Karolingsche Verhalen. Alberdingk Thijm Josephus Albertus

Karolingsche Verhalen - Alberdingk Thijm Josephus Albertus


Скачать книгу
in deze zaak geen recht." Als zij dit hoorden trokken zij af, en lagen waar zij konden.

      Reinout en zijn broeders sliepen met vrijer herte tot de morgen heerlijk aanbrak. Toen stonden zij op en kleedden hen; en als zij gekleed waren, gingen zij tot 's Konings zale, en de Koning kwam hun te gemoet met menig Edelman, en wilde gaan tot zijn zone Lodewijk.

      De Koning was omgeven van dertig Bisschoppen, zes gekroonde Koningen, en twaalf Hertogen; hij ging tot Lodewijk; en Haymijns kinderen voegden zich bij hen.

      Toen Koning Carel tot Lodewijks slaapkamer kwam, zeide hij: "Zone, staat op, 't is tijd, want u zal heden groote eere geschieden!" Met-een richtte zich Lodewijk op, en zeide: "Zijt welkom, Heer vader! en gij Heeren al-te-gaêr." En Koning Carel zeide tot zijn zoon, met een bleek gelaat: "Zone! ik zal u nog heden mijn kroone geven, en maken u Heer over heel Christenrijk." Lodewijk sprak: "Heer vader! het zij ter goeder tijd!"

      De Grave Haymijn hielp Lodewijk kleeden, en Tulpijn, de Aartsbisschop, insgelijks; daarenboven bediende hem menig edele man, want twee Koningen regen hem zijne mouwen vast.

      Koning Carel droeg Grave Haymijn op, dat hij zijn Kinderen vraagde, of zij eenig ambt bedienen wilde, elk naar zijn vermogen ofte verlangen, opdat zij daarvoor dank en eere bewezen den Koning zeer hooglijk. Toen heette Carel, dat men Reinout maakte Bottelier, en Adelaert – Drossaart, Ritsaert, dat hij den Koning diende, Witsaert de Bisschoppen.

      Als de te kroonen Koning Lodewijk gereed was, leidde men hem in de kerke, Witsaert ging voor hem, met Adelaert, als Markgraven25, opdat hem niemant en mochte genaken; bezijden ging Reinout, die was een voet langer dan Lodewijk, Ritsaert ging achter hem; aldus leidde men Lodewijk ter kerke.

      Deze Vier Gebroeders droegen een groen zijden hemd, dien men Lodewijk boven zijn hoofd hield, opdat hem de wind niet en deerde.

      Als Lodewijk in de kerke kwam, leidde men hem in 'et choor, dat cierlijk getooid was; de Koning ging bij hem, en de Heeren gingen alle staan naar hun waerde. Haymijn stond daar met zijne Kinderen bij Koning Carel.

      Men vind beschreven in de Chronijk van Vrankrijk, dat niemant gerechte Koning van Frankrijk mag worden, of hij moet een echt kind zijn, en men mag misse zingen over zijn lichaam, en het wijden ter eere Gods.

      Ook moet men hebben, tot eene zalige krooninge, balsem, kaerse, en vuur: want ontbrak dit, men mocht hem geen Koning maken. Lodewijk werd geleid van Ste Mariaas autaar; Bisschop Tulpijn zong de Misse, en de Patriarch van Jerusalem diende als Diaken ter misse.

      Als 't zoo verre kwam, dat men offeren zoude, offerde Lodewijk een bezant26 van goude, ter eere Gods; toen offerde Reinout twee bezanten; toen dacht Lodewijk in zich-zelven, dat zijn gift te klein was, en offerde twee bezanten; toen offerde Reinout er drie.

      Als dit Haymijn zag, zeide hij tot zijne zone: "Ter goeder tijd werd gij geboren; ik wenschte dat ik mijn goed verkocht hadde in bezanten, en hier gebracht, en dat gij ze offeren kost!" Toen zag Lodewijk op den autaar; daar kwam geen balsem noch kaerse voor hem; toen bad Carel met vuriger herte, dat zijn zone hebben zoude wat een Koning toebehoort. En ziet, de schijne van twee Duiven bracht daar balsem, kaers en vuur.

