Wet op het financieel toezicht – Wft. Nederland

Wet op het financieel toezicht – Wft - Nederland


Скачать книгу
bij het Verdrag van Bern;

      h. het onverminderd artikel 5:88 verrichten van betalingstransacties binnen een betalings- of een effectenafwikkelingssysteem, of tussen afwikkelondernemingen, centrale tegenpartijen als bedoeld in artikel 212a, onderdeel c, van de Faillissementswet, clearinginstellingen, centrale banken van de lidstaten, andere deelnemers van een van de bedoelde systemen, en betaaldienstverleners;

      i. betalingstransacties in verband met dienstverlening op effecten, met inbegrip van uitkeringen van dividend en andere inkomsten in verband met effecten, en aflossing en verkoop, uitgevoerd door personen als bedoeld in onderdeel h of door beleggingsondernemingen, banken, of door andere instellingen aan welke de bewaarneming van financiële instrumenten is toegestaan;

      j. het verlenen van diensten door technische dienstverleners ter ondersteuning van het verlenen van betaaldiensten zonder dat de technische dienstverlener op enig moment in het bezit komt van de over te maken geldmiddelen, daarbij inbegrepen het verwerken en opslaan van gegevens, diensten ter bescherming van het vertrouwen en het privéleven, authenticatie van gegevens en entiteiten, het aanbieden van informatietechnologie- en communicatienetwerken, en het aanbieden en onderhouden van voor betaaldiensten gebruikte automaten en instrumenten;

      k. het verrichten van betalingstransacties ten behoeve van de aankoop van goederen of diensten die worden uitgevoerd met betaalinstrumenten die voorzien in een welbepaalde behoefte en die uitsluitend kunnen worden gebruikt:

      1°. hetzij in door de uitgevende instelling gebruikte bedrijfsgebouwen;

      2°. hetzij op grond van een handelsovereenkomst met de uitgevende instelling binnen een beperkt netwerk van dienstverleners;

      3°. hetzij voor een beperkte reeks goederen dan wel diensten;

      l. het verrichten van betalingstransacties ten behoeve van de aankoop van goederen of diensten die worden uitgevoerd via een telecommunicatie-instrument, digitaal instrument of informatietechnologie-instrument, mits de aanbieder van dit instrument niet uitsluitend als tussenpersoon optreedt tussen de betaaldienstgebruiker en de leverancier van de gekochte goederen en diensten en voor zover de gekochte goederen of diensten geleverd worden aan en gebruikt moeten worden via een van de bedoelde instrumenten;

      m. het verrichten van betalingstransacties die voor eigen rekening worden uitgevoerd tussen betaaldienstverleners, hun agenten of hun bijkantoren;

      n. het verrichten van betalingstransacties tussen een moederonderneming en haar dochteronderneming als bedoeld in artikel 3:268, eerste lid, onderdeel c, of tussen dochternemingen als bedoeld in artikel 3:268, eerste lid, onderdeel c, van dezelfde moederonderneming, zonder tussenkomst van een andere betaaldienstverlener dan een tot dezelfde groep behorende onderneming; of

      o. het opnemen van chartaal geld uit een geldautomaat, voor zover de exploitant van de geldautomaat geen andere betaaldiensten verleent en handelt namens een of meer betaaldienstverleners, en voor zover deze exploitant geen partij is bij de raamovereenkomst voor betaaldiensten van degene die de geldmiddelen van een betaalrekening opneemt.

      § 1.1.2.3. Verzekeraars

      Artikel 1:6

      1. Deze wet is niet van toepassing op:

      a. de Sociale Verzekeringsbank;

      b. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

      c. ziekenfondsen die overeenkomstig de Ziekenfondswet waren toegelaten;

      d. onderlinge waarborgmaatschappijen met zetel in Nederland en ondernemingen op onderlinge grondslag met zetel buiten Nederland die uitsluitend schadeverzekeringen aangaan met betrekking tot schade, veroorzaakt door of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij; en

      e. ondernemingen die geen andere branche uitoefenen dan de branche Hulpverlening en daarbij uitsluitend dekking verlenen in geval van een ongeval met of een defect aan een wegvoertuig, indien ingevolge de dekking de hulp bij een ongeval of defect in Nederland of direct over de grens beperkt is tot:

      1°. technische hulp ter plaatse, waarvoor de onderneming in de regel eigen personeel of uitrusting gebruikt;

