Nederlandsche dames en heeren: Novellen. Brink Jan ten
van 't bal naar de danszaal geleid had, hen bevallig voorbijzweefde.
Zoo was het geschied, dat Jasper Jodocus zijn verhaal moest afbreken, moest opzien en, de richting van Vechters blik volgend, eene dame gewaarwerd, waarover hij juist eene uitvoerige mededeeling wilde beginnen – schoon hij zeer wel bemerkte, dat zijn toehoorder hem in 't minst niet gevolgd had.
Jasper Jodocus gevoelde eene belachelijke neiging tot blozen. In een ondeelbaar oogenblik had hij die neiging overwonnen, zijne vuurroode en wit satijnen linten uitgeplukt, zijn uurwerkketting doen rammelen en, zich in zijne volle lengte oprichtend, geantwoord:
„Die dame in 't zwart? O! dat is juffrouw Tourzel, de gouvernante van Caspar, vat je!”
„Tourzel!” – viel Vechters in – „dan is ze de zuster van mijn kunstbroeder te Rome. Dan heb ik haar wat te zeggen. Wees zoo goed mij aan haar voor te stellen, meneer Van der Comme!”
Koenraad Vechters was op de deftigste wijze aan Mlle de Tourzel voorgesteld.
Hij had te Rome zich dikwerf in gezelschap van een vroolijken, veel schertsenden en luid zingenden Franschen schilder bevonden, wiens naam Henri de Tourzel was en wiens vaderland – bij latere kennismaking – Zwitserland bleek te zijn. Ter vlucht had hij van dezen eens vernomen, dat zekere Mlle de Tourzel in Nederland gouvernante was. Bij zijn vertrek naar 't vaderland had Henri de Tourzel hem verzocht eens naar die dame om te zien, en haar te verzekeren, dat zij nog altijd de meest geliefde zuster was eens broeders, die eene onvergeeflijke luiheid in 't schrijven van brieven aan den dag legde.
Nu wandelt Koenraad, levendig sprekend, met de Zwitsersche door de danszaal. Mlle de Tourzel is zeer verheugd iets van den zorgeloozen broeder te hooren. Koenraad verhaalt veel en steeds gaat hij voort, alsof hij vreesde, dat eene pijnigende gedachte zich plotseling aan hem zal opdringen. Hij wenscht in stilte, dat Pauline van Someren moge zien, hoe kalm en opgeruimd hij met eene andere kan spreken – hij durft de vraag, door toeval verzwegen, niet uiten, daar hij liever in onzekerheid wil blijven, dan plotseling de volle waarheid te vernemen.
„En is u niet tevreden, meneer Vechters?” – vraagt onverwacht Mlle de Tourzel – „onder zoo goede omstandigheden in 't vaderland terug te komen. Hoe benijd ik u! Konde ik eens even in Zwitserland adem scheppen, hoeveel lichter zou ik dit Amsterdamsche leven dragen!”
„Ik moest het voorrecht hooger waardeeren, u heeft gelijk, mademoiselle! Maar ik ben hier een vreemdeling, evenals u zelve. Men spreekt hier eene taal, die ik niet versta; al mijne vrienden zijn verdwenen of hebben nieuwe betrekkingen aangeknoopt, waardoor zij… in mij geen belang kunnen stellen!”
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.