Eens gejaagd. Блейк Пирс
vlak na het overlijden van J. Edgar. Toen was het eindelijk ook voor vrouwen toegestaan om FBI agent te worden. Daarvoor was ze een plaatselijke politieagent.”
Riley was onder de indruk. Kelsey Sprigge had heel wat geschiedenis meegemaakt.
“Wat kun je me over haar vertellen?” vroeg Riley aan Flores.
“Ze is weduwe en heeft drie kinderen en drie kleinkinderen.”
“Bel het FBI-kantoor in Syracuse en zeg dat ze er alles aan moeten doen om Sprigge veilig te houden,” zei Riley. “Ze is ernstig in gevaar.”
Flores knikte.
Toen richtte ze zich op Meredith.
“Meneer, ik heb een vliegtuig nodig.”
“Waarom?” vroeg hij verward.
Ze ademde diep in.
“Shane is misschien onderweg naar Sprigge om haar te vermoorden,” zei ze. “En ik wil haar eerst zien.”
HOOFDSTUK ZES
Terwijl het FBI-vliegtuig landde op de landingsbaan van Syracuse Hancock International Airport, herinnerde Riley zich iets wat haar vader gisteren in haar droom had gezegd.
“Je bent niet nuttig voor anderen, tenzij ze dood zijn.”
Riley stond versteld van de ironie. Dit was misschien de eerste zaak die haar ooit was toegekend waar er nog niemand vermoord was.
Maar daar komt waarschijnlijk snel verandering in, dacht ze.
Ze maakte zich vooral zorgen om Kelsey Sprigge. Ze wilde de vrouw in levende lijve zien om te verzekeren dat het goed met haar ging. Vanaf dan zou het aan Riley en Bill zijn om dat ook zo te houden, en dat betekende dat ze Shane Hatcher moesten opsporen en hem terug naar de gevangenis moesten brengen.
Terwijl het vliegtuig naar de terminal taxiede, zag Riley dat ze een ware winterse wereld in waren gereisd. Alhoewel de landingsbaan vrijgemaakt was, was aan de enorme bergen sneeuw te zien hoeveel werk de ploegen onlangs verricht hadden.
Het was een flinke verandering in omgeving ten opzichte van Virginia. Een erg welkome verandering. Riley besefte nu in hoeverre ze een nieuwe uitdaging nodig had. Ze had Gabriela vanuit Quantico gebeld om uit te leggen dat ze onderweg was om aan een zaak te werken. Gabriela was blij voor haar geweest en had haar verzekerd dat ze voor April zou zorgen.
Toen het vliegtuig tot stilstand kwam, pakten Riley en Bill hun spullen en klommen ze de trap af, het ijzige asfalt op. De voelde de kou in haar gezicht slaan, en was blij dat ze een dikke jas met muts had gekregen in Quantico.
Twee mannen kwamen op ze afsnellen en stelden zichzelf voor als Agenten McGill en Newton van het FBI-kantoor in Syracuse.
“We zijn hier op jullie op welke manier dan ook bij te staan,” zei McGill tegen Bill en Riley terwijl ze met zijn allen de terminal in haastten.
Riley stelde de eerste vraag die in haar opkwam.
“Hebben jullie mensen die op Kelsey Sprigge letten? Weten jullie zeker dat ze veilig is?”
“Er zijn wat plaatselijke agenten gepost voor haar huis in Searcy,” zei Newton. “We weten zeker dat het prima met haar gaat.”
Riley wilde dat ze zich net zo zeker kon voelen.
Bill zei, “Oké dan. Op dit moment hebben we gewoon iets nodig om naar Searcy te rijden.”
McGill zei, “Searcy is niet ver van Syracuse en de wegen zijn sneeuwvrij. We hebben een SUV voor jullie meegenomen, maar.. eh, zijn jullie gewend om te rijden door de noordelijke winters?”
“Syracuse wint ieder jaar de Gouden Sneeuwbal,” voegde Newton toe met een soort dwaze trots.
“Gouden Sneeuwbal?” vroeg Riley.
“Dat is de prijs die de staat van New York uitreikt voor de meeste sneeuw,” zei McGill. “We zijn kampioen. En we hebben een trofee om het te bewijzen.”
“Misschien moet een van ons jullie erheen rijden,” zei Newton.