      Toen deed men hem groote eer en hulde, en men consacreerde op zijn lichaam; en als de Misse zoo verre was, dat men 'Pater noster' zong, bracht men een kostelijke kroone; daar stonden drie robijnen aan, groot en schoon van stuk, en ontallijke andere steenen.

      Nu werd ze hem op 't hoofd gezet: en toen hij de kroone op 'et hoofd had, was hij in zich-zelven opgeblazen van hovaerdije. Hij raakte beurtelings al de Edelen aan, die daar waren, ten teeken hunner onderdanigheid. In den oogenblik, dat men hem de kroone spande, verhief zich daar speelgeluid van trompetten en bazuinen, velerlei instrumenten, zoo dat er nooit heerlijker Feeste eens Konings gezien was. Een bloot zwaerd zonder scheede werd hem op zijde gegord, tot een teeken, dat hij t' recht t' allen tijde beschermen zoude en rechtvaerdig vonnis zoû spreken.

      Als Lodewijk gekroond was, voerde men hem ten paleize: aan zijne éene zijde ging de Paus, en aan de andere zijde de Patriarch van Jerusalem, en daarna kwam Koning Carel met de twaalf Genoten van Vrankrijk, daarna groote menigte van Bisschoppen; achter deze volgde de Grave Haymijn met zijne Ridders. Een heerlijke staatsie! en iegelijk ging manierlijk en hoofsch in den sleep, tot dat men ten paleize kwam.

      Haymijns Kinderen, Reinout en zijn broeders, waren vooruit ten Hove gegaan, om hunne ambten te aanvaerden. Als Lodewijk en de Heeren ten Hove gekomen waren, ging men ter tafel zitten, naar rang en geboorte. Haymijn zat meê aan Konings Carels tafel. Zijne Kinderen waren trouw in de bediening van hun ambt: Ritsaert diende den Koning; Writsaert twee Bisschoppen; Adelaert was werkzaam in de zale; Reinout kweet zich met zoo veel ijver, dat men van zijnen dienste wist te zeggen: "dat alle ding daar overvloedig was, van spijze en drank." Na de maaltijd ging men dansen en spelen, en daar was groote vreugde: want daar waren ten Hove vele edele Jonkvrouwen, die zeer schoon en aanminnig waren. Men schonk er den wijn overvloedig in gouden en zilveren vaten. Daar waren speellieden en menigerhande spel; elk toonde zijn konste zoo hij best mochte; in goeder geneuchte was ieder der feestgenoten; zoodat niemant de tijd verdroot.

      Конец ознакомительного фрагмента.

      Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

      Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.

      Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.

      1

      Verschenen bij den uitgever C.L. v. Langenstein, Amsterdam, in 1861.

      2

      De plaats hier omschreven (… van den Donau ten Oosten af, … Gallicië en het land van Spanje…) houdt Dr. Jonckbloet voor ingeschoven.

      3

La bâte de devant qui forme hourd avec garde-cuisses verticaux. Viollet-le-Duc, Dict. du Mob., II, 372.

      4

      Beieren.

      5

      Valois.

      6

      Het 9e uur na zonsopgang.

      7

      vroom– moedig.

      8

      Lauiven– Loan, in Picar

1

Verschenen bij den uitgever C.L. v. Langenstein, Amsterdam, in 1861.

2

De plaats hier omschreven (… van den Donau ten Oosten af, … Gallicië en het land van Spanje…) houdt Dr. Jonckbloet voor ingeschoven.

3

La bâte de devant qui forme hourd avec garde-cuisses verticaux. Viollet-le-Duc, Dict. du Mob., II, 372.

4

Beieren.

5

Valois.

6

Het 9e uur na zonsopgang.

7

vroom– moedig.

8

Lauiven– Loan,


Скачать книгу

<p>25</p>

Markgrave beteekent eigenlijk een Graaf, die grensbewaker is; hier zoû het zijn – bewaker van den afstand tusschen Lodewijk en het volk.

<p>26</p>

bezant: een muntstuk.