Handboek voor Bijenhouders. J. Dirks

Handboek voor Bijenhouders - J. Dirks


Скачать книгу
men het thuten der jonge moederbijen ’s morgens of ’s avonds in een stok gehoord heeft, dan kan men, denzelfden of den volgenden dag, bijna met zekerheid een nazwerm verwachten, wanneer het weder niet al te ongunstig is. Soms komen zij zelfs af bij koud regenachtig weder, dat men geheel ongeschikt voor het zwermen zou rekenen; wanneer de zon maar een oogenblik doorbreekt, dan maken zij van die gelegenheid gebruik om de woning te verlaten. Men moet dus in den tijd van het nazwermen, ook bij minder gunstig weder, en van ’s morgens tot ’s avonds, de stokken blijven bewaken.

      Er is reeds opgemerkt dat de nazwermen altijd van mindere waarde zijn dan de voorzwermen; het kleiner getal bijen, het later afkomen, en het onbevrucht zijn der moederbij zijn daar oorzaak van. Het laatste is vooral van beteekenis, omdat de koningin op hare bevruchtings-uitvlugt aan vele gevaren is blootgesteld: een vogel kan haar verslinden, de wind kan haar in het water slaan, of zij kan op een vreemden stok verdwalen en daar terstond gedood worden. Komt zij om, dan moet ook de zwerm te gronde gaan. In het gunstigste geval, dat is, wanneer de koningin behoorlijk bevrucht tot haar stok terugkeert, duurt het toch nog ruim drie weken, eer dat in dezen stok jonge bijen kunnen uitloopen, terwijl het reeds klein getal dergene, die in den zwerm aanwezig waren, gedurende dien tijd nog veel verminderd is. De voornaamste honigoogst is dan ook veelal reeds geëindigd, zoodat het niet zelden gebeurt, dat zij haar wasbouw niet behoorlijk kunnen optrekken, noch haar wintervoorraad verzamelen.

      Конец ознакомительного фрагмента.

      Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

      Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.

      Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.

      1

      Men kan het aantal bijen, in een zwerm vereenigd, begrooten, door eerst de ledige woning te wegen en deze met den zwerm, nadat hij er in tot rust gekomen is, nogmaals te wegen, waardoor men, het gewigt der bijen kennende, ook haar aantal ten naastenbij kan bepalen, daar 100 bijen gewoonlijk 1 Ned. lood wegen. Regtstreeks kan men haar tellen, dat echter zeer omslagtig is, door haar te bedwelmen, waarover later gesproken zal worden.

      2

1

Men kan het aantal bijen, in een zwerm vereenigd, begrooten, door eerst de ledige woning te wegen en deze met den zwerm, nadat hij er in tot rust gekomen is, nogmaals te wegen, waardoor men, het gewigt der bijen kennende, ook haar aantal ten naastenbij kan bepalen, daar 100 bijen gewoonlijk 1 Ned. lood wegen. Regtstreeks kan men haar tellen, dat echter zeer omslagtig is, door haar te bedwelmen, waarover later gesproken zal worden.

2

Sommige bijen in Italië en wel die uit de omstreken van Genua, want zij zijn er niet algemeen, zijn van de gewone bijen niet onderscheiden dan door de kleur. Beide soorten vereenigen zich vreedzaam tot een gezelschap, nemen wederkeerig was-, honig- en broedtafels, ook broedcellen en zelfs moederbijen aan, doch blijven, gedurende haar geheele leven, naauwkeurig van elkander onderscheiden; want de beide eerste ringen van het achterlijf, welke bij onze gewone bijen, even als de overige, eene zwartbruine kleur hebben, zijn bij de Italiaansche bijen roodgeel of oranje en, tegen de zon gezien, bijna doorschijnend. Zij mogen met den tijd hare haren verliezen, deze kleur blijft stand houden, ja schijnt er nog duidelijker door te worden. Dit verschil in kleur doet de mogelijkheid ontstaan om verschillende waarnemingen te doen.

3

Men moet deze koningin dan elk voorjaar, wanneer de stok daartoe in staat of zoogenaamd zwermgeregt is, met den zwerm kunstmatig afdrijven en haar in eene woning, die reeds met werk voorzien is, als voorzwerm plaatsen. Deze kunstzwerm moet dan telkens, minstens een half uur van den ouden stok geplaatst worden, daar anders de meeste bijen weder naar hare oude bekende plaats zouden terugvliegen, – of men moet hem op de plaats van den moederstok stellen.

4

Wanneer ik lengtemaat opgeef, bedoel ik de Rhijnlandsche, waarbij, zooals men weet, de voet in 12 duimen en de duim in 12 lijnen verdeeld wordt. Ik heb aan deze maat de voorkeur gegeven, omdat de bijenhouder steeds het hulpmiddel bij de hand heeft, om zich die maat te verschaffen; want 5 werkbijencellen of 4 hommelcellen zijn juist een Rhijnlandschen duim lang.

5

Biblia Naturae, Sive Historia Insectorum, Ao. 1737 in fol. uitgegeven, met eene Nederd. vertaling. – Swammerdam was reeds in 1680 overleden; deze uitgave werd door Boerhave bezorgd.

6

Histoire naturelle des insectes, 6 v. Paris 1734–1742.

7

Zie hierover bladz. 11.

8

Zie hiervan een sprekend voorbeeld op bladz. 15.


Скачать книгу