Het Urantia Boek. Urantia Foundation
orde van de laagste groep kinderen van de Oneindige Geest — de engelenscharen. Deze dienende geesten kan men aantreffen van het Paradijs-Eiland tot op de werelden in tijd en ruimte. In elk belangrijk deel van de georganiseerde en bewoonde schepping verrichten zij hun diensten.
1. De dienende geesten
26:1.1 (285.2) Engelen zijn als dienende geesten de medewerkers van de evolutionaire, opklimmende wilsschepselen uit de gehele ruimte; zij zijn ook collega’s en medewerkers van de hogere heerscharen der goddelijke persoonlijkheden op de werelden. De engelen van alle orden zijn duidelijke persoonlijkheden en in hoge mate geïndividualiseerd. Allen weten de vormen van dienstbetoon van de reversie-leiders hogelijk te waarderen. Samen met de Boodschappersscharen in de Ruimte, genieten de dienende geesten perioden van rust en verandering; zij hebben een zeer sociale natuur en een vermogen om zich bij anderen aan te sluiten welk dat van mensen verre overtreft.
26:1.2 (285.3) De dienende geesten van het groot universum worden als volgt ingedeeld:
26:1.3 (285.4) 1. Supernafijnen;
26:1.4 (285.5) 2. Seconafijnen;
26:1.5 (285.6) 3. Tertiafijnen;
26:1.6 (285.7) 4. Omniafijnen;
26:1.7 (285.8) 5. Serafijnen;
26:1.8 (285.9) 6. Cherubijnen en Sanobijnen;
26:1.9 (285.10) 7. Middenwezens.
26:1.10 (285.11) De individuele leden van de orden der engelen zijn niet geheel stationair voorzover het hun persoonlijke status in het universum betreft. Engelen van bepaalde orden kunnen een tijdlang Paradijs-Metgezellen zijn, terwijl sommigen van hen Hemelse Registrators worden; anderen kunnen opklimmen tot de rang van Rechtskundig Adviseur. Bepaalde cherubijnen kunnen streven naar de status en bestemming van serafijn, terwijl evolutionaire serafijnen de geestelijke niveaus van de opklimmende Zonen van God kunnen bereiken.
26:1.11 (285.12) Om hen bij u te introduceren, worden de zeven orden van dienende geesten, zoals hier geopenbaard, gegroepeerd naar de functies die voor de opklimmende geschapen wezens het meest van belang zijn:
26:1.12 (285.13) 1. De dienende geesten van het Centrale Universum. De drie orden der supernafijnen dienen in het Paradijs-Havona-stelsel. Primaire of Paradijs-supernafijnen worden geschapen door de Oneindige Geest. De secundaire en tertiaire orden die in Havona dienen, zijn afstammelingen van respectievelijk de Meester-Geesten en de Geesten van de Circuits.
26:1.13 (286.1) 2. De dienende geesten van de Superuniversa — de seconafijnen, de tertiafijnen en de omniafijnen. Seconafijnen, de kinderen van de Reflectieve Geesten, dienen op verschillende wijzen in de zeven superuniversa. Tertiafijnen, die afstammen van de Oneindige Geest, wijden zich uiteindelijk aan de verbindingsdienst tussen de Schepper-Zonen en de Ouden der Dagen. Omniafijnen worden door de Oneindige Geest en de Zeven Allerhoogste Regeerders gezamenlijk geschapen, en zijn uitsluitend dienaren van de laatstgenoemden. De bespreking van deze drie orden vormt het onderwerp van een volgende verhandeling in deze serie.
26:1.14 (286.2) 3. De dienende geesten van de Plaatselijke Universa omvatten de serafijnen en hun assistenten, de cherubijnen. Met deze afstammelingen van de Moeder-Geest van hun Universum hebben opklimmende stervelingen hun eerste contact. De middenwezens, die op de bewoonde werelden zijn geboren, maken niet echt deel uit van de eigenlijke orden van engelen, ofschoon zij functioneel dikwijls onder de dienende geesten worden gegroepeerd. Hun verhaal, alsmede een relaas over de serafijnen en cherubijnen, vindt ge in de verhandelingen die betrekking hebben op de aangelegenheden van uw plaatselijk universum.
26:1.15 (286.3) Alle orden der engelenscharen wijden zich aan de verschillende takken van dienst in het universum en dienen op enige wijze de hogere orden der hemelse wezens, maar het zijn de supernafijnen, seconafijnen en serafijnen die in groten getale worden ingezet ter bevordering van het opklimmingsplan der progressieve vervolmaking van de kinderen uit de tijd. Zij functioneren in het centrale universum, in de super- en plaatselijke universa en vormen de schakels in de ononderbroken keten van geestelijke dienaren die door de Oneindige Geest zijn verschaft om allen die de Universele Vader door de Eeuwige Zoon trachten te bereiken, te helpen en te leiden.
