Late oogst. André Haakmat
n>
COLOFON
Alle rechten op verspreiding, met inbegrip van film, broadcast, fotomechanische weergave, geluidsopnames, electronische gegevensdragers, uittreksels & reproductie, zijn voorbehouden.
© 2021 novum publishing
ISBN drukuitgave: 978-3-99107-383-3
ISBN e-book: 978-3-99107-384-0
Lectoraat: Ine van Gerwe
Vormgeving omslag: Artof Sha,
Robyn Mackenzie | Dreamstime.com; André Haakmat
Omslagfoto, lay-out & zetting:
novum publishing
Foto’s binnendeel: André Haakmat
2 EEN MAATSTAF VOOR POLITIEK/
MAATSCHAPPELIJKE ANALYSE
Het spreekt voor mij vanzelf dat wie zich aanmatigt gedragingen van anderen te beoordelen, moet aangeven welke maatstaven hij daarbij hanteert.
Ik heb mij steeds eraan geërgerd dat politici beloften doen aan het volk, vooral in verkiezingstijd, zonder concreet aan te geven hoe zij die beloften zullen realiseren. Concreet gezegd: wordt het volk een realistisch programma aangeboden of wordt er volksmisleiding, opzettelijk (bijvoorbeeld met het oog op het behalen van een bepaald verkiezingsresultaat) of niet opzettelijk (men is in gemoede van mening die nagestreefde doelstelling binnen de gegeven regeringsperiode te kunnen realiseren), gepleegd.
Voor het vinden van een goede maatstaf ben ik te rade gegaan bij verschillende politieke analisten. Alhoewel ik zijn maatschappijvisie niet deel (hij is een verstokte liberaal in hart en nieren!) kan ik mij wel vinden in de instrumenten die mr. drs. Frits Bolkenstein bij zijn politiek-maatschappelijke analyse hanteert. Waarom Frits Bolkenstein? Hij is een man met een grote belezenheid, heeft diverse studies (onder andere wiskunde, filosofie, Grieks & Latijn, economie en rechten) met het behalen van graden afgerond, torst een zeer ruime, maatschappelijke ervaring in binnen- en buitenland met zich mee, is bekend met het praktische politieke ambacht en heeft via zijn indo-moeder ook andere dan de Nederlandse cultuur tot zich genomen. Hij is zowel in Leiden als aan de TU Delft professor met als leerstoel Politieke en intellectuele grondslagen van ontwikkelingen geweest. Een van zijn meest recente boeken draagt de titel De Twee Lampen van de Staatsman (uig. Prometheus, 2006). Let wel: hij heeft het over de staatsman, niet over de politicus.
Over welke twee lampen heeft Bolkenstein het? In de eigen woorden van Bolkenstein: “Slechts twee lampen verlichten het pad van de staatsman: de geschiedenis en de rede… Van het verleden kan de staatsman voorbeelden halen van wat goed is gegaan en wat niet, en met de rede maakt hij die voorbeelden productief in het oplossen van de problemen die hij op zijn weg vindt…”
Dat de geschiedenis er alleen maar is om er uit te putten wat goed en wat slecht is, is volgens mij een te simpele benadering van de geschiedenis. Want het maken van een keuze uit de grabbelton van de geschiedenis veronderstelt immers dat wij al over een maatstaf beschikken om te kunnen beoordelen of iets goed of slecht is. Wat de rede, ratio, betreft, ben ik het met Bolkestein volledig eens dat bij het bedrijven van politiek – alhoewel emoties meespelen! – de rede uiteindelijk doorslaggevend moet zijn bij het maken van keuzes en bij het nemen van beslissingen.
Terugkomend op de kwestie van de rol die de ‘lamp geschiedenis’ moet spelen voor de staatsman voel ik mij meer thuis bij de visie van de – inmiddels ter ziele gegane – neomarxistische Frankfurter Schule. Iedere samenleving, zo luidt die visie, is gevormd door bepaalde gebeurtenissen die in een bepaalde periode in die samenleving hebben plaatsgevonden. Die omstandigheden en gebeurtenissen worden bepaald door de maatschappelijke productiewijze in die samenleving. Iedere samenleving wordt gekenmerkt door de historisch specifieke situatie (hss) van die samenleving. Wie veranderingen wil aanbrengen in een samenleving moet zich hiervan terdege bewust zijn. Die historisch specifieke situatie van een bepaalde samenleving is als het ware de polsstok die bepaalt hoever men kan springen. Dus: welke veranderingen men kan aanbrengen, binnen welke tijd, in welk tempo en welke offers daarbij ingecalculeerd moeten worden.
