Eens gejaagd. Блейк Пирс
Hatcher zei nee. Toen besloot Wayles om Hatcher te elimineren.”
Kelsey pakte een foto van Wayles’ verminkte lichaam.
“Zoals jullie vast wel weten, liep dat niet zo goed af voor Agent Wayles,” zei ze.
Riley voelde een sprankje begrip. Dit was precies de schatkist aan informatie waar ze naar verlangd had. Het hielp haar om de gedachtegang van de jonge Shane Hatcher veel, veel beter te begrijpen.
Terwijl ze keek naar de foto van Hatcher en de politieagent, probeerde Riley de gedachten van de jonge man te peilen. Ze stelde zich Hatchers gedachten en gevoelens op het moment van de foto voor. Ze dacht ook terug aan iets wat Kelsey zojuist gezegd had.
“Hij had rigoureuze code, weet je, zelfs voor een bendelid.”
Riley wist aan de hand van haar eigen gesprekken met Hatcher dat dit ook vandaag de dag nog gold. En nu, kijkend naar de foto, voelde Riley Hatchers diepgewortelde walging over Wayles’ voorstel.
Het verontwaardigde hem, dacht Riley. Het voelde als een belediging.
Geen wonder dat Hatcher van Wayles zo’n gruwelijk voorbeeld maakte. Volgens Hatchers gestoorde code, was dat het morele ding om te doen.
Bladerend door meer foto’s vond Riley een arrestatiefoto van een ander bendelid.
“Wie is dit?” vroeg Riley.
“Smokey Moran,” zei Kelsey. “Hij was Shane the Chains meest betrouwbare rechterhand. Totdat ik hem oppakte voor drugshandel. Hij zou lang naar de gevangenis moeten, dus het was niet moeilijk om hem te laten getuigen tegen Hatcher in ruil voor strafvermindering. Dat is hoe ik Hatcher eindelijk te pakken kreeg.”
Riley’s nekharen gingen overeind staan bij het aanraken van de foto.
“Wat is er gebeurd met Moran?” vroeg ze.
Kelsey schudde haar hoofd in afkeuring.
“Hij is nog steeds op vrije voet,” zei ze. “Ik wou vaak dat ik die deal nooit gesloten had. Hij heeft al jarenlang de leiding over allerlei bende-activiteiten. De jongere bendeleden kijken tegen hem op en bewonderen hem. Hij is slim en ongrijpbaar. Het is de plaatselijke politie en de FBI nooit gelukt om hem voor het gerecht te brengen.”
Riley’s nekharen schoten nog verder overeind. Riley bevond zich in Hatchers hoofd, tientallen jaren lang piekerend over Morans verraad. In Hatchers morele universum, verdiende zo’n man het niet om te leven. En het was al lang tijd voor rechtvaardigheid geweest.
“Heb je zijn huidige adres?” vroeg Riley aan Kelsey.
“Nee, maar dat hebben ze wel op het FBI-kantoor. Hoezo?”
Riley ademde diep in.
“Omdat Shane onderweg daarheen is om hem te vermoorden,”
HOOFDSTUK ZEVEN
Riley wist dat Smokey Moran in groot gevaar verkeerde. Maar in alle eerlijkheid voelde Riley niet echt medelijden met de wrede beroepsschurk.
Shane Hatcher was wat er echt toe deed.
Het was haar opdracht om Hatcher terug achter de tralies te stoppen. Als ze hem te pakken kregen voordat hij Moran had vermoord voor zijn verraad, dan was dat prima. Zij en Bill zouden naar Morans adres rijden zonder hem van tevoren te waarschuwen. Ze zouden de plaatselijke politie bellen om versterking naar de locatie te sturen.
Het was ongeveer een half uur rijden van Kelsey Sprigge’s huis in een middenstandsbuurt van Searcy naar de veel ruigere bendewijken van Syracuse. De lucht was bewolkt, maar er viel geen sneeuw en het verkeer reed normaal over de goed geruimde wegen.
Terwijl Bill reed, raadpleegde Riley de FBI-database en verrichte snel wat onderzoek op haar telefoon. Ze zag dat de plaatselijke situatie met de bendes erg ernstig was. Sinds begin jaren tachtig waren in dit gebied bendes gevormd en gehergroepeerd. In de tijd van Shane the Chain waren dit vooral plaatselijke leden geweest. Sinds die tijd waren er nationale bendes naar het gebied gekomen. Ze hadden een hoge mate van gewelddadigheid met zich meegenomen.