Bill grinnikte. “Bedankt, maar ik denk dat het wel goedkomt. Ik heb een paar jaar geleden een winter aan een zaak in North Dakota gewerkt. Ik heb daar flink kunnen oefenen met rijden in de sneeuw.”
Alhoewel Riley het niet zei, voelde zij zich ook ervaren in dit soort autorijden. Ze had leren rijden in de bergen van Virginia. De sneeuw lag daar misschien niet zo dik als hier, maar de kleine weggetjes werden nooit snel geruimd. Ze had waarschijnlijk net zoveel over ijzige wegen gereden als de rest hier.
Maar ze liet Bill graag achter het stuur. Ze was momenteel te bekommerd om Kelsey Sprigge’s veiligheid. Bill pakte de sleutels en ze vertrokken.
“Ik moet zeggen, het voelt goed om weer samen te werken,” zei Bill terwijl hij reed. “Egoïstisch van me, denk ik. Ik werk graag met Lucy, maar het is niet hetzelfde.”
Riley glimlachte. Zij vond het ook fijn om weer met Bill te werken.
“Alsnog wil een deel van me dat je niet aan deze zaak werkt,” vervolgde Bill.
“Waarom niet?” vroeg Riley verbaasd.
Bill schudde zijn hoofd.
“Ik heb gewoon een slecht voorgevoel,” zei hij. “Ik heb Hatcher ook ontmoet, weet je nog. Ik ben niet snel bang, maar... nou, hij is me er eentje.”
Riley gaf geen antwoord, maar kon het niet met Bill oneens zijn. Ze wist dat Hatcher Bill tijdens dat bezoek op stang had gejaagd. De langdurig gevangene had zijn griezelige instinct gebruikt om wat gehaaide opmerkingen over Bills privéleven te maken.
Riley wist nog hoe Hatcher naar Bills trouwring had gewezen en had gezegd:
“Stop ermee om de dingen met je vrouw goed te maken. Dat is niet mogelijk.”
Hatcher had gelijk gehad, en Bill zat nu middenin een nare scheiding.
Aan het einde van datzelfde bezoek, had hij iets tegen Riley gezegd wat haar nog steeds achtervolgde.
“Stop ermee om ertegen te vechten.”
Tot op de dag van vandaag wist ze niet waartegen ze van Hatcher moest stoppen met vechten. Maar ze voelde een onverklaarbare vrees dat ze er op een dag achter zou komen.
*
Even later parkeerde Bill naast een enorme berg geruimde sneeuw bij Kelsey Sprigge’s huis in Searcy. Riley zag een politiewagen met twee agenten erin vlakbij geparkeerd staan. Maar twee agenten in een auto maakten niet meteen dat Riley zich erg gerustgesteld voelde. De wrede en briljante crimineel die uit Sing Sing ontsnapt was zou moeiteloos korte metten met ze kunnen maken.
Bill en Riley stapten uit hun auto en lieten hun penningen aan de agenten zien. Daarna liepen ze over de vrijgemaakte stoep richting het huis. Het was een ouderwets huis met twee verdiepingen en een handig schuin dak en een omheinde veranda. Het hele huis was bekleed met kerstlichtjes. Riley drukte op de deurbel.
Een vrouw maakte de deur open met een charmante glimlach. Ze was slank en fit en droeg een joggingpak. Haar gezichtsuitdrukking was helder en vrolijk.
“Ah, jullie zullen Agenten Jeffreys en Paige zijn,” zei ze. “Ik ben Kelsey Sprigge. Kom binnen. Het is veel te koud buiten,”
Kelsey Sprigge leidde Riley en Bill naar een knusse woonkamer met een laaiende open haard.
“Willen jullie iets te drinken?” vroeg ze. “Natuurlijk, jullie zijn aan het werk. Ik zet wel wat koffie.”
Ze ging de keuken in, en Bill en Riley gingen zitten. Riley keek rond naar de kerstdecoraties en de tientallen fotolijstjes met foto’s die aan de muren hingen en op het meubilair stonden. Het waren foto’s van Kelsey Sprigge in verschillende periodes van haar volwassen leven, omringd door kinderen en kleinkinderen. In veel foto’s stond een glimlachende man naast haar.
Riley