Ridder, Erfgenaam, Prins . Морган Райс
door en draaide toen weg, zijn zwaard uitgestrekt om de anderen op afstand te houden.
Ze kwamen nu snel op hem af, alsof ze wisten dat geen van hen Thanos één op één kon verslaan. Thanos maakte plaats en zette zijn rug tegen de muur van het dichtstbijzijnde huis zodat zijn tegenstanders hem niet konden omsingelen. Er waren nu drie mannen bij hem in de buurt, één met een bijl, één met een kort zwaard, en één met een gebogen zwaard, zoals een sikkel.
Thanos hield zijn eigen zwaard dicht bij zijn lichaam en hield de mannen nauwlettend in de gaten. Hij wilde geen van de soldaten de kans geven om zijn zwaard lang genoeg te verstrikken zodat de anderen een gaatje konden vinden.
De man rechts van Thanos probeerde met zijn korte zwaard te steken. Thanos wist de aanval deels te pareren en voelde het wapen van zijn wapenrusting kletteren. Instinctief draaide hij zich om en liet hij zich vallen, net voor de man links van hem met zijn bijl naar zijn hoofd uithaalde. Thanos haalde uit naar de enkels van de man, draaide het mes en stak naar achteren. Hij hoorde geschreeuw toen de eerste man recht zijn zwaard in liep.
De man met het gebogen mes viel voorzichtiger aan.
“Val hem aan! Maak hem af!” schreeuwde Lucious ongeduldig. “Oh, ik doe het zelf wel!”
Thanos pareerde terwijl de prins zich in de strijd wierp. Hij betwijfelde of Lucious dit gedaan zou hebben als er niemand was geweest om hem te helpen, en misschien kwamen er zo wel nog meer troepen aan. Het enige dat Lucious hoefde te doen was tijd rekken, en Thanos zou spoedig overweldigd worden door de aantallen.
Dus Thanos wachtte niet. Hij viel aan. Hij bleef aanvallen, wisselend tussen Lucious en de zware jongen die Lucious had meegenomen. Hij bepaalde het ritme. En toen, ineens, pauzeerde hij. De man met de sikkel pareerde lege lucht. Thanos maakte gebruik van de ruimte, en het hoofd van de man vloog door de lucht.
Hij zat meteen op Lucious, zwaard tegen zwaard. Lucious trapte naar hem, maar Thanos bewoog opzij en reikte over de beveiliging van Lucious’ zwaard om een hand op het zwaardgevest te krijgen. Thanos rukte omhoog en wrikte het mes uit Lucious’ handen, waarna hij zijwaarts sloeg. Zijn zwaard kletterde van Lucious’ borstplaat. Lucious trok een dolk en Thanos veranderde zijn grip op zijn zwaard. Hij haalde laag uit, zodat de crossguard zich om Lucious’ knie haakte.
Hij trok en Lucious ging tegen de grind. Thanos trapte de dolk met een verpletterende kracht uit zijn hand.
“Vertel me nog eens dat medeleven mijn zwakte is,” zei Thanos terwijl hij de punt van zijn zwaard tegen Lucious’ keel zette.
“Dat doe je niet,” zei Lucious. “Je probeert me alleen bang te maken.”
“Je bang maken?” zei Thanos. “Als ik had gedacht dat dat zou werken, dan had ik je jaren geleden al doodsbang gemaakt. Nee, ik maak er een einde aan.”
“Je maakte er een einde aan?” zei Lucious. “Er komt geen einde, Thanos. Niet totdat ik heb gewonnen.”
“Dan kan je lang wachten,” verzekerde Thanos hem.
Hij hief zijn zwaard. Hij moest dit doen. Hij moest Lucious stoppen.
“Thanos!”
Bij het geluid van Stephania’s stem keek Thanos om. Tot zijn verbijstering zag hij haar naderen. Ze reed alleen, in volle galop. Ze droeg rijkleding die in niets leek op haar gebruikelijke elegante jurken, en afgaande op de slonzige staat ervan had ze ze gehaast aangetrokken.
“Thanos, niet doen!” riep ze terwijl ze dichterbij kwam.
Thanos klemde zijn vingers om zijn zwaard. “Geloof je dat hij dit niet heeft verdiend, na alles wat hij heeft gedaan?”
“Het gaat niet om wat hij verdient,” zei Stephania, die afsteeg. “Het gaat om wat jij verdient. Als je hem vermoord, zullen ze je doden. Dat is hoe het werkt, en ik wil je niet op die manier verliezen.”
