De Magische Fabriek. Морган Райс
die hem, wat hij ook deed, wilde pesten. En er waren nooit bondgenoten. Oliver had zijn pogingen om vrienden te maken al lang geleden opgegeven. Wat had het voor zin als hij een paar maanden later toch weer moest verhuizen?
Chris’ gezicht leek te verzachten. “Weet je wat, Oliver, ik zal aardig zijn. Alleen deze ene keer.” Toen grijnsde hij en barstte in een maniakaal gelach uit. “Je krijgt een broodje vuist voor het avondeten!”
Hij hief zijn vuist. Oliver dook weg en miste zijn vuist op enkele millimeters. Hij rende de trap af, de woonkamer in.
“Kom terug, onderkruipsel!” schreeuwde Chris.
Hij zat Oliver op zijn hielen, maar Oliver was snel en haastte zich naar de eettafel. Pap keek naar hem op terwijl daar stond te hijgen na zijn sprint.
“Zijn jullie weer aan het vechten?” Hij zuchtte. “Waar gaat het deze keer over?”
Chris kwam slippend tot stilstand naast Oliver. “Niets,” zei hij snel.
Ineens voelde Oliver een scherpe pijn in zijn zij. Chris had zijn nagels in hem gezet. Oliver keek naar hem, naar de triomfantelijke blik op zijn gezicht.
Pap keek argwanend. “Ik geloof je niet. Wat is er aan de hand?”
Chris kneep harder en de pijn verspreidde zich door Olivers zij. Hij wist wat hij moest doen. Hij had geen keus. “Ik zei net,” zei hij huiverend, “dat ik niet zoveel honger heb.”
Pap keek hem vermoeid aan. “Mam heeft erg haar best gedaan op het eten en nu zeg je dat je het niet wilt?”
Mam, die bij het aanrecht stond, keek met een gekwetste blik in haar ogen over haar schouder. “Wat is het probleem? Hou je niet meer van vlees? Of zijn het de aardappels?”
Oliver voelde Chris nog harder knijpen en er ging een scherpe pijn door hem heen.
“Sorry, mam,” zei hij met tranende ogen. “Ik bén dankbaar. Ik heb alleen geen honger.”
“Wat moet ik nu met hem?” riep mam uit. “Eerst de slaapkamer en nu dit! Mijn zenuwen kunnen dit niet aan.”
“Ik neem zijn portie wel,” zei Chris snel. Toen voegde hij er met een suikerzoete stem aan toe: “Ik wil niet dat je al die moeite voor niets hebt gedaan, mam.”
Mam en pap keken allebei naar Chris. Hij was dik en hij werd steeds dikker, maar dat leek hen geen zorgen te baren. Dat, óf ze durfden niet in te gaan tegen de pestkop van een zoon die ze hadden grootgebracht.
“Best,” zei mam zuchtend. “Maar je moet dat hoofd van je op orde krijgen, Oliver. Ik wil dit niet elke avond te horen krijgen.”
Oliver voelde Chris loslaten. Hij wreef over zijn pijnlijke zij. “Oké, mam,” zei hij verdrietig. “Sorry, mam.”
Hij liet het geluid van bestek en servies achter zich en wendde zich met een knorrende maag af van de eettafel. Toen liep hij terug naar zijn alkoof. Om zichzelf af te leiden van de etensgeuren die zijn honger alleen maar verergerden, deed hij zijn koffer open. Hij pakte zijn enige bezit eruit, een boek over uitvinders. Een vriendelijke bibliothecaris had het boek hem een paar jaar geleden gegeven toen hij had gemerkt dat Oliver steeds was binnengekomen om het te lezen. Nu zat het vol ezelsoren, versleten van de miljoenen keren dat hij erdoorheen gebladerd had. Maar hoe vaak hij het ook las, het verveelde hem nooit. Hij was gefascineerd door uitvinders en uitvindingen. Sterker nog, een van de redenen dat Oliver het niet zo erg vond om naar deze buurt in New Jersey te verhuizen was omdat hij had gelezen over een nabijgelegen fabriek. Daar had een uitvinder genaamd Armando Illstrom een van zijn beste creaties gebouwd. Het maakte voor Oliver niet uit dat Armando Illstrom in het gedeelte Absurde Uitvinders van het boek stond, of dat de meeste van zijn uitvindsels faalden. Oliver vond hem nog steeds erg inspirerend, vooral zijn booby trap die was ontworpen om wasberen weg te jagen. Oliver probeerde zijn eigen versie te creëren om Chris op afstand te houden.
Op dat moment hoorde hij het geluid van kletterend bestek uit de keuken komen. Hij keek op en zag zijn familie aan de keukentafel zitten, bezig met hun maaltijd, Chris die Olivers portie opat.
