De Magische Fabriek. Морган Райс
de zwemmers er vreemd en gedrongen uit deed zien. Het tweede noodzakelijke component voor onzichtbaarheid vereiste het elimineren van de reflectie van het object.
Op papier leek het eenvoudig zat, maar Oliver wist dat er een reden was dat het nog niemand gelukt was. Toch zou dat hem er niet van weerhouden om het te proberen. Hij had dit nodig om aan zijn ellendige leven te ontsnappen en het maakte hem niet uit hoe lang het duurde voor het hem zou lukken.
Hij reikte in zijn koffer en haalde alle stukjes stof eruit die hij had verzameld in zijn zoektocht naar iets met negatieve refractieve eigenschappen. Helaas had hij nog niet de juiste stof gevonden. Toen haalde hij alle klosjes dun draad eruit. Die had hij nodig om elektromagnetische microgolven te maken, om het licht op onnatuurlijke wijze te laten buigen. Helaas waren ze geen van allen dun genoeg. Om te werken moest het draad minder dan veertig nanometer dik zijn, onmogelijk dun voor menselijke begrippen. Maar Oliver wist dat iemand, ergens, ooit, een machine zou hebben om de spoelen dun genoeg te maken en de stof voldoende refractief.
Op dat moment hoorde Oliver boven de wekker van zijn ouders afgaan. Hij stopte snel zijn spullen weer terug. Hij wist maar al te goed dat ze Chris wakker zouden maken en als Chris ooit lucht kreeg van wat hij probeerde te maken, zou hij al zijn harde werk vernietigen.
Olivers maag knorde en herinnerde hem eraan dat Chris’ pesterijen en kwellingen op het punt stonden opnieuw te beginnen. Hij kon maar beter wat eten voor het zover was.
Hij liep langs de nog steeds kapotte eettafel en ging de keuken in. De meeste keukenkastjes waren leeg. Ze hadden nog niet de kans gehad om naar de supermarkt te gaan. Maar Oliver vond een doos cornflakes die ze hadden meegenomen en er stond verse melk in de koelkast, dus hij maakte snel een kom klaar en propte het naar binnen. Net op tijd. Een paar seconden later verschenen zijn ouders in de keuken.
“Koffie?” vroeg mam aan pap. Ze zag er vermoeid uit en haar haren zaten door de war.
Pap gromde bevestigend. Hij keek naar de kapotte tafel en ging met een diepe zucht op zoek naar wat ducttape. Kreunend ging hij aan de slag met het repareren van de tafelpoot.
“Het is dat bed,” mompelde hij terwijl hij bezig was. “Het is wankel. En het matras is te bobbelig.” Hij wreef over zijn rug om zijn punt te benadrukken.
Oliver voelde woede in zich opwellen. Zijn vader had tenminste in een bed geslapen! Híj had het moeten doen met wat dekens in een alkoof! De onrechtvaardigheid van de situatie stak hem.
“Ik heb geen idee hoe ik een hele dag op het callcenter moet doorkomen,” voegde Olivers moeder toe terwijl ze de koffie bracht. Ze zette het op de nu twijfelachtig gerepareerde tafel.
“Heb je een nieuwe baan, mam?” vroeg Oliver.
Omdat ze zo vaak verhuisden was het onmogelijk voor zijn ouders om fulltime werk te houden. Het was thuis altijd moeilijker als ze zonder werk zaten. Maar als mam werkte betekende dat beter eten, betere kleren en zakgeld om meer gadgets voor zijn uitvindingen te kopen.
“Ja,” zei ze met een geforceerde glimlach. “Pap en ik allebei. Maar het zijn lange dagen. Vandaag is een trainingsdag, maar daarna moeten we een late dienst draaien. Dus we zijn er niet als jullie uit school komen. Maar Chris zal op je letten, dus je hoeft je nergens zorgen om te maken.”
Oliver voelde zijn maag ineenkrimpen. Hij had Chris liever helemaal niet in de buurt. Hij was heel goed in staat om voor zichzelf te zorgen.
Alsof het noemen van zijn naam hem had geroepen, denderde Chris de keuken in. Hij was de enige Blue die er deze ochtend fris uitzag. Hij strekte zich uit en gaapte theatraal, waardoor zijn shirt over zijn ronde, roze buik omhoog kroop.
“Goedemorgen, mijn geweldige familie,” zei hij met een sarcastische grijns. Hij sloeg een arm om Oliver heen en pakte hem in een hoofdklem die op slinkse wijze was gecamoufleerd als broederlijke genegenheid. “Hoe gaat het, snotneus? Zin in school?”