“Luister naar haar, Thanos,” zei Lucious vanaf de grond.
“Hou je kop,” beet Stephania. “Of wil je dat hij je afmaakt?”
“Hij moet tegengehouden worden,” zei Thanos.
“Niet op deze manier,” drong Stephania aan. Thanos voelde haar hand op zijn arm, die het zwaard wegduwde. “Niet op een manier waardoor jij ook moet sterven. Je hebt gezworen dat je voor de rest van onze levens van mij zou zijn. Was het echt je bedoeling dat het zo kort zou duren?”
“Stephania—” begon Thanos, maar ze liet hem zijn zin niet afmaken.
“En ik dan?” begon ze. “Denk je dat ik veilig ben als mijn echtgenoot de erfgenaam van de troon vermoord? Nee, Thanos. Hou hiermee op. Doe het voor mij.”
Als iemand anders het gevraagd zou hebben, was Thanos er waarschijnlijk toch mee doorgegaan. Er stond te veel op het spel. Maar met Stephania kon hij het niet riskeren. Hij boorde zijn zwaard in de aarde, twee centimeter naast Lucious’ hoofd. Lucious rolde al weg, en haastte zich naar een paard toe.
“Hier krijg je spijt van!” riep Lucious over zijn schouder. “Ik beloof je dat je hier spijt van krijgt!”
HOOFDSTUK VIJF
Thanos zag de wachter hem opwachten bij de stadspoorten toen hij en Stephania thuiskwamen. Hij stak zijn kin omhoog en reed verder. Dit had hij wel verwacht. En hij zou er niet voor vluchten.
Stephania had hen ook gezien. Thanos zag dat ze verstijfde in haar zadel; ze ging in een fractie van een seconde van ontspannen naar keurig en formeel. Het was alsof ze een masker had voorgedaan, en Thanos legde automatisch een hand over de hare.
De wachters kruisten hun hellebaarden om hen de weg te versperren, en Thanos hield zijn paard in. Hij hield het dier tussen Stephania en de wachters, voor het geval dat Lucious mannen had omgekocht om hem aan te vallen. Hij zag een officier zich losmaken uit de groep. De man salueerde naar hem.
“Prins Thanos, welkom terug in Delos. Mijn mannen en ik hebben instructies gekregen om u naar de koning te escorteren.”
“En als mijn echtgenoot niet met jullie mee wil rijden?” vroeg Stephania op een toon die het hele Rijk had kunnen onderwerpen.
“Vergeef me, mijn vrouwe,” zei de officier, “maar de koning heeft ons duidelijke bevelen gegeven.”
Voor Stephania ertegenin kon gaan, stak Thanos zijn hand op.
“Ik begrijp het,” zei hij. “Ik zal met u mee gaan.”
De wachters leidden hem door Delos, en hij moest het hen nageven, ze slaagden erin om het te laten lijken op de escort die ze claimden dat het was. Thanos merkte op dat ze een route hadden gekozen die door de mooiste delen van de stad leidde, langs met bomen beplante lanen met huizen van adel. Ze vermeden de slechte buurten, zelfs wanneer die een meer directe route boden. Misschien probeerden ze simpelweg in de veilige buurten te blijven. Maar misschien dachten ze dat aristocraten als Thanos en Stephania er geen behoefte hadden om de ellende in de andere delen van de stad te zien.
Al spoedig torenden de muren van het kasteel boven hen uit. De wachters leidden hen door de poorten, en de staljongens namen hun paarden over. De wandeling door het kasteel voelde meer gesloten; de gangen van het kasteel leken smaller nu ze door zoveel wachters werden omgeven. Stephania pakte Thanos’ hand vast, en hij gaf haar een geruststellend kneepje.
Toen ze de koninklijke kamers bereikten, werd de doorgang versperd door koninklijke lijfwachten.
“De koning wenst Prins Thanos alleen te spreken,” zei één van hen.
“Ik ben zijn echtgenote,” zei Stephania op een toon die zo kil klonk dat Thanos vermoedde dat de meeste mensen direct opzij zouden stappen.
Het leek de koninklijke lijfwacht niets te doen. “Desalniettemin.”
“Het komt wel goed,” zei Thanos.
Toen hij naar binnen liep zat de koning al op hem te wachten. Koning Claudius ging staan, leunend op een zwaard waarvan