26:1.16 (286.4) Supernafijnen zijn met betrekking tot slechts één aspect van hun activiteit beperkt in ‘geest-polariteit,’ namelijk in hun handelen samen met de Universele Vader. Zij kunnen alleen werken, behalve wanneer zij rechtstreeks gebruik maken van de exclusieve circuits van de Vader. Wanneer zij door rechtstreeks dienstbetoon van de Vader kracht ontvangen, moeten de supernafijnen zich vrijwillig tot paren verbinden om te kunnen functioneren. Seconafijnen zijn eveneens beperkt en moeten bovendien in paren werken om te kunnen synchroniseren met de circuits van de Eeuwige Zoon. Serafijnen kunnen wel afzonderlijk als onderscheiden, gelocaliseerde persoonlijkheden werken, doch kunnen slechts in een circuit worden opgenomen wanneer zij gepolariseerd zijn als een verbonden paar. Wanneer zulke geest-wezens als een paar verbonden zijn, wordt de ene het complement van de ander genoemd. Complementaire verhoudingen kunnen van voorbijgaande aard zijn; zij zijn niet noodzakelijkerwijs permanent.
26:1.17 (286.5) Deze schitterende lichtschepselen worden rechtstreeks gevoed door opname van de geestelijke energie van de primaire circuits van het universum. De stervelingen van Urantia nemen licht-energie op door de vegetatieve incarnatie ervan, doch de engelenscharen zijn aangesloten op een circuit; zij ‘hebben voedsel waarvan gij niet weet.’ Zij volgen ook het circulerende onderricht van de wonderbare Leraar-Zonen der Triniteit; zij ontvangen kennis en nemen wijsheid op, op een wijze die veel overeenkomst vertoont met de techniek waardoor zij de levensenergieën tot zich nemen.
2. De Machtige Supernafijnen
26:2.1 (286.6) De supernafijnen zijn de ervaren dienaren van alle soorten wezens die op het Paradijs en in het centrale universum verblijven. Deze hoge engelen worden in drie hoofdorden geschapen: de primaire, de secundaire en de tertiaire.
26:2.2 (287.1) Primaire supernafijnen zijn de nakomelingen van alleen de Vereende Schepper. Zij verdelen hun dienstbetoon min of meer gelijkelijk over bepaalde groepen Paradijs-Burgers en het steeds aanwassende korps van pelgrims in opklimming. Deze engelen van het eeuwige Eiland zijn zeer effectief in het bevorderen van de noodzakelijke training van beide groepen Paradijs-bewoners. Zij dragen veel bij tot het wederzijdse begrip van deze twee unieke orden universum-schepselen — de ene het hoogste type goddelijke, volmaakte wilsschepsel, en de andere de vervolmaakte evolutie van het laagste type wilsschepsel in het gehele universum van universa.
26:2.3 (287.2) Het werk van de primaire supernafijnen is zo uitzonderlijk en karakteristiek, dat het afzonderlijk zal worden besproken in de volgende verhandeling.
26:2.4 (287.3) Secundaire supernafijnen besturen de aangelegenheden van de opklimmende wezens in de zeven circuits van Havona. Zij zijn evenzeer betrokken bij de educatieve training van talrijke orden Paradijs-Burgers die gedurende lange perioden op de werelden van de circuits van de centrale schepping verblijven, doch dit aspect van hun dienstbetoon mogen wij niet bespreken.
26:2.5 (287.4) De zeven typen van deze hoge engelen ontstaan elk in één der Zeven Meester-Geesten en hebben elk een natuur die qua patroon overeenkomt met deze Meester-Geest. Collectief scheppen de Zeven Meester-Geesten vele verschillende groepen unieke wezens en entiteiten, en de individuele leden van elk van deze orden zijn betrekkelijk uniform van natuur. Wanneer dezelfde Zeven Geesten echter individueel scheppen, zijn de zeven orden die hieruit voortvloeien altijd van verschillende aard: de kinderen van elke Meester-Geest delen in de natuur van hun schepper en verschillen bijgevolg van de anderen. Zo is ook de oorsprong van de secundaire supernafijnen, en de engelen van alle zeven geschapen soorten functioneren in alle kanalen van activiteit die toegankelijk zijn voor hun gehele orde, voornamelijk in de zeven circuits van het centrale, goddelijke universum.
26:2.6 (287.5) Elk van de zeven planetaire circuits van Havona staat onder het rechtstreekse toezicht van de Zeven Geesten van de Circuits, zelf de collectieve — en dus uniforme — schepping van de Zeven Meester-Geesten. Ofschoon deze zeven ondergeschikte Geesten van Havona deelhebben