De Geest van China. Borel Henri Jean François

De Geest van China - Borel Henri Jean François


Скачать книгу
heet Tao, het spiritueele Pad, dat alzoo is als het bewegen van de zich openbarende Godheid in het Heelal, dat Hij openbaarde.

      Met betrekking op de menschen vindt dit Eenheids-Idee óók haar uiting, in een ander karakter uit de Confucianistische filosofie, n.l. „Shoe”, ideografisch samengesteld uit „evenals”, „gelijk aan” en „hart”, dus: „gelijk aan mijn hart”.

      In de Loen Yü lezen wij: Tsz’Koeng (een van Confucius’ discipelen) vroeg eens: „Is er één woord, dat als een regel van gedrag voor ’t geheele leven kan gelden?” De Meester zeide: „Is niet Shoe zulk een woord? Wat gij niet wilt van anderen gedaan zijn, doe dat ook aan anderen niet”.

      Deze tekst, bijna eender door Jezus Christus later geuit, is karakteristiek voor Confucius’ filosofie. Dit karakter „shoe” is moeilijk te vertalen, ideografisch leest de Chinees er al in: gelijk mijn hart is het hart der menschen. Prof. Legge vertaalde het door „reciprocity”.

      We zouden het ook, in Hollandsche termen gelijkheid of broederschap kunnen noemen. Het groote principe van Confucius nu is: de eigen Sing rein houden en volmaakt doen blijven, maar ook: de Sing van anderen, van onze broeders, rein houden en volmaken, en dit laatste geschiedt door Kiao, dat èn onderricht en godsdienstleer beteekent. De Hemel, of Shang Ti, gaf ons bij onze geboorte de Sing, en is dus onze Vader. Onze medemenschen, die immers dezelfde Sing hebben als wij, zijn onze broeders. Dr. Chen Huan Chang noemt dat in westersche termen: De leer van ’t vaderschap van God en de broederschap der menschen.

      Als de zoon van Shang Ti, later beschouwd van Th’ien, Hemel, werd in latere eeuwen erkend de Keizer, wien dan ook de eerenaam Th’ien Tsz’, d.i. Zoon van den Hemel, werd gegeven. Met betrekking tot het menschelijk leven op de aarde – dus niet in hóógeren metaphysischen zin hier – werd een ander Drietal als heilig, van hooger hand vastgesteld, aangenomen, n.l. Th’ien-Ti-Jên, Hemel-Aarde-Mensch. De hooge wetten, die den Hemel, Th’ien regeeren, zijn dezelfde als die, welke de aarde, en ook de menschheid regeeren. Al die wetten, die de menschheid regeeren, en die met bepaald ceremonieel worden samengehouden en uitgevoerd, openbaren zich in wat in de Chineesche taal „Li” heet, een onvertaalbaar begrip, waar decorum nog het dichtste bij komt, mits begrepen als: door hoogere machten en wetten vastgesteld, die ook den Hemel regeeren. De vaste wetten, die het geheele planeet-stelsel zijn baan aangeven, zijn dezelfde als die de z.g. betrekkingen der menschen regelen. Men houde dit goed in ’t oog, want de geheele inrichting van den Chineeschen staat en van de Chineesche familie (die de staat in ’t klein is), werd beschouwd als een goddelijke instelling.

      Wat nu de Orde der dingen aangaat in de menschheid, het voornaamste hiervan was volgens Confucius het onderhouden der z.g. Woe Loen, d.i. Vijf Betrekkingen, n.l. die tusschen Vorst en Onderdaan, Vader en Zoon, Man en Vrouw, Ouderen Broeder en Jongeren Broeder, en Vriend en Vriend. Deze betrekkingen worden beschouwd als te zijn ingesteld door goddelijke wet, en eigenlijk als eene voortzetting in de menschheid der kosmische wetten.

      Een van de allereerste deugden van den Mensch is de Hiao, uitgedrukt, zeer treffend, door een ideografische combinatie van ’t karakter oud en ’t karakter kind, waarin ’t kind, onderaan geplaatst, het oude steunt.

      Dit Hiao wordt meestal door Filial Pity, Ouderliefde, vertaald, maar heeft een veel wijdere strekking dan algemeen geacht wordt. Hiao is n.l. niet alleen ouderlijke liefde, maar in ’t algemeen een geheele wijsbegeerte, gebaseerd op de regelende harmonieën der Natuur, op de wederzijdsche verplichtingen tusschen die bovenaan staan in de wereld en die onderaan staan, en op de kracht van het voorbeeld. De Hiao is, in ’t maatschappelijke leven der Chineezen, wat de orde der hemelsche bewegingen en de onuitputtelijke vruchtbaarheid van de aarde is ten opzichte van het zichtbare heelal.

      In de Hiao King, door een van Confucius’ discipelen gecompileerd, maar van onbekende afkomst, is alles over deze deugd te vinden. Hier volgen eenige teksten er uit, waaruit men ziet, dat het méér is dan enkel liefde voor de ouders.

      „Van de Hiao is het eerste principe om, in zuiverheid en kracht, het lichaam te behouden, dat wij van onze ouders hebben gekregen. Zijn volmaaktheid ligt in de beoefening van de deugd en in ’t verwerven van een naam, die hun herinnering eer aandoet.”

      Конец ознакомительного фрагмента.

      Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

      Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.

      Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.

      1

      Verschenen in de „Wereld-Bibliotheek”.

      2

      „Epochs of Chinese and Japanese Art”. London. W. Heinemann. 1912.

      3

      „La Philosophie de la Nature dans l’Art d’Extrême-Orient”. Paris. H. Laurens.

      4

      Het Chineesche woord „hoá” evenals ’t Japansche „kaku” beteekent dan ook zoowel teekenen als schrijven.

      5

      Uit Prof. G. von der Gabelentz: „Anfangsgründe der Chinesischen Grammatik”.

      6

      Language and Significs, by Lady Welby.

      7

      Zie zijn „Oriental Religions, and their relation to Universal Religion. China”.

      8

      In zijn „Kie Tseu Yuan Houa Tchouan” Leiden E. J. Brill.

      9

      Hans Bethge: „Die Chinesische Flöte”. Leipzig. Insel-Verlag.

      10

      Uit te spreken „Tsoeng”.

      11

      Zie bladz. 30.

/9j/4AAQSkZJRgABAQEAYABgAAD/2wBDAAQCAwMDAgQDAwMEBAQEBQkGBQUFBQsICAYJDQsNDQ0LDAwOEBQRDg8TDwwMEhgSExUWFxcXDhEZGxkWGhQWFxb/2wBDAQQEBAUFBQoG

1

Verschenen in de „Wereld-Bibliotheek”.

2

„Epochs of Chinese and Japanese Art”. London. W. Heinemann. 1912.

3

„La Philosophie de la Nature dans l’Art d’Extrême-Orient”. Paris. H. Laurens.

4

Het Chineesche woord „hoá” evenals ’t Japansche „kaku” beteekent dan ook zoowel teekenen als schrijven.

5

Uit Prof. G. von der Gabelentz: „Anfangsgründe der Chinesischen Grammatik”.

6

Language and Significs, by Lady Welby.

7

Zie zijn „Oriental Religions, and their relation to Universal Religion. China”.

8

In zijn „Kie Tseu Yuan Houa Tchouan” Leiden E. J. Brill.

9


Скачать книгу