Fronsend vanwege de oneerlijkheid van de situatie, haalde Oliver voorzichtig zijn uitvindingen uit zijn koffer en legde ze op de vloer. De booby trap was half af. Het was een soort katapult die geactiveerd werd wanneer je met je voet op een pedaal trapte. Dan werden er eikels in het gezicht van de indringer gekatapulteerd. Armando’s versie was natuurlijk ontworpen voor een wasbeer, dus Oliver moest hem groter maken om hem aan te passen aan het formaat van zijn broer. Daarom had hij de eikels vervangen door het enige wat hij voorhanden had: een klein plastic soldaatje. Hij was erin geslaagd om het mechanisme en het pedaal te bouwen. Maar elke keer dat hij erop drukte om het te testen, bleek het niet te werken. De soldaat bleef daar gewoon staan, zijn geweer in de aanslag.
Nu zijn familie was afgeleid ging Oliver aan het werk. Hij legde alle onderdelen voor zich neer. Maar hij kon er niet achter komen waarom de val niet werkte. Misschien, dacht hij, was dit de reden dat Armando Illstrom als absurd werd beschouwd. Geen van zijn uitvindingen werkte echt goed. Als ze al werkten.
Op dat moment hoorde Oliver dat zijn familie begon te kibbelen. Hij kneep zijn ogen dicht om zich ervoor af te sluiten en liet zich door zijn geest meevoeren naar zijn speciale droomplekje. Weer stond hij in een fabriek. Deze keer lag de booby trap vlak voor hem. Het ding werkte perfect en katapulteerde eikels alle kanten op. Maar Oliver zag niet hoe het anders was van zijn versie.
“Magie,” zei een stem achter hem.
Oliver sprong op. Er waren nog nooit mensen in zijn dromenland geweest!
Maar toen hij achter zich keek was er niemand. Hij keek om zich heen, zoekend naar de eigenaar van de stem, maar hij zag niemand.
Hij deed zijn ogen open en bracht zichzelf terug naar de realiteit, naar de donkere hoek van de sombere kamer die zijn nieuwe thuis was. Waarom had zijn verbeelding in vredesnaam magíé als een oplossing gecreëerd? Magie was zijn ding niet. Als het dat wel was geweest, zou hij een boek over trucs hebben gehaald in plaats van een boek over uitvinders. Hij hield van uitvindingen, van echte dingen, van praktische spullen met een doel. Hij hield van wetenschap en natuurkunde, niet van ongrijpbare, mystieke dingen.
Op dat moment dreef de geur van het avondeten naar hem toe. Vanaf zijn plekje op de vloer kon Oliver zichzelf er niet van weerhouden om naar de tafel te kijken. Daar zat Chris, zijn blik op Oliver gericht. Hij schoof een grote aardappel naar binnen en grijnsde breed terwijl het vet over zijn kin liep.
Oliver keek hem nijdig aan en werd overspoeld door woede. Dat was zíjn aardappel! Hij voelde een sterke drang om naar Chris toe te lopen en alles van de eettafel te vegen. Hij kon het zich nu helemaal voorstellen. Wat een zoete wraak zou dat zijn!
Ineens werd Olivers gevoel van woede vervangen door iets anders, iets nieuws dat hij nog nooit eerder gevoeld was. Met een woesj werd hij bevangen door een vreemde kalmte, een merkwaardig gevoel van zekerheid. Ineens klonk er een luid gekraak. Het was afkomstig van de eettafel. Een van de tafelpoten was gebroken, precies in het midden. De tafel helde ineens opzij. Alle borden gleden van tafel en vielen een voor een op de grond. Het maakte een afschuwelijk lawaai.
Mam en pap schreeuwden het uit van de schrik. Ze sprongen op uit hun stoelen terwijl de erwten en aardappelen alle kanten op vlogen.
Geschrokken kwam Oliver ook overeind. Had hij dat laten gebeuren? Alleen met zijn geest? Dat kon toch niet!
Terwijl mam zich de keuken in haastte voor handdoeken om de troep op te ruimen, knielde pap om de tafel te inspecteren.
“Goedkoop, gammel ding,” zei hij nors. “De tafelpoot is gewoon gebroken!”
Chris staarde naar Oliver. Of Oliver de tafelpoot nu wel of niet met zijn geest had gebroken, Chris gaf hem de schuld.
Chris stond langzaam op uit zijn stoel terwijl hij Oliver aan bleef staren. Aardappelen en erwten rolden van zijn schoot op de vloer. Zijn gezicht werd roder en roder. Hij balde zijn handen tot vuisten. Toen, als een exploderende raket, denderde hij op Oliver af.
Oliver snakte naar adem en greep zijn booby trap.