      2°. het vervoer van het wegvoertuig naar de dichtstbijzijnde of meest geschikte plaats van reparatie, alsmede het eventuele vervoer van de bestuurder en passagiers, doorgaans met hetzelfde hulpmiddel, naar de dichtstbijzijnde plaats vanwaar zij hun reis met andere middelen kunnen voortzetten;

      3°. het vervoer van het wegvoertuig, eventueel met de bestuurder en passagiers, naar hun woonplaats, hun plaats van vertrek of hun oorspronkelijke bestemming binnen Nederland;

      en, voorzover de dekking zich mede uitstrekt tot een ongeval of defect in het buitenland, indien de hulp beperkt is tot de onder 1° en 2° bedoelde verrichtingen, de bestuurder of een passagier lid is van de onderneming en de hulp of het vervoer van het voertuig enkel op vertoon van een bewijs van lidmaatschap, zonder betaling van extra premie, wordt uitgevoerd door een soortgelijke, in de betrokken staat werkzame organisatie die zich hiertoe op basis van wederkerigheid heeft verplicht.

      2. Indien bij een levensverzekering naast de verplichting tot het doen van geldelijke uitkeringen, verplichtingen van andere aard worden aanvaard, of bij die levensverzekering verplichtingen worden aanvaard in verband met voorvallen waarvan het ontstaan onzeker is en die een natuurlijke persoon treffen, verliest het bedrijf van levensverzekeraar zijn karakter niet en worden deze verplichtingen niet beschouwd te zijn aangegaan in de uitoefening van het bedrijf van schadeverzekeraar.

      Artikel 1:6a

      1. Deze wet, met uitzondering van dit deel, de hoofdstukken 5.1, 5.3, 5.5 en afdeling 5.4.2, is niet van toepassing op herverzekeraars die ingevolge het tweede lid zijn aangewezen.

      2. Onze Minister kan, indien hij dit vanuit maatschappelijk oogpunt noodzakelijk acht, herverzekeraars aanwijzen die zijn opgericht ingevolge overeenkomsten tussen levensverzekeraars, schadeverzekeraars of natura-uitvaartverzekeraars, welke overeenkomsten zijn gericht op het bundelen van vorderingen uit hoofde van verzekering, zonder welke overeenkomsten het op de markt niet mogelijk zou zijn voor bedoelde risico’s een adequate herverzekeringsdekking te verkrijgen.

      3. Het besluit tot aanwijzing kan door Onze Minister worden ingetrokken indien hij de aanwijzing niet langer vanuit maatschappelijk oogpunt noodzakelijk acht, de overeenkomsten niet langer zijn gericht op het bundelen van vorderingen uit hoofde van verzekering, of het niet langer onmogelijk is voor bedoelde risico’s ook zonder de desbetreffende overeenkomsten een adequate risicodekking te verkrijgen.

      Artikel 1:7

      De herverzekeraars, levensverzekeraars en schadeverzekeraars, verenigd onder de naam Lloyd’s, te Londen, Verenigd Koninkrijk, worden voor de toepassing van deze wet tezamen als een herverzekeraar, een levensverzekeraar of een schadeverzekeraar beschouwd.

      Artikel 1:8

      1. Als de uitoefening van het bedrijf van levensverzekeraar of het bedrijf van schadeverzekeraar wordt niet beschouwd het sluiten of afwikkelen van levensverzekeringen onderscheidenlijk schadeverzekeringen voor eigen rekening door een pensioenfonds voorzover dat pensioenfonds daarvoor een pensioenovereenkomst uitvoert als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet of een beroepspensioenregeling als bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

      2. Als de uitoefening van het bedrijf van levensverzekeraar of het bedrijf van schadeverzekeraar wordt niet beschouwd het sluiten of afwikkelen van levensverzekeringen onderscheidenlijk schadeverzekeringen voor eigen rekening door ondernemingen die voor eigen rekening geen andere levensverzekeringen of schadeverzekeringen sluiten of afwikkelen dan die welke dienen ter uitvoering van een pensioenovereenkomst met een directeur-grootaandeelhouder als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.

      3. Als de uitoefening van het bedrijf van herverzekeraar wordt niet beschouwd het sluiten of afwikkelen van herverzekeringen voor eigen rekening door een pensioenfonds voor zover dat pensioenfonds risico’s accepteert


Скачать книгу