De drugs en hun winsten die verantwoordelijk waren voor de aanwakkering van dit geweld waren vreemder en veel gevaarlijker geworden. Er waren nu onder andere sigaretten die geweekt waren in balsemvloeistof en kristallen die paranoia induceerden en “badzouten” genoemd werden. Wat voor nog dodelijkere middelen zouden er als volgende opduiken?
Terwijl Bill parkeerde voor het vervallen flatgebouw waar Moran woonde, zag Riley twee mannen in FBI-jacks uit een andere auto stappen. Het waren Agenten McGill en Newton, die hen ook op het vliegveld hadden ontmoet. Aan hun grove omvang kon ze zien dat ze onder de jacks kogelvrije vesten aanhadden. Ze droegen allebei een sluipschuttersgeweer van Remington.
“Moran woont op de derde verdieping,” zei Riley.
Toen de groep agenten door de voordeur het gebouw binnengingen, kwamen ze enkele bendetypes tegen in de koude en armzalige hal. Ze stonden daar gewoon met hun handen in de zakken van hun sweaters en leken maar weinig aandacht te besteden aan het gewapende team.
Morans bodyguards?
Ze dacht niet dat ze haar kleine leger van agenten zouden stoppen, maar ze zouden misschien wel aan Moran doorgeven dat iemand onderweg naar boven was.
McGill en Newton leken de jonge jongens te kennen. Ze fouilleerden hen vluchtig.
“We zijn hier voor Smokey Moran,” zei Riley.
Geen van de jonge mannen zei een woord. Ze staarden gewoonweg naar de agenten met vreemde, lege gezichtsuitdrukkingen. Riley vond het maar raar gedrag.
“Naar buiten,” ze Newton, en de jongens knikten gehoorzamend en gingen de voordeur uit.
Met Riley voorop renden de agenten de drie trappen omhoog. De plaatselijke agenten gingen voor en checkten iedere gang zorgvuldig. Op de derde verdieping stopten ze voor Morans appartement.
Riley klopte hard op de deur. Toen niemand opendeed, riep ze:
“Smokey Moran, dit is FBI Agent Riley Paige. Mijn collega’s en ik moeten met je praten. We willen je geen kwaad doen. We zijn hier niet om je te arresteren.”
Alsnog werd er niet opengedaan.
“We denken dat je in levensgevaar verkeert,” schreeuwde Riley.
Nog steeds deed niemand open.
Riley draaide aan de deurknop. Tot haar verbazing zat de deur niet op slot en zwaaide deze open.
De agenten stapten een net onderhouden, nietszeggend appartement met amper enige inrichting binnen. Er was ook geen tv, geen elektronica en al helemaal geen computer. Riley besefte dat Moran erin slaagde om enorme invloed uit te oefenen in de criminele onderwereld met alleen rechtstreekse, face-to-face bevelen. Hij bleef onder de radar van justitie door nooit online te gaan of zelfs maar een telefoon te gebruiken.
Duidelijk een pientere gast, dacht Riley. Soms werkt de ouderwetse manier het beste.
Maar hij was nergens te zien. De twee plaatselijke agenten keken snel alle kamers en kasten na. Er was niemand in het appartement.
Ze gingen met zijn allen weer de trap af naar beneden. Toen ze bij de hal aankwamen, hieven McGill en Newton hun geweren, klaar om in actie te komen. De jonge bendeleden stonden op ze te wachten onderaan de trap.
Riley bestudeerde ze. Ze realiseerde zich dat ze duidelijk het bevel hadden gekregen om Riley en haar collega’s het lege appartement te laten doorzoeken. Het leek er nu op dat ze iets te zeggen hadden.
“Smokey zei dat hij dacht dat jullie zouden komen,” zei een van de bendeleden.
“Hij zei dat we jullie een bericht moesten doorgeven,” zei een ander.
“Hij zei dat jullie naar hem moesten zoeken bij het oude Bushnell-warenhuis aan Dolliver Street,” zei een derde.
Toen, zonder nog een woord te zeggen, stapten