Misdaad in het Donker. Фиона Грейс
hoorde Gina rommelen in de winkel. Tot dusver had de oudere vrouw haar veeleisende nieuwe schema aardig bij weten te houden. Haar veto betreffende zwaar tillen was tijdelijk opgeheven en hoewel Gina het niet erg vond, maakte Lacey zich wel zorgen om het feit dat ze een gepensioneerde zo hard moest laten werken.
Op dat moment hoorde Lacey de bel in de winkel rinkelen, gevolgd door het zachte, blije gepiep van Chester en Boudica. Lacey wist meteen dat dat betekende dat Tom er was. Ze stopte waar ze mee bezig was en haastte zich de winkel in.
Zowaar, haar beau was er. Hij gaf de honden net zijn speciale johannesbrood snack. Hij keek op toen hij haar hoorde en wierp haar een brede glimlach toe.
Het voelde alsof het eeuwen geleden was dat Lacey hem voor het laatst had gezien of gesproken. Hij had het te druk gehad met het maken van regenboog-cupcakes en zij had tot haar ellebogen in Victoriaanse antiquiteiten gestaan. Ze hadden niet eens een momentje gehad om elkaar berichtjes te sturen, laat staan allebei op dezelfde plek te zijn!
Lacey haastte zich naar hem toe en kuste hem op zijn lippen.
“Mijn liefste,” dweepte ze. “Het is zo lang geleden. Wat doe je hier?”
“Het is donderdag,” zei hij simpelweg. “Lunchdate-dag.”
Met hun drukke schema’s waren ze overeengekomen om hun dagelijkse elevenses op pauze te zetten en terug te schalen naar een enigszins beter haalbare wekelijkse lunch op donderdag. Maar dat plan was gemaakt voordat ze hun last-minute opdrachten hadden aangenomen en Lacey was er gewoon vanuit gegaan dat het hen beide niet meer zou lukken. De lange waslijst met Victoriaanse spullen die ze moest zoeken had het uit haar gedachten verdrongen.
“Ben je het vergeten?” vroeg Tom.
“Ik zou niet willen zeggen dat ik het vergeten ben,” zei Lacey. “Het is alleen dat we het allebei zo druk hebben…”
“Oh,” zei Tom. De teleurstelling in zijn stem was hoorbaar. “Je moet afzeggen.”
Lacey voelde zich afschuwelijk. Het was niet eens tot haar doorgedrongen dat ze iets had om af te zeggen. Maar ze had niet moeten aannemen dat Tom hun plannen van de baan had geschoven. Blijkbaar was zij de enige die harteloos genoeg was om dat te doen.
“Het spijt me echt,” zei Lacey, die zijn hand pakte en er een speelse ruk aan gaf. Je weet dat we morgen het grote openingsfeest voor de Lodge hebben. Ik moet de komende vierentwintig uur aan één stuk door werken om alles af te krijgen. Ik heb waarschijnlijk niet eens tijd om te slapen vannacht, dus ik kan niet echt een uur voor de lunch uittrekken.” Ze beet op haar lip, overspoeld door schuldgevoelens.
Tom wendde zijn blik af. Het was duidelijk dat ze hem gekwetst had.
“Het is één lunch,” beloofde Lacey hem. “Dit is de laatste hindernis voor me. Na het feest morgenavond kan ik weer terug naar mijn normale leven. En dan ben jij ook klaar met het cupcake bonanza, of hoe het ook heet…”
“…Extravaganza,” mompelde Tom.
“Ja, dat.” Lacey zwaaide zijn handen heen en weer en probeerde luchtig te klinken. “Dan wordt alles weer normaal voor ons. Oké?”
Uiteindelijk knikte Tom. Ze had hem nog niet eerder zo neerslachtig gezien. Op een bepaalde manier was het hartverwarmend, zeker gezien hoe druk zij zich had gemaakt om Lucia. Blijkbaar was slaapgebrek een uitstekend middel tegen jaloezie.
“Hee, weet je wat? Je moet naar het feest komen,” zei Lacey. Ze voelde zich schuldig dat ze er niet eerder aan had gedacht om hem uit te nodigen. Het zou immers een grote opening zijn, met vuurwerk en eten en gedistingeerde gasten.
“Ik?” vroeg Tom. “Ik denk niet dat een banketbakker past tussen de clientèle van de Lodge.”
“Onzin,” zei Lacey. “Trouwens, ik heb je nog nooit in een pak gezien en ik durf te wedden dat het je geweldig staat.”
Ze zag een ondeugende glinstering in Toms ogen verschijnen, een glinstering die haar herinnerde aan de Tom die ze kende en waar ze van hield, in plaats van deze sombere, humeurige versie van hem.