Ik wil het zo formuleren: de historisch specifieke situatie van de samenleving kan men vergelijken met het DNA van die samenleving. Het historisch DNA-profiel vervult precies dezelfde functie als het DNA bij een mens. Wat we daarvan bij de mens weten, is dat het zich heeft gevormd in een eeuwenlange geschiedenis, gedurende geruime tijd onveranderlijk is en dat geen persoon duurzaam in afwijking van zijn DNA-profiel te veranderen is. Is men voor een dubbeltje geboren dan kan men natuurlijk wel een kwartje worden. Uitgesloten is het niet, maar het vereist wel, naast veel persoonlijke inspanning, een reeks emancipatie-bevorderende sociale maatregelen! Zoals het slopen van schotten die de weg omhoog op de maatschappelijke ladder blokkeren of frustreren.
Keren we terug naar onze politieke analyse. De analyse tot dusver stelt ons in staat een scherp onderscheid te maken tussen een politicus en een staatsman. lk zie dat als volgt: van die twee lampen van Bolkestein heeft de politicus er eigenlijk geen nodig. Noch de geschiedenis noch de ratio bepalen zijn gedrag. Als een van die twee toch een geringe rol speelt dan is het meestal de geschiedenis. Deze is dan doorgaans slecht begrepen, wordt selectief gebruikt, wordt hier en daar zelf vervalst, soms uitvergroot dan weer gebagatelliseerd, enz. Iedereen zal hierin de demagoog-politicus, de populist-politicus herkennen. Het tweede type politicus spot met alle wetten van de rede en van de logica. Niet zelden is het zo dat beide typen politici in één en dezelfde persoon verenigd zijn. Beide typen grossieren in het doen van loze beloften (= beloften die geheel los staan van de historisch specifieke situatie van de samenleving waarin zij opereren).
Hoe geheel anders is de staatsman. Hij maakt eerst een grondige analyse van de historisch specifieke situatie van de samenleving (zoals een arts het DNA van een patiënt vaststelt) zodat hij weet welke realiseerbare doelen hij zich kan stellen, binnen welke termijn die doelen te realiseren zijn en of ze überhaupt wel te realiseren zijn!. Hij deelt dit alles eerlijk aan zijn volk mede, ongeacht het feit of hij zich met die mededeling populair maakt of niet. Hij, de staatsman, jaagt geen illusies na en wekt ook geen valse verwachtingen. Via rationele overwegingen stelt hij de prioriteiten van zijn doelen vast en hij raadpleegt waar nodig deskundigen – ongeacht of het zijn vrienden zijn of niet, ongeacht ook of zij tot zijn politieke richting behoren of niet, ook ongeacht of zij zijn zienswijzen delen of niet. Slechts het landsbelang heeft hij namelijk voor ogen.
De demagoog-politicus beseft dat de geschiedenis eens ook over hem zal oordelen en daarom zal hij bijwijlen proberen de ‘staatsman uit te hangen’. Je hoort hem dan veelvuldig beweren dat hij slechts ‘handelt in landsbelang’, maar de wijze waarop hij dat doet verraadt dat slechts persoonlijk belang zijn drijfveer is. Ook de veelvuldigheid van die bewering (“Ik handel slechts in landsbelang!”) onderscheidt de demagoog-politicus van de staatsman. Hij, de staatsman, is eigenlijk in het geheel niet geïnteresseerd in hoe de geschiedenis over hem zal oordelen! Immers hij weet en put zekerheid uit het feit dat wat hij doet goed is voor het land. En het oordeel daarover laat hij met een gerust geweten over aan het nageslacht, de geschiedenis dus.
Het bovenstaande zal ik aan de hand van een voorbeeld verduidelijken.
In een reeks van eeuwen heeft de Nederlandse samenleving zich ontwikkeld tot een samenleving met als enige bindmiddel de strijd tegen het water. Alleen dit element verbindt het Nederlandse volk. Voor de rest is het een samenleving die bestaat uit een verscheidenheid aan aan elkaar niet-complementaire groepen. Deze niet-complementariteit heeft in het verleden geleid tot heftige tegenstellingen en gevechten. Aanvankelijk was de niet-complementariteit religieus van aard (katholieken contra de protestanten), vervolgens de verschillende groepen van zeer diverse afkomst als daar zijn: Germanen, Saksen, Franken, Friezen. Zij verenigden zich in provincies en enkele van die provincies verenigden zich later in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Uit dit alles is het latere Koninkrijk der Nederlanden ontstaan nadat het eerst deel heeft uitgemaakt van de Franse napoleontische