Gezondheid uit de apotheek van God. Maria Treben

Gezondheid uit de apotheek van God - Maria Treben


Скачать книгу
Vier handen vol kruiden (of 100 gr.) voor een zitbad.

      WASSINGEN: Per halve liter water een overvolle theelepel kruiden.

      TINCTUUR: Een handvol bloemen laat men 14 dagen in 1 liter echte brandewijn, in de zon of bij circa 20° warmte trekken.

      GOUDSBLOEMZALF: Vier handen vol bladeren, stengels en bloemen van goudsbloemen worden fijngesneden, 500 gr. darmvet van een natuurlijk gevoed varken, worden verhit alsof men iets wil bakken.

      Daar doet men de goudsbloemen bij en laat alles even sudderen, roert het goed door elkaar en neemt het van het vuur. Dan laat men alles ruim een dag afgedekt staan. De volgende dag een beetje opwarmen, door een linnen doek filteren en in schone glazen of potten doen.

      VERS SAP: Bladeren, stengels en bloemen worden gewassen en in vochtige toestand in de vruchtenpers gedaan.

      Stinkende Gouwe

       (Chelidonium majus)

      Deze plant, die in de volksmond ook wel wrattenkruid wordt genoemd, stond reeds in vroegere tijden in hoog aanzien. In Italië wordt ze zelfs »caeli donum« (wat »hemelse gave« betekent) genoemd. Dit kruid wordt vandaag de dag als een giftig onkruid beschouwd. De afkeer die in onze tijd tegenover de hoogwaardige geneeskruiden bestaat kan ik aldus verklaren: bij de opkomst van de geneesmiddelenindustrie heeft men onze geneeskruiden dusdanig verdoemd, dat de mensen ervan afzagen ze nog verder te gebruiken en aldus werden de chemische geneesmiddelen aan de mensen opgedrongen.

      Stinkende gouwe die met haar vertakte stengel van 30 tot 80 cm. hoog wordt, bloeit van mei af heel de zomer door, tot ver in de herfst. Haar bladeren zijn gezaagd en lijken op ‘n eikenblad. Uit de stengel en de wortelen vloeit dik oranjegeel vocht. Zij groeit aan de zuidkant van bossen, muren, hagen en op stortplaatsen. De zomer mag nog zo droog zijn en de zuidkant van de bossen nog zo dor, toch vloeit het dikke oranjegeel vocht nog overvloedig uit de gebroken stengel of wortel. Maar ook in de winter is er nog stinkende gouwe te vinden, al ligt de sneeuw nog zo dik.

      Deze plant werkt bloedzuiverend en vormt nieuw bloed. Ik zou ze samen met brandnetel en de scheuten van de vlier tegen leukemie gebruiken. Men moet dan echter tenminste twee liter thee dagelijks van dit mengsel drinken, om goede resultaten te kunnen bereiken.

      Stinkende gouwe is het beste geneesmiddel tegen leverziektes, in het bijzonder als men het als sap gebruikt. Men wast de stinkende gouwe en perst er, in vochtige toestand, het sap uit in de vruchtenpers. Dat sap drinkt men, verdund met dubbel zoveel lauwwarm water, de hele dag door, in teugjes. Omdat het bloed- en leverzuiverend werkt, bevordert het ook de spijsvertering zeer goed. Bij gal-, nier- en leverziektes wordt dit kruid ook met goed gevolg gebruikt. In wijn aangezet (30 gr. kruid, wortel inbegrepen, 1 tot 2 uur in een halve liter witte wijn laten trekken) helpt het veel vlug tegen geelzucht. Men kan het ten zeerste bij aambeien (waarbij een branderig gevoel aan de anus ontstaat) bij stekende en vlijmende pijn bij het urineren en als middel tegen het oorsuizen aanbevelen. In al deze gevallen kan men van het sap, verdund met lauwwarm water, of van thee van dit kruid, dat men niet kookt, maar alleen maar met heet water overgiet, twee tot drie kopjes per dag, in teugjes drinken. Uitwendig wordt het gebruikt tegen kwaadaardige huiduitslag, eksterogen, wratten en ongeneeslijke korsten. Grijze staar en hoornvlies-ontsteking verdwijnen langzaam maar zeker. Zelfs bij netvliesbloeding of bij het losraken van het netvlies kan dit sap helpen. Men neemt een blad stinkende gouwe, wast het en wrijft de zachte stengel fijn tussen de natte duim en wijsvinger en met de wijsvinger strijkt men het vocht tot in de hoeken op de gesloten ogen. Alhoewel het niet in het oog gestreken wordt, dringt dit vocht toch tot de ogen door. Het is goed tegen grijze staar, en zwakziende ogen en is een voorbehoedsmiddel bij gezonde ogen tegen eventuele overspannen of ook overbelaste ogen. Ik zelf voel dat het mij, als ik dikwijls tot laat in de nacht de binnengekomen post doorneem, goed doet. Als ik dan oververmoeid ben, haal ik een blad uit de tuin en strijk op bovengenoemde wijze het vocht tot in de hoeken van mijn ogen. Ik heb dan telkens het weldadige gevoel, alsof men een sluier van mijn ogen wegneemt. De homeopathie heeft ook een tinctuur van stinkende gouwe, waarvan men, tegen de genoemde kwalen, 10 tot 15 druppels in wat water nemen moet.

