Dood en een hond. Фиона Грейс
dolbij. “Je had me al bij wijn!” riep ze uit.
Lacey lachte. Ze reikte omlaag om de boodschappentassen achterin te zetten, en dat leverde haar nog een duwtje van Chesters natte neus op.
“Wat is er nu?” vroeg ze hem.
Hij hield zijn kop schuin en zijn pluizige wenkbrauwen gingen omhoog.
“Oh. Ik snap het al,” zei Lacey. “Ik zei je eerder dat je me had tegenmoeten houden met Tom. Je wil me nu laten zien dat het toch allemaal goed is gekomen? Ja, dat moet ik je nageven.”
Hij piepte.
Ze grinnikte en aaide zijn kop. “Slimme jongen.”
Ze stapte de auto uit en Chester sprong achter haar aan. Lacey liep over het pad richting Gina’s huis, tussen de schapen en kippen door.
Ze gingen naar binnen.
“Dus wat was er nou met Tom?” vroeg Gina terwijl ze door de lage gang naar haar rustieke keukentje liepen.
“Het kwam eigenlijk door Paul,” legde Lacey uit. “Hij had de ingrediënten door elkaar gehaald ofzo.”
Ze liepen de felverlichte keuken in en Lacey zette de boodschappentassen op het aanrecht.
“Hoog tijd dat hij die Paul ontslaat,” zei Gina op minachtende toon.
“Hij is een leerling,” zei Lacey tegen haar. “Logisch toch dat hij fouten maakt!”
“Tuurlijk. Maar het is wel de bedoeling dat hij ervan léért. Hoeveel vaak heeft hij nu al beslag verpest? En dat jóúw plannen eronder moeten lijden is helemaal van de zotte.”
Lacey grijnsde.
“Echt, het is niet erg,” zei ze terwijl ze de boodschappen uitpakte. “Ik ben een onafhankelijke vrouw. Ik hoef Tom niet elke dag te zien.”
Gina pakte wat wijnglazen en schonk voor hen beide een glas in, waarna ze aan de slag gingen met het avondeten.
“Je gelooft nooit wie er vlak voor sluitingstijd mijn winkel binnenkwamen vandaag,” zei Lacey terwijl ze door de pan met kokende pasta roerde. Volgens de instructies was het niet nodig om te roeren gedurende de vier minuten die de pasta moest koken, maar dat voelde gewoon te lui, zelfs voor Lacey!
“Toch niet de Amerikanen?” vroeg Gina vol afkeer, terwijl ze de tomatensaus in de magnetron deed.
“Ja. De Amerikanen.”
Gina huiverde. “Oh jeetje. Wat wilden ze? Laat me raden, Daisy wilde dat Buck een veel te duur sieraad voor haar kocht?”
Lacey goot de pasta af in een vergiet en verdeelde het toen over twee kommen. “Dat is het hem nu. Daisy wilde inderdaad dat Buck iets voor haar kocht. De sextant.”
“De sextant?” vroeg Gina terwijl ze niet bepaald elegant de tomatensaus over de pasta heen dumpte. “Je bedoelt het nautische instrument? Wat moet een vrouw als Daisy nu met een sextant?”
“Echt he? Dat is precies wat ik dacht!” Lacey sprenkelde de geraspte Parmezaanse kaas over haar pasta heen.
“Misschien was het gewoon toeval dat ze die uit heeft gezocht,” mijmerde Gina terwijl ze Lacey een van de twee vorken overhandigde die ze uit haar bestekla had gevist.
“Ze was heel specifiek,” vervolgde Lacey terwijl ze haar eten en wijn op de tafel zette. “Ze wilde hem per se kopen. Ik zei natuurlijk dat ze naar de veiling moest komen. Ik dacht dat ze het zou laten zitten, maar nee hoor. Ze zei dat ze erbij zou zijn. Dus nu word ik morgen weer met die twee geconfronteerd. Had ik dat ding nu maar opgeborgen in plaats van het vol in het zicht te laten liggen!”
Ze keek op toen Gina tegenover haar ging zitten en zag dat haar buurvrouw ineens behoorlijk van streek leek. Ze leek ook niets meer toe te willen voegen aan wat Lacey zojuist had gezegd, en dat was niets voor de normaal zo spraakzame vrouw.
“Wat is er?” vroeg Lacey. “Wat is er mis?”
“Nou, ik was degene die je overtuigde dat het geen kwaad kon om de winkel een uurtje dicht te gooien voor de lunch,” mompelde Gina. “Maar dat kon het dus wel. Want dat gaf Daisy de kans om de sextant te zien! Het is mijn schuld.”
