Voordat hij ziet. Блейк Пирс
nog een schot. Ze voelde hoe de kogel net over haar schouder ging, de lucht zoefde langs haar regenjas.
Nadat ze Harry in veiligheid had gebracht verspilde ze geen moment meer en besloot direct tot actie over te gaan. Ze greep haar zaklamp, klikte hem aan en gooide deze door de deur. Voor enkele seconden kletterde het op de grond, de witte lichtstraal wild dansend op de muur aan de overzijde.
Tijdens het gekletter draaide Mackenzie zich snel door de deuropening. Ze hurkte laag, haar handen gleden over de vloer terwijl ze zich zo klein mogelijk maakte. Terwijl ze naar links rolde, zag ze direct rechts van haar de gedaante van de dader die nog steeds op de zaklamp gefocust was.
Ze stopte haar rol en stak met grote kracht haar rechterbeen uit. Het raakte de dader aan de achterkant van zijn been, net onder de knie. De verdachte zakte een beetje ineen en dat was alles wat ze nodig had. Ze sprong op en sloeg haar rechterarm om zijn nek en terwijl hij door zijn knieën ging, trok ze hem hardhandig naar beneden. Ze bracht haar knie in zijn maagstreek en na een behendige beweging van haar linkerarm lag de dader op de grond. Ze ontwapende hem en hield hem zodanig vast dat hij geen kant meer op kon.
Ergens in het oude gebouw riep een luide stem: “Halt!”
Een reeks heldere witte lampen werden hoorbaar ingeschakeld en overspoelden het gebouw met licht.
Mackenzie stond op en keek naar de verdachte. Hij glimlachte naar haar. Hij had een bekend gezicht, een gezicht dat ze al verschillende keren in haar trainingssessies had gezien, meestal bevelen schreeuwend en instructies blaffend naar de trainees.
Ze stak haar hand uit en hij pakte deze aan en kwam van de vloer omhoog. “Verdomd goed werk, White.”
“Bedankt,” zei ze.
Harry strompelde naar voren, zijn maag vasthoudend. “Zijn we er absoluut zeker van dat ze met bonen geladen zijn?” Vroeg hij.
“Dat niet alleen, deze zijn van lage kwaliteit,” zei de instructeur. ”De volgende keer zullen we rubberkogels gebruiken.”
“Geweldig,” gromde Harry.
Een paar mensen liepen de ruimte binnen terwijl de training in de Hogansteeg werd beëindigd. Het was Mackenzie’s derde trainingssessie in deze steeg, die een vervallen straat voorstelde en door de FBI intensief werd gebruikt voor de praktische training van Agenten.
Terwijl twee instructeurs bij Harry stonden en hem vertelden wat hij verkeerd had gedaan en hoe hij had kunnen voorkomen dat hij werd neergeschoten, liep een andere instructeur richting Mackenzie. Zijn naam was Simon Lee, een oudere man die eruitzag alsof hij een zwaar leven achter de rug had..
“Geweldig werk, agent White, “ zei hij. “Die rol was zo verdomde snel dat ik hem amper zag. Maar ... het was wel een beetje ondoordacht. Als er meer dan één verdachte was geweest dan zou het totaal anders zijn afgelopen.”
“Ja mijnheer. Ik begrijp het.”
Lee glimlachte naar haar. “Dat weet ik,” zei hij. “Ik moet je vertellen dat ik op dit moment, halverwege je opleiding, zeer te spreken ben over je vooruitgang. Je zal een uitstekende Agent worden. Goed werk.”
“Dank u, mijnheer,” zei ze.
Lee nam afscheid en liep het gebouw door om met een andere instructeur te praten. Terwijl iedereen zijn eigen weg ging kwam Harry naar haar toe, zijn gezicht nog steeds een beetje in een grimas vertrokken.
“Goed gedaan,” zei hij. “Het doet maar half zo zeer wanneer de persoon die het goed doorstaan heeft uitzonderlijk mooi is.”
Ze rolde met haar ogen en stak haar Clock terug in haar holster. “Vleierij is nutteloos,” zei ze. “Vleierij, zoals men zegt, brengt je nergens.”
“Dat weet ik,” zei Harry. “Maar zou het me op zijn minst een drankje met jou kunnen opleveren?”
Ze grijnsde. “Als jij betaalt.”
“Ja, ik betaal,” ging hij akkoord. “Ik wil jou niet tegen me in het harnas hebben.”