“Nou, zolang Suzy het niet erg vindt,” zei hij. “Maar ik kan het niet laat maken. Luce en ik moeten morgen om zes uur ’s ochtends beginnen met bakken.”
“Luce?” herhaalde Lacey. Toen drong het tot haar door dat hij Lucia bedoelde.
Hij had een koosnaampje voor haar? Eentje die merkwaardig leek op hoe Lacey hem had gevraagd haar niet te noemen, omdat haar ex-man haar zo genoemd had: Lace.
Ineens kwam Laceys ongemakkelijke gevoel over de jonge vrouw met volle hevigheid terug. Tot zover haar theorie dat ze te moe was om jaloers te zijn.
“Hee, dat is een idee. Ik kan Luce vandaag mee uit lunchen nemen!” zei Tom, zich schijnbaar niet bewust van de enigszins ongelovige toon die Lacey niet had kunnen verbergen. “Als een bedankje voor al haar harde werk, weet je. We hebben praktisch aan één stuk doorgewerkt sinds ik haar heb aangenomen en ik moest haar echt in het diepe gooien. Het was een behoorlijk steile leercurve en ze heeft grote sprongen gemaakt. Ze is echt een wonderbaarlijke jonge vrouw.”
Lacey voelde hoe haar handen zich tot vuisten balden terwijl ze Tom hoorde dwepen over de vrouw die hij zojuist had besloten mee uit lunchen te nemen in plaats van haar. Er wervelden allemaal emoties in haar buik rond. Teleurstelling, natuurlijk, omdat ze nu geen tijd met haar favoriete persoon kon doorbrengen. En jaloezie, omdat iemand anders nu zijn aandacht zou krijgen. Maar het ging dieper dan dat. Ze was niet alleen jaloers omdat iemand anders Toms aandacht kreeg, maar omdat het een andere vrouw was. Een “wonderbaarlijke jonge vrouw” nog wel, met haar rimpelvrije huid, eeuwig optimistische persoonlijkheid en glanzend witte, perfecte rechte tanden. Bovenop die jaloezie kwam de schaamte—want wat zouden de plaatselijke inwoners wel niet denken? Als ze Tom zagen lunchen met een mooie jonge vrouw, hoe lang zou het dan duren voordat de geruchtenmolen op gang kwam? Taryn zou het in elk geval geweldig vinden!
“Wie let er dan op de patisserie?” vroeg Lacey, die zich wanhopig vastklampte aan elk excuus om het te voorkomen. “Als jij en Luce allebei gaan lunchen… samen.”
“Paul, natuurlijk,” antwoordde Tom, terwijl er een verwarde frons op zijn voorhoofd verscheen.
Eventjes vroeg Lacey zich af of die frons een teken was dat de altijd onbewuste Tom daadwerkelijk iets door had.
“Hoewel hij vandaag bijzonder onhandig was,” vervolgde Tom. “Hij haalde de garde en de spatel door elkaar. Er zit echt iets niet helemaal goed in het hoofd van die jongen.”
Dus zijn frons was vanwege Pauls gebrek aan gezond verstand, niet vanwege hun relatie. Natuurlijk niet. Tom kennende had hij waarschijnlijk geen idee dat Lacey jaloers was op Lucia, noch een vermoeden betreffende waarom ze dat zou kunnen zijn. Maar Lacey werd er gestoord van dat dergelijke gedachten niet bij Tom opkwamen, want zij kwam over als een krankzinnige wanneer ze hem erop wees.
“Dan is het waarschijnlijk geen idee om hem de leiding te geven, of wel?” zei Lacey. “Ik bedoel, dat is de reden dat je Lucia hebt aangenomen, toch? Om ervoor te zorgen dat iemand anders dan Paul de winkel kan runnen.”
Tom krabde nadenkend op zijn hoofd. “Ja, waarschijnlijk heb je gelijk.”
Even voelde Lacey een golf van opluchting.
“Maar Luce verdiend iets leuks. En ik weet zeker dat Paul de tent niet zal af laten fikken in een uurtje!”
Hij lachte vrolijk, alsof de zaak daarmee af was.
Lacey liet haar schouders hangen. Maar ze kon het zich vandaag niet veroorloven om zich er druk over te maken. Ze wilde niet paranoïde en behoeftig overkomen, zeker niet nu ze zeker een paar dagen geen tijd zouden hebben om goed te praten. Ze kon dit beter laten gaan en het later ter sprake brengen, als ze meer energie had.
“Nou, geniet van je lunch,” zei Lacey terwijl ze hem op zijn wang kuste. “Ik zal door het raam naar je zwaaien als ik de kans krijg.”
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст