Het Urantia Boek. Urantia Foundation
punt de centrale universum-bron van tijd-ruimte-eenheid te ontmoeten — de geestelijke realiteit van God de Allerhoogste.
26:6.3 (292.3) Ik weet eigenlijk niet hoe ik u kan uitleggen wat er in deze cirkelgang plaatsvindt. Voor de pelgrims in opklimming is er geen gepersonaliseerde tegenwoordigheid van het Allerhoogst Bewind waarneembaar. In bepaalde opzichten wordt het feit dat er geen contact kan worden gemaakt met de Allerhoogste gecompenseerd door nieuwe betrekkingen met de Zevende Meester-Geest. Maar ook al zijn wij niet in staat te begrijpen hoe dit in zijn werk gaat, ieder opklimmend schepsel lijkt een transformerende groei door te maken, een nieuwe integratie van zijn bewustzijn, een nieuwe vergeestelijking van zijn voornemen en een nieuwe gevoeligheid voor goddelijkheid, die nauwelijks bevredigend kan worden verklaard zonder de niet-geopenbaarde werkzaamheid van de Allerhoogste aan te nemen. Voor degenen onder ons die deze mysterieuze verrichtingen hebben gadegeslagen, lijkt het alsof God de Allerhoogste aan zijn experiëntiële kinderen, liefdevol en tot aan het maximum van hun experiëntiële vermogens, die vermeerdering van verstandelijk bevattingsvermogen, van geestelijk inzicht en van persoonlijkheidsuitbreiding schenkt, die zij zo hard nodig zullen hebben bij al hun pogingen om door te dringen tot het goddelijkheidsniveau van de Triniteit van Allerhoogste Macht, om de eeuwige, existentiële Godheden van het Paradijs te bereiken.
26:6.4 (292.4) Wanneer de allerhoogst bewind-gidsen menen dat hun leerlingen klaar zijn om bevorderd te worden, leiden zij hen voor de commissie van zeventig, een gemengde groep die dient als commissie van examinatoren op de loodswereld van circuit zes. Wanneer de pelgrims aan deze commissie naar bevrediging hebben aangetoond dat zij voldoende begrip van de Allerhoogste en van de Triniteit van Allerhoogste Macht hebben verworven, ontvangen zij het getuigschrift dat zij kunnen worden overgebracht naar het vijfde circuit.
7. De Triniteitsgidsen
26:7.1 (292.5) De Triniteitsgidsen zijn de onvermoeibare dienaren in de vijfde cirkelgang van de Havona-training voor de voortschrijdende pelgrims uit tijd en ruimte. De geestelijke gegradueerden worden hier aangeduid als ‘kandidaten voor het Godheidsavontuur’ aangezien de pelgrims op deze cirkel onder leiding van de Triniteitsgidsen meer uitgebreid onderricht ontvangen aangaande de goddelijke Triniteit, ter voorbereiding op hun pogen om de persoonlijkheid van de Oneindige Geest te herkennen. En hier ontdekken de pelgrims in opklimming ook wat echte studie en werkelijke mentale inspanning betekenen, als zij de natuur beginnen te bespeuren van de nog veeleisender en zwaardere geestelijke inspanning die nodig zal zijn om te voldoen aan de eisen van het verheven doel van hun prestaties op de werelden van dit circuit.
26:7.2 (292.6) Deze Triniteitsgidsen werken zeer getrouw en doeltreffend: iedere pelgrim krijgt de onverdeelde aandacht en volle genegenheid van een tot deze orde behorende secundaire supernafijn. Een pelgrim uit de tijd zou nooit de eerste benaderbare persoon van de Paradijs-Triniteit kunnen vinden zonder de hulp en bijstand van deze gidsen en van de menigte andere geestelijke wezens die zich bezighouden met het instrueren van opklimmenden inzake de aard en de techniek van het Godheid-avontuur dat op handen is.
26:7.3 (293.1) Na de voltooiing van de opleidingscursus op dit circuit, nemen de Triniteitsgidsen hun leerlingen mee naar de betrokken loodswereld en stellen zij hen voor aan één van de vele drieënige commissies die dienst doen als examinatoren van de kandidaten en die hen bevoegd verklaren tot het Godheidsavontuur. Deze commissies bestaan uit één lid van de orde der Volkomenen, één der gedragsadviseurs uit de orde der primaire supernafijnen, en ofwel een Solitaire Boodschapper uit de ruimte òf een Getrinitiseerde Zoon van het Paradijs.
26:7.4 (293.2) Wanneer een ziel in opklimming daadwerkelijk onderweg gaat naar het Paradijs, wordt hij alleen vergezeld door het overgangstrio: de superafijnse cirkel-medewerker, de Gids voor Gegradueerden, en de immer aanwezige dienstbare-metgezel van laatstgenoemde. Deze excursies vanuit de Havona-circuits naar het Paradijs zijn proeftochten: de pelgrims in opklimming hebben nog geen Paradijs-status. Zij bereiken de status van inwoner van het Paradijs pas na de laatste rust in de tijd, nadat zij de Universele Vader hebben bereikt en toestemming hebben verkregen om de Havona-circuits definitief te verlaten. Pas na de goddelijke rustperiode nemen zij deel aan de ‘essentie van goddelijkheid’ en de ‘geest van allerhoogste macht’ en beginnen zij als zodanig werkelijk te functioneren in de cirkelgang der eeuwigheid en in de tegenwoordigheid van de Triniteit.
