen en weer door de ontploffing, zelfs op deze afstand. Hij kon de ontsteking niet zozeer horen danwel voelen, diep in zijn binnenste, en zijn ingewanden daverden. Een blik in de achteruitkijkspiegel toonde niets anders dan intens fel geel licht, alsof je rechtstreeks de zon in keek. Even zwommen vlekken door zijn zicht en hij dwong zichzelf vooruit te kijken, naar de weg. Een oranje vuurbal rolde in de lucht en trok een gigantische rookwolk mee.
Otets liet een stotende, kreunende zucht horen. “Je hebt geen idee wat je daar hebt aangericht,” zei hij stil. “Dit is je doodvonnis, Agent.”
Reid zei niets. Hij realiseerde zich wel wat hij had aangericht – hij had een enorme hoeveelheid bewijs vernietigd, bewijs in wat voor zaak ook tegen Otets kon worden opgebouwd wanneer hij eenmaal naar de autoriteiten was gebracht. Maar Otets zag het verkeerd; hij was niet dood, nog niet in ieder geval, en de bom had hem geholpen te ontsnappen.
Tot dusverre, tenminste.
Verderop doemde het landhuis op, maar ditmaal was er geen tijd om even te stoppen om de architectuur te bewonderen. Reid hield zijn ogen recht vooruit en vloog er voorbij terwijl de terreinwagen over de gaten in de weg stuiterde.
Een sprankje licht in de spiegel trok zijn aandacht. Twee paar koplampen kwamen in zicht vanuit de oprijlaan van het huis. Ze waren dicht bij de grond en hij kon het hoge gejammer van de motoren boven het gebrul van de zijne horen. Sportauto’s. Hij trapte weer op het gaspedaal. Zij zouden sneller zijn, maar de terreinwagen was beter bestand tegen de ongelijke weg.
Meer schoten klonken in de lucht en kogels daalden neer op de achterbumper. Reid klemde het stuur met twee handen stevig vast. De aderen op zijn handen waren gezwollen van de spanning in zijn spieren. Hij beheerste dit. Hij kon dit. De ijzeren poort kon niet ver meer zijn. Hij ging met negentig door de wijngaard; als hij deze snelheid kon vasthouden, kon het genoeg zijn om de poort te rammen.
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.