Bijna Verloren. Блейк Пирс
en applaus daverden over het plein. En Cassie jubelde inwendig toen beide kinderen haar een high-five gaven.
‘Wat nou jammer dat u niet gewed heeft, edele dame. Dan was u nu rijker geweest. Maar ja, het is waar: als de liefde jou uitverkoren heeft, heb je helemaal geen geld nodig!’
Cassie voelde dat ze een kleur kreeg. Was dat maar waar, dacht ze.
‘Bij wijze van herinneringsgeschenk krijgt u de speelkaart zelf van me.’
Hij deed de hartenvrouw in een papieren zakje en verzegelde het met een sticker, alvorens hij het haar overhandigde. Ze nam het met een dankbaar knikje in ontvangst en stak het in haar tas.
‘Ik vraag me af wat er gebeurd zou zijn als ík die kaart aangewezen had’, mompelde Dylan toen ze verderliepen.
‘Ik weet zeker dat het dan ook de ruitenboer geweest was’, lachte Cassie.
‘Zijn handen gingen zo snel’, zei Dylan, nog steeds verbluft.
‘Ze hebben van nature al die gave’, opperde Cassie. ‘En oefening baart kunst.’
‘Ik denk het ook’, was Dylan het met haar eens.
Ze hadden onderwijl de bushalte bereikt.
‘Het is ook fopperij. Alleen weet ik niet hoe dat werkt met vier kaarten zo dicht bij elkaar. Maar… het werkt.’
‘Oké, laten we oefenen’, stelde Madison voor. ‘Probeer me eens te foppen, Cassie.’
‘Doe ik. Maar daar komt de bus al aan. Laten we eerst aan boord gaan.’
Het meisje draaide zich om en keek reikhalzend. En terwijl ze dat deed, haalde Cassie pardoes de suikerappel uit Madisons jaszak.
‘Hela! Wat deed jij daar? Ik voelde wat. En er komt helemaal geen bus.’
Madison zag dat Dylan bijna stikte van het lachen, dacht heel even over het gebeurde na en moest toen zelf ook lachen.
‘Daar heb je me!’
‘Het is niet altijd zo gemakkelijk. Ik had gewoon mazzel.’
‘Daar is de bus, Madison’, zei Dylan.
‘Ja, daag, ik ga niet kijken. Je fopt me niet nog een keer. Echt niet!’
Ze proestte nog van de lach en sloeg eigenwijs haar armen over elkaar.
‘Dan blijf je hier maar staan’, grinnikte Dylan toen de strak gelijnde bus bij de halte stopte.
Tijdens de korte busrit deden ze alle drie hun uiterste best om elkaar voor het lapje te houden. Tegen de tijd dat ze de halte bereikten waar ze eruit moesten, had Cassie buikpijn van het lachen. En ze liep bijna over van trots, dat het zo’n geslaagde dag was geworden.
Bij het opendoen van de voordeur zoemde haar mobiele telefoon. Het was een sms van Ryan. Hij kondigde aan dat hij pizza’s zou meebrengen en vroeg of er iets was wat ze beslist niet lustte.
‘Ik vind alles lekker’, wilde ze antwoorden, toen ze zich net op tijd realiseerde dat die tekst op meer dan één manier uitgelegd kon worden. Met een kop als een boei haalde ze hem gauw weer weg
‘Ik lust elke pizza wel’, sms´te ze.
Een minuut later zoemde de telefoon opnieuw en ze keek gauw, benieuwd naar Ryans volgende bericht. Maar deze sms kwam niet van hem. Het was Renée, een vriendin van school.
‘Hoi, Cassie, iemand vroeg naar jou vanochtend. Een vrouw. Ze belde vanuit Frankrijk. Ze zocht je, maar wilde niet zeggen waarvoor. Mag ik haar jouw nummer geven?’
Cassie herlas het bericht en plots voelde dit dorp beduidend minder afgelegen en veilig. Met het strafproces in Parijs tegen haar ex-werkgever uitgesteld en diens advocatenteam naarstig op zoek naar aanvullende getuigen kreeg ze het benauwde gevoel dat het net zich rond haar sloot.
