De Gave Van Strijd . Морган Райс
HOOFDSTUK VIJFTIEN
Voor Jake Maynard.
Een echte krijger.
“You come to me with a sword, a spear, and a javelin—
but I come to you with the Name of the Lord, Master of Legions, God of the battalions.”
--David to Goliath
I Samuel, 17:45
HOOFDSTUK ÉÉN
Thorgrin stond op het heftig schommelende schip en keek voor zich uit. Vol afschuw realiseerde hij zich langzaamaan wat hij zojuist gedaan had. Hij keek geschokt naar zijn eigen hand die nog steeds het Zwaard des Doods vasthield. Toen keek hij op en zag van een paar centimeter afstand het gezicht van Reece, zijn beste vriend, die naar hem terugstaarde. Zijn ogen stonden wagenwijd van pijn en verraad open. Thor’s hand trilde hevig terwijl hij zich besefte dat hij zijn beste vriend in de borst had gestoken en zag hoe hij voor zijn ogen stierf.
Thor begreep niet wat er gebeurd was. Terwijl het schip tekeer ging, trok de stroming ze verder door de Straten van Waanzin totdat ze eindelijk aan de andere kant tevoorschijn kwamen. De stroming werd rustiger, het schip kwam weer recht te liggen en de dikke wolken verdwenen. Ze kwamen in rustiger vaarwater.
Zodra ze eruit kwamen, verdween de mist die de gedachten van Thor omhulde en hij voelde zich weer zichzelf, hij zag de wereld weer helder. Hij keek naar Reece die voor hem stond en zijn hart brak toen hij zich realiseerde dat het niet het gezicht van een vijand was, maar van zijn beste vriend. Hij besefte langzaam wat hij gedaan had, hij besefte dat hij in de greep van iets groter dan hemzelf zat. Het was een geest van gekte die hij niet onder controle had, die hem tot deze verschrikkelijke daad gedwongen had.
“NEE!” schreeuwde Thorgrin.
Thor trok de Zwaard des Doods uit de borst van zijn beste vriend. Toen hij dit deed, hijgde Reece en stortte in elkaar. Thor gooide het zwaard weg, hij wilde er nu niet eens naar kijken, en het kwam met een holle plof op het dek terecht. Thor viel op zijn knieën en ving Reece op. Hij hield hem in zijn armen, vastbesloten om hem te redden.
“Reece!” riep hij verslagen van schuld.
Thor drukte zijn handpalm tegen de wond en probeerde het bloeden te stoppen. Maar het bloed liep door zijn vingers en hij voelde hoe het leven van Reece uit hem vloeide terwijl hij hem in zijn armen hield.
Elden, Matus, Indra en Engel renden naar voren, zij waren ook eindelijk bevrijd van hun gekte en ze kwamen om hem heen staan. Thor sloot zijn ogen en bad met alles wat hij had dat zijn vriend terug zou komen, dat hij, Thor, één kans zou krijgen om zijn fout te herstellen.
Thor hoorde voetstappen en hij zag Selese aan komen rennen. Haar huid was bleker dan hij ooit had gezien, haar ogen gloeiden met een licht dat niet van deze wereld was. Ze viel voor Reece op haar knieën en nam hem in haar armen. Toen er een gloed om haar heen verscheen, liet Thor hem los. Hij herinnerde zich haar krachten als heler.
Selese keek naar Thor en haar ogen brandden krachtig.
“Alleen jij kan hem redden,” zei ze dringend. “Leg nu je hand op zijn wond!” beval ze.
Thor legde een handpalm op de borst van Reece en Selese legde haar hand bovenop die van hem. Hij kon de hitte en kracht door haar handpalm voelen lopen, door zijn hand heen, de wond van Reece in.
Ze sloot haar ogen en begon te neuriën. Thor voelde een golf van hitte in het lichaam van zijn vriend opkomen. Hij bad uit alle macht dat zijn vriend terug zou komen, dat hij vergeven zou worden voor wat voor gekte hem ook tot deze daad gedreven had.
Tot grote opluchting van Thor opende Reece langzaam zijn ogen. Hij knipperde, keek naar de lucht en ging toen langzaam zitten.
Thor keek verbaasd terwijl Reece een paar keer knipperde en naar zijn wond keek: het was helemaal geheeld. Thor was sprakeloos en overmand met ontzag voor de krachten van Selese.
“Mijn broeder!” schreeuwde Thorgrin.
Hij reikte uit en omhelsde hem. Reece was gedesoriënteerd en omhelsde hem rustig terug terwijl Thor hem overeind hielp.
“Je leeft!” riep Thor uit. Hij durfde het nauwelijks