Oliver kon nauwelijks ademhalen, zo stevig hield Chris hem vast. Zijn ouders leken het pesten zoals gewoonlijk niet in de gaten te hebben.
“Kan niet… wachten…” wist hij uit te brengen.
Chris liet Oliver los en ging tegenover pap aan tafel zitten.
Mam zette een bord met toast en boter in het midden van de tafel. Pap pakte een sneetje. Toen leunde Chris naar voren en griste hij de rest weg. Er bleef niets voor Oliver over.
“HEY!” riep Oliver. “Zag je dat?”
Mam keek naar het hele bord en zuchtte geërgerd. Ze keek naar pap alsof ze verwachtte dat hij er iets van zou zeggen. Maar pap haalde alleen zijn schouders op.
Oliver balde zijn vuisten. Het was zo oneerlijk. Als hij het niet voorzien had, dan zou hij dankzij Chris wéér een maaltijd hebben moeten overslaan. Het maakte hem woest dan zijn ouders nooit voor hem opkwamen, of opmerkten hoe vaak hij zonder eten naar bed moest vanwege Chris.
“Lopen jullie samen naar school?” vroeg mam, duidelijk in een poging over het probleem heen te praten.
“Kan niet,” zei Chris met volle mond. De boter liep over zijn kin. “Als ik met een nerd gezien wordt maak ik nooit vrienden.”
Pap keek op. Even leek het of hij op het punt stond om iets tegen Chris te zeggen, dat hij hem wilde berispen voor het feit dat hij Oliver had beledigd. Maar toen leek hij zich te bedenken, want hij slaakte alleen een vermoeide zucht en staarde toen weer naar het tafelblad.
Oliver knarste met zijn tanden en probeerde zijn groeiende woede te bedwingen.
“Maakt mij niet uit,” siste hij terwijl hij Chris boos aankeek. “Ik blijf toch liever op minimaal dertig meter afstand van je.”
Chris lachte hatelijk.
“Jongens…” waarschuwde mam in haar meest zachtaardige stem.
Chris zwaaide met zijn vuist naar Oliver, een overduidelijk teken dat hij hem later wel zou terugpakken.
Nu het ontbijt voorbij was maakte de familie zich snel klaar en verlieten ze het huis.
Oliver keek toe hoe zijn ouders in hun gehavende auto stapten en wegreden. Toen beende Chris zonder nog een woord te zeggen weg, zijn handen in zijn zakken, zijn blik op onweer. Oliver wist hoe belangrijk het was voor Chris om vanaf het begin te laten zien dat hij niet iemand was om mee te sollen. Het was zijn harnas, de manier waarop hij ermee omging om zes weken na de start van het nieuwe schooljaar op een nieuwe school te moeten beginnen. Helaas voor Oliver was hij te slank en te klein om zelfs maar te proberen een dergelijk imago te cultiveren. Zijn uiterlijk droeg alleen maar bij aan zijn onopvallendheid.
Chris liep vooruit tot hij uit Olivers zicht was verdwenen en hij hem alleen in de onbekende straten achter had gelaten. Het was niet de meest plezierige wandeling van Olivers leven. Het was een slechte buurt, met veel boze honden die achter metalen hekken stonden te blaffen en luidruchtige, aftandse auto’s die over slechte wegen reden zonder te letten op overstekende kinderen.
Toen Campbell Junior High voor hem opdoemde voelde Oliver een rilling over zijn rug lopen. Het was een afschuwelijk uitziend gebouw van grijze bakstenen, helemaal vierkant en met een verweerde voorgevel. Er was niet eens gras om op te zitten, alleen een groot geasfalteerd speelplein met kapotte basketbalringen aan één kant. Leerlingen drongen om elkaar heen, worstelend om de bal. En het kabaal! Het was oorverdovend. Van ruzies en gezang tot geschreeuw en geklets.
Oliver wilde zich omdraaien en dezelfde weg terugrennen. Maar hij slikte zijn angst door en liep met gebogen hoofd en zijn handen in zijn zakken over het speelplein en door de glazen deuren naar binnen. De gangen van Campbell Junior High waren donker. Het rook er naar bleek, ondanks het feit dat de gangen eruitzagen alsof ze al tien jaar niet waren schoongemaakt. Oliver zag een bordje dat naar een receptie wees en volgde die, want hij wist dat hij zich bij iemand zou moeten melden. Toen hij er aankwam trof hij een erg verveelde, boos-uitziende vrouw aan. Haar vingers met lange rode nagels tikten op het toetsenbord van haar computer.
“Excuseert u mij,” zei Oliver.
Ze gaf geen antwoord. Hij schraapte zijn keel