Ze verlieten het gebouw en begaven zich weer de regen in. Nu de oefening voorbij was, was de regen bijna verfrissend. En terwijl de instructeurs en adviseurs bezig waren met de afronding van deze oefening, liet ze zichzelf eindelijk toe om trots op zichzelf te zijn.
Ze zat nu elf weken op de Academie en had het grootste gedeelte van haar verplichte vakken al doorlopen. Ze was er bijna … nog ongeveer negen weken te gaan en dan ze zou de opleiding hebben afgerond en potentieel veldagent voor de FBI zijn.
Ze vroeg zich plotseling af waarom ze zo lang had gewacht om Nebraska te verlaten. Toen Ellington haar had aanbevolen bij de Academie was dat in wezen haar gouden ticket geweest, de push die ze nodig had gehad om zichzelf uit te dagen, om afscheid te nemen van wat comfortabel en veilig was geweest. Ze had haar baan, vriend en appartement opgegeven ... en ze was een nieuw leven begonnen.
Ze dacht aan het platte, uitgestrekte land, de korenvelden en de open blauwe lucht die ze had achtergelaten. Alhoewel ze hun eigen specifieke schoonheid bezaten, was het in zekere zin een gevangenis voor haar geweest.
Nu lag dat allemaal achter haar.
Nu ze vrij was, was er niets meer om haar tegen te houden.
*
De rest van haar dag werd gevuld met fysieke training: push-ups, sprintjes trekken, crunches, nog meer sprintjes trekken en trainen met gewichten. Tijdens de eerste paar dagen op de Academie had ze een hekel gehad aan dit soort training. Maar toen haar lichaam en geest er eenmaal aan gewend waren geraakt, begon ze het zelfs verslavend te vinden.
Alles gebeurde met snelheid en precisie. Ze deed de vijftig push-ups zo snel dat ze zich pas na afloop, toen ze op weg was naar de modderige hindernisbaan, bewust werd van het brandende gevoel in haar bovenarmen.
Bij bijna alle vormen van fysieke activiteit had ze zichzelf aangepraat dat ze zich alleen voor de volle honderd procent zou hebben ingezet wanneer haar armen en benen trilden van inspanning en haar buikspieren voelden alsof ze uit elkaar getrokken werden.
Er waren zestig trainees in haar eenheid en zij was één van de slechts negen vrouwen. Het stoorde haar niet, waarschijnlijk omdat ze tijdens haar werk in Nebraska had geleerd om geen waarde te hechten aan het geslacht van de mensen met wie ze samenwerkte. Ze hield zich een beetje op de achtergrond en werkte naar beste vermogen, wat (en dat wilde ze best toegeven) een uitzonderlijk goed resultaat opleverde.
Toen de instructeur tijdens het laatste circuit van die dag (een route van twee kilometer bestaand uit modderige bospaden) had geroepen dat de oefening ten einde was, was de klas uiteen gegaan en ging ieder hun eigen weg. Mackenzie ging op één van de banken langs de kant van de baan zitten en strekte haar benen. Ze had geen andere plannen voor die dag en zat nog steeds vol adrenaline van haar succesvolle actie in de Hogansteeg, en ze besloot dat ze ter afsluiting nog een stuk zou gaan rennen.
Ze wilde het niet graag toegeven maar ze was één van die types geworden die het echt leuk vond om te rennen. Hoewel ze niet snel zou deelnemen aan een marathon met een thema, was ze de het initiatief gaan waarderen. Buiten de verplichte rondjes en hardloop-koersen in haar training maakte ze tijd vrij om op de beboste paden van de campus te rennen, die op zes kilometer afstand van het hoofdkantoor van de FBI en op ongeveer acht kilometer van haar nieuwe appartement in Quantico lagen.
Met haar sport tanktop doordrenkt van het zweet en een blos op haar gezicht sloot ze de dag af met een eindsprint rond de hindernisbaan waarbij ze de heuvels, omgevallen boomstammen en netten links liet liggen. Terwijl ze hiermee bezig was, zag ze twee mannen naar haar kijken, niet met lust in hun ogen maar meer met een soort ontzag en dat spoorde haar nog meer aan.
Hoewel ze, eerlijkheidshalve, een paar wellustige blikken hier en daar ook niet erg zou hebben gevonden. Dit nieuwe slanke lichaam waar ze zo hard voor gewerkt had verdiende het om te worden bewonderd. Het was vreemd dat ze zich zo comfortabel in haar vel voelde, maar ze begon het leuk te vinden. Ze wist dat Harry Dougan het ook leuk vond. Maar tot nu toe had hij nog niets gezegd. En zelfs als hij iets zou zeggen, Mackenzie wist nog niet hoe ze daarop