Lacey lachte. “Doe niet zo gek. Kom, laten we eten voordat het koud wordt en we al die moeite voor niets hebben gedaan.”
“Wacht. We hebben nog één ding nodig.” Gina liep naar de kruidenpotjes die op haar vensterbank stonden en plukte wat bladeren van een van de plantjes af. “Verse basilicum!” Ze legde een trosje op hun kommetjes slecht gepresenteerde, kleffe pasta. “Et voilà!”
Ondanks de goedkope blijdschap was het een heel smakelijke maaltijd. Maar ja, de meeste gemaksproducten zaten vol vet en suiker, dus dat kon niet anders!
“Ben ik een waardige vervanger voor Tom?” vroeg Gina terwijl ze aten en wijn dronken.
“Tom wie?” grapte Lacey. “Oh, nu je me aan hem herinnert! Tom heeft me soort van uitgedaagd om een maaltijd uit het niets voor hem te koken. Iets dat typisch New Yorks is. Dus ik maak een cheesecake als toetje. Mijn moeder heeft me een recept van Martha Stewart gestuurd. Wil je me helpen om het te maken?”
“Martha Stewart,” zei Gina hoofdschuddend. “Ik heb een veel beter recept.”
Ze liep naar een keukenkastje en begon erin te rommelen. Toen haalde ze een gehavend kookboek tevoorschijn.
“Dit was de trots en vreugde van mijn moeder,” zei ze terwijl ze het boek voor Lacey op tafel legde. “Ze heeft jarenlang recepten verzameld. Er zitten knipsels in die teruggaan tot de oorlog.”
“Geweldig,” riep Lacey uit. “Maar als jullie thuis een expert hadden, hoe komt het dan dat je nooit hebt leren koken?”
“Omdat,” zei Gina, “ik veel te druk was met mijn vader helpen om groenten te kweken in de tuin. Ik was een echte tomboy. Een vaderskindje. Een van die meisjes die graag vieze handen had.”
“Nou, dat lukt wel met bakken,” zei Lacey. “Je had Tom vanavond moeten zien. Hij zat van top tot teen onder de bloem.”
Gina lachte. “Ik bedoel dat ik graag onder de modder zat! Met insecten spelen. In bomen klimmen. Vissen. Koken leek me altijd te vrouwelijk.”
“Zeg dat maar niet tegen Tom,” grinnikte Lacey. Ze keek naar het receptenboek. “Dus wil je me helpen om de cheesecake te maken, of zijn er niet genoeg wormen om je aandacht te trekken?”
“Ik help wel,” zei Gina. “We kunnen verse eieren gebruiken. Daphne en Delilah hebben allebei gelegd vanochtend.”
Ze ruimden de tafel af en gingen aan de slag met de cheesecake, waarbij ze het recept van Gina’s moeder volgden in plaats dat van Martha.
“Dus heb je, afgezien van de Amerikanen, wel zin in de veiling morgen?” vroeg Gina terwijl ze een aardappelstamper gebruikte om koekjes te verkruimelen.
“Ik ben opgewonden. Nerveus.” Lacey draaide de wijn rond in haar glas. “Vooral nerveus. Waarschijnlijk doe ik vannacht geen oog dicht.”
“Ik heb een idee,” zei Gina toen. “Zodra we hier klaar zijn, kunnen we met de honden langs het strand gaan wandelen. We kunnen de oostelijke route nemen. Die kant ben je nog niet eerder op geweest, toch? De zeelucht zal je loom maken en daarna slaap je als een roos, let maar op.”
“Dat is een goed idee,” stemde Lacey in. Als ze nu naar huis ging, zou ze toch alleen maar zitten piekeren.
Terwijl Lacey de chaotische cheesecake in de koelkast zette om op te stijven, haastte Gina zich naar de bergkast om regenjassen voor hen te pakken. Het was nog steeds behoorlijk fris ’s avonds, zeker aan zee.
Lacey verdween bijna helemaal in de enorme waterdichte vissersjas. Maar ze was blij dat ze hem aanhad toen ze naar buiten stapte. Het was een koele, heldere avond.
Ze liepen de trappen langs de kliffen af. Het strand lag er donker en verlaten bij. Het was best opwindend om hier beneden te zijn als het zo uitgestorven was, dacht Lacey. Het voelde alsof zij de enige twee mensen op de wereld waren.
Ze liepen richting