26:7.5 (293.3) De metgezellen van de opklimmende, de leden van het overgangstrio, behoeven hem niet in staat te stellen om de geografische aanwezigheid van de geestelijke lichtstraling van de Triniteit te localiseren; zij hebben veeleer tot taak om de pelgrim alle mogelijke assistentie te verlenen bij zijn moeilijke opgave om de Oneindige Geest in die mate te gaan herkennen, onderscheiden en begrijpen, dat dit de herkenning van diens persoonlijkheid inhoudt. Iedere opklimmende pelgrim op het Paradijs kan de geografische of plaatselijke aanwezigheid van de Triniteit onderscheiden, de overgrote meerderheid is in staat om in contact te treden met de verstandelijke realiteit der Godheden, speciaal de Derde Persoon, doch niet allen kunnen de werkelijkheid van de geestelijke tegenwoordigheid van de Vader en de Zoon herkennen, of zelfs maar ten dele begrijpen. Nog moeilijker is het om de Universele Vader ook maar enigszins geestelijk te begrijpen.
26:7.6 (293.4) Zelden gebeurt het dat de queeste naar de Oneindige Geest niet met succes wordt bekroond, en wanneer hun pupillen zijn geslaagd in deze fase van het Godheidsavontuur, treffen de Triniteitsgidsen voorbereidingen om hen over te dragen aan de zorgen van de Zoon-vinders op het vierde circuit van Havona.
8. De Zoon-vinders
26:8.1 (293.5) Het vierde circuit van Havona wordt soms het ‘circuit van de Zonen’ genoemd. Vanuit de werelden van dit circuit gaan de pelgrims in opklimming naar het Paradijs om een begripvol contact met de Eeuwige Zoon te bereiken, terwijl de afdalende pelgrims op de werelden van dit circuit een nieuw inzicht verwerven in de natuur en missie van de Schepper-Zonen in tijd en ruimte. Er zijn zeven werelden in dit circuit waar het reservekorps van de Paradijs-Michaels speciale dienstverlenende scholen hebben voor wederzijdse bijstand aan zowel de opklimmende als de afdalende pelgrims, en op deze werelden van de Michael-Zonen komen de pelgrims uit de tijd en de pelgrims uit de eeuwigheid dan ook voor de eerste maal tot een waarlijk wederzijds begrip. In vele opzichten zijn de ervaringen van dit circuit de meest intrigerende belevenissen van het gehele verblijf in Havona.
26:8.2 (294.1) De Zoon-vinders zijn de superafijnse helpers van de opklimmende stervelingen in het vierde circuit. Naast hun algemene werk, het voorbereiden van hun kandidaten op een besef van de Triniteitsbetrekkingen van de Eeuwige Zoon, moeten deze Zoon-vinders hun pupillen zo volledig onderrichten, dat dezen er ten volle in zullen slagen om, in de eerste plaats, de Zoon voldoende geestelijk te begrijpen; ten tweede, een bevredigende persoonlijkheidsherkenning van de Zoon te verwerven, en ten derde, de Zoon op de juiste wijze te differentiëren van de persoonlijkheid van de Oneindige Geest.
26:8.3 (294.2) Na het bereiken van de Oneindige Geest worden er geen verdere examens afgenomen. De toetsen van de binnenste cirkels bestaan uit de prestaties van de pelgrim-kandidaten wanneer zij in de omhelzing zijn van de omhulling door de Godheden. Vorderingen worden zuiver en alleen bepaald door de geestelijkheid van het individu, en niemand dan de Goden matigt zich een oordeel aan inzake het bezit hiervan. In het geval dat een pelgrim niet slaagt, wordt hiervoor nimmer een reden opgegeven, en evenmin worden de kandidaten zelf, of hun verschillende mentoren en gidsen dienaangaande ooit berispt of bekritiseerd. Op het Paradijs wordt een teleurstelling nooit als een nederlaag beschouwd; uitstel wordt nimmer als een schande gezien; de schijnbare mislukkingen in de tijd worden nimmer verward met de betekenisvolle vertragingen in de eeuwigheid.
26:8.4 (294.3) Niet vele pelgrims ervaren de vertraging van schijnbare mislukking in het Godheidsavontuur. Bijna allen bereiken zij de Oneindige Geest, ofschoon er af en toe een pelgrim uit superuniverum nummer één niet in zijn eerste poging slaagt. De pelgrims die de Geest bereiken, falen zelden in het vinden van de Zoon; zij die toch falen wanneer zij voor de eerste maal dit avontuur ondernemen, zijn bijna allen