      Enige jaren geleden werd me verteld van een boerin, die aan haar onderste ooglid een zweer van een vingerhoed grootte had. De oogarts kreeg argwaan, toen ze hem om een bril vroeg, ze bleek de zweer reeds zeven of acht jaar te hebben. Hij liet er een stukje van onderzoeken en het bleek tot grote schrik van iedereen huidkanker te zijn. Omdat ikzelf dat gezin kende kon ik haar op de geneeskracht van stinkende gouwe wijzen. Het was toen februari en nogal mild winterweer. (Stinkende gouwe overwintert en blijft groen.) Ik zei haar de plant uit de grond te graven en dan in een bloempot om te planten, zodat zij de plant dan steeds bij de hand zou hebben. Zij moest dagelijks, vijf tot zes maal, het zieke lichaamsdeel met het oranjegele sap aanstippen. Ik maakte haar duidelijk dat het geen gevaar voor het oog zou zijn, bovendien zei ik haar, dat ze zoals de arts het wilde een keer per maand naar Linz moest gaan om daar het oog met röntgenstralen te laten bestralen, hoewel deze stralen de kankerachtige gezwellen niet wegnemen, maar wel de gezonde huid en zelfs ook nog het been kunnen beschadigen. Net voor de kerstdagen beleefde ik het grote geluk, dat het gezwel verdwenen was. De vrouw viel me meteen bij de voordeur al om mijn hals van vreugde. De oogspecialist, waar ze vroeger kwam, had haar verbaasd gevraagd wat ze toch ondernomen had. Haar antwoord was: »Een keer per maand röntgenstralen in Linz«, hij zei toen: »Als de röntgenstralen het gezwel hebben doen verdwijnen, dan is dat een wonder.« Ze vertelde me toen ook nog, dat ze het zeker psychisch niet had kunnen volhouden om al die, tot op het been weggevreten gezichten van de andere patiënten te zien, die ook allemaal voor de röntgenstralingen kwamen. Nu wil ik u allen iets vragen: help uw medemensen toch ook in zulke gevallen, help ze aldoende een zulk vreselijk einde te besparen. In onze wereld die inmiddels zo vergiftigd en vervuild is, vermeerderen zich gevallen, dat uit rode plotseling opgekomen wratten huidkanker ontstaat.

      Haren in het gezicht en sterk behaarde armen en benen bij vrouwen, betekent dat de nieren niet goed werken. De zieke lichaamsdelen worden met sap, in de vruchtenpers gewonnen, van stinkende gouwe ingewreven. (Dit sap blijft een half jaar goed in de koelkast.) Men laat het enkele uren inwerken en wast het dan met zachte zeep af. Daarna behandelt men de droge huid met goudsbloemzalf, kamille- of St.-Jansolie. (Zie: Gebruiksaanwijzing.) Bovendien moet men ook een brandneteltheekuur doen en wel met zeker 3 tot 4 koppen per dag, en ook zitbaden nemen met paardenstaart (heermoes), dit om de nieren beter te laten doorbloeden. (Zie ook onder paardenstaart.)

      Een van mijn kennissen, die in de omgeving van Mainz woont, gebruikte tijdens zijn wandelingen het sap van de stinkende gouwe, zoals boven aangegeven is. Zijn hond, een al oude wolfshond, was zijn trouwe begeleider. Voor de grap had hij de hond een keer het sap op de oogleden gedaan, hetgeen de hond blijkbaar zeer goed beviel want elke keer als zijn baasje het sap dronk, begon de hond te bedelen totdat zijn oogleden weer met dat sap werden ingewreven.

      In een pastorie in Opper-Oostenrijk hield ik eens een lezing en kwam daar in contact met de koster die brildrager was. Toen ik later in februari weer in die pastorie kwam, droeg hij geen bril meer. Hij vertelde mij zelf dat hij sinds november mijn raad, stinkende gouwe te gebruiken, gevolgd had. Bovendien zag hij nu beter dan vroeger mét bril. Hij had de bladeren van de stinkende gouwe van onder de sneeuw moeten uitgraven. Ik vertel u dit verhaal om aan te tonen dat bepaalde geneeskruiden zelfs in de winter als het lijkt of alles dood is, nog fris gevonden kunnen worden.

       GEBRUIKSAANWIJZING

      THEE: 1 afgestreken theelepel


Скачать книгу