HOOFDSTUK ZEVEN
Terwijl ze de kinderen in bad deed en in hun pyjama’s hees – of liever, hen daarbij hielp – kon Cassie het beangstigende bericht niet uit haar hoofd zetten. Ze hield zichzelf voor, dat indien het advocatenteam van Pierre Dubois haar zocht, ze haar direct hadden kunnen bellen, en niet eerst een voormalige schoolvriendin hadden hoeven opsporen. Dat liet echter onverlet, dat er iemand naar haar op zoek was. Ze wilde zo snel mogelijk weten wie. Nadat ze de badkamer opgeruimd had, tekstte ze Renée terug.
‘Heb je het nummer van die Franse dame? Heeft ze haar naam genoemd?’
Ze liet haar telefoon achter op haar kamer en ging Madison helpen om de tafel te dekken en alle liflafjes uit de kast te halen die bij een pizzamaaltijd kwamen kijken; zout en peper, tabasco, knoflookpoeder, mayonaise.
‘Dylan is gek op mayo,’ legde Maddie uit, ‘wat ik ontzettend smerig vind.’
‘Ik ook’, bekende Cassie haar.
En ze voelde haar hart een sprongetje maken, toen ze iemand bij de voordeur hoorde. Madison rende de keuken uit, met Cassie op de hielen.
‘Pizzakoerier!’ riep Ryan, toen hij Madison de dozen overhandigde. ‘Fijn om thuis te zijn. Het begint behoorlijk frisjes te worden daarbuiten, en donker.’
Bij het zien van Cassie verscheen weer die verleidelijke lach op zijn gezicht.
‘Hé, Cassie! Je ziet er ravissant uit. Ik zie dat je een beetje kleur op je wangen gekregen hebt van de gezonde zeelucht. Ik kan haast niet wachten met te horen hoe jullie het gehad hebben.’
Cassie antwoordde met een dankbare lach, blij dat hij dacht dat haar blozende gezicht veroorzaakt was door de frisse buitenlucht vandaag, en niet doordat ze zich opgewonden voelde, en ook een beetje bleu, op het moment dat hij door de deur kwam. Ze besloot dat het een goede zaak zou zijn als die bevlieging van haar weer snel zou overwaaien. Een paar minuten later sloot Ryan zich bij het gezelschap in de keuken aan. Cassie zag dat hij een papieren zak bij zich had.
‘Ik heb voor iedereen een cadeautje bij me’, kondigde hij aan.
‘Wat heb je voor mij meegebracht?’ vroeg Madison meteen.
‘Geduld, lieve schat. Laten we eerst gaan zitten.’
Toen iedereen rond de tafel geschoven was, maakte hij de zak open.
‘Dit is voor jou, Maddie.’
Het was een getailleerd zwart topje met een leuze die ondersteboven stond.
Dit is mijn… HANDSTANDSHIRT luidde de leus.
‘Dat is gaaf’, riep Madison. ‘Ik kan bijna niet wachten om het te dragen bij gym.’
Ze glom van oor tot oor toen ze zag hoe de zilveren letters het licht weerkaatsten.
‘En dit is voor jou, Dylan.’
Dylans cadeautje was een neongele wielertrui.
‘Cool, pap. Bedankt.’
‘Ik hoop dat je daarmee gezien kan worden, letterlijk, nu het ’s morgens langer donker blijft. En voor jou, Cassie, heb ik deze gekocht.’
Tot Cassies verbazing haalde Ryan een paar elegante handschoenen uit de zak tevoorschijn. Haar ogen werden zo groot als schoteltjes, want het waren precies dezelfde die ze aangepast had, eerder op de dag tijdens hun uitstapje.
‘Oh, wat mooi! En ze gaan goed van pas komen.’
Tot haar schrik voelde ze de bevlieging, waarvan ze gehoopt had dat ze zou overwaaien, flink aanhalen tot een bestendige bries. Ze zag zichzelf voor haar geestesoog al buiten zitten, terwijl ze gehandschoend naast hem zat te nippen aan een wijntje.
‘Ik hoop dat ze passen’, zei Ryan. ‘Toen ik ze net kocht, heb ik ontzettend mijn best gedaan om me jouw handen voor de geest te halen.’
De adem stokte haar in de keel toen ze besefte dat hij mogelijk hetzelfde voelde als zij.
‘En,’ vroeg Ryan, ‘hebben jullie je vandaag een beetje vermaakt?’
‘We hebben zoveel lol gehad! Er was een goochelaar in het dorp die me een sneeuwpop gaf. En hij heeft Dylan gefopt voor vijf pond. En toen wees Cassie, waar de juiste