Wetboek van Koophandel – WvK. Nederland
74l [Vervallen per 01-09-1993]
Artikel 74m [Vervallen per 01-09-1993]
Artikel 74n [Vervallen per 01-09-1993]
Artikel 74o [Vervallen per 01-09-1993]
Artikel 74p [Vervallen per 01-09-1993]
Artikel 74q [Vervallen per 01-09-1993]
Artikel 74r [Vervallen per 01-09-1993]
Artikel 74s [Vervallen per 01-09-1993]
Vierde afdeling. Van de handelsreizigersovereenkomst
Artikel 75 [Vervallen per 01-04-1997]
Artikel 75a [Vervallen per 01-04-1997]
Artikel 75b [Vervallen per 01-04-1997]
Artikel 75c [Vervallen per 01-04-1997]
Vijfde titel. Van commissionairs
Artikel 76 [Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 77 [Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 78 [Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 79 [Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 80 [Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 81 [Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 82 [Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 83 [Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 84 [Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 85 [Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 85a [Vervallen per 01-01-1992]
Artikel 86 [Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 87 [Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 88 [Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 89 [Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 90 [Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 91 [Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 92 [Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 93 [Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 94 [Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 95 [Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 96 [Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 97 [Vervallen per 01-11-1952]
Artikel 98 [Vervallen per 01-11-1952]
Artikel 99 [Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 99a [Vervallen per 01-04-1991]
Zesde titel. Van wisselbrieven en orderbriefjes
Eerste afdeeling. Van de uitgifte en den vorm van den wisselbrief
Artikel 100
De wisselbrief behelst:
1°. de benaming "wisselbrief", opgenomen in den tekst zelf en uitgedrukt in de taal, waarin de titel is gesteld;
2°. de onvoorwaardelijke opdracht tot betaling van een bepaalde som;
3°. den naam van dengene, die betalen moet (betrokkene);
4°. de aanwijzing van den vervaldag;
5°. die van de plaats, waar de betaling moet geschieden;
6°. den naam van dengene, aan wien of aan wiens order de betaling moet worden gedaan;
7°. de vermelding van de dagteekening, alsmede van de plaats, waar de wisselbrief is getrokken;
8°. de handteekening van dengene, die den wisselbrief uitgeeft (trekker).
Artikel 101
1. De titel, waarin ééne der vermeldingen, in het voorgaande artikel aangegeven, ontbreekt, geldt niet als wisselbrief, behoudens in de hieronder genoemde gevallen:
2. De wisselbrief, waarvan de vervaldag niet is aangewezen, wordt beschouwd als betaalbaar op zicht.
3. Bij gebreke van een bijzondere aanwijzing wordt de plaats, aangegeven naast den naam van den betrokkene, geacht te zijn de plaats van betaling en tevens de plaats van het domicilie des betrokkenen.
4. De wisselbrief, welke niet de plaats aanwijst, waar hij is getrokken, wordt geacht te zijn onderteekend in de plaats, aangegeven naast den naam des trekkers.
Artikel 102
1. De wisselbrief kan aan de order van den trekker luiden.
2. Hij kan worden getrokken op den trekker zelf.
3. Hij kan worden getrokken voor rekening van eenen derde. De trekker wordt geacht voor zijne eigene rekening te hebben getrokken, indien uit den wisselbrief of uit den adviesbrief niet blijkt, voor wiens rekening zulks is geschied.
Artikel 102a
1. Wanneer de trekker op den wisselbrief de vermelding "waarde ter incasseering", "ter incasso", "in lastgeving", of eenige andere vermelding met zich brengend een bloote opdracht tot inning, heeft geplaatst, kan de nemer alle uit den wisselbrief voortvloeiende rechten uitoefenen, maar hij kan dezen niet anders endosseeren dan bijwege van lastgeving.
2. Bij een zoodanigen wisselbrief kunnen de wisselschuldenaren aan den houder slechts de verweermiddelen tegenwerpen, welke aan den trekker zouden kunnen worden tegengeworpen.
3. De opdracht, vervat in een incasso-wisselbrief, eindigt niet door den dood of de latere onbekwaamheid van den lastgever.
Artikel 103
Een wisselbrief kan betaalbaar zijn aan de woonplaats van eenen derde, hetzij in de plaats, waar de betrokkene zijn domicilie heeft, hetzij in een andere plaats.
Artikel 104
1. In eenen wisselbrief, betaalbaar op zicht of een zekeren tijd na zicht, kan de trekker bepalen, dat de som rente draagt. In elken anderen wisselbrief wordt deze clausule voor niet geschreven gehouden.
2. De rentevoet moet in den wisselbrief worden aangegeven. Bij gebreke hiervan wordt de renteclausule voor niet geschreven gehouden.
3. De rente loopt te rekenen van de dagteekening van den wisselbrief, tenzij een andere dag is aangegeven.
Artikel 105
1. De wisselbrief, waarvan het bedrag voluit in letters en tevens in cijfers is geschreven, geldt, in geval van verschil, ten beloope van de som, voluit in letters geschreven.
2. De wisselbrief, waarvan het bedrag meermalen is geschreven, hetzij voluit in letters, hetzij in cijfers, geldt, in geval van verschil, slechts ten beloope van de kleinste som.
Artikel 106
Indien de wisselbrief handteekeningen bevat van personen, die onbekwaam zijn zich door middel van eenen wisselbrief te verbinden, valsche handteekeningen, of handteekeningen van verdichte personen, of handteekeningen, welke, onverschillig om welke andere reden, de personen, die die handteekeningen hebben geplaatst of in wier naam zulks is geschied, niet kunnen verbinden, zijn de verbintenissen der andere personen, wier handteekeningen op den wisselbrief voorkomen, desniettemin geldig.
Artikel 107
Ieder, die zijne handteekening op eenen wisselbrief plaatst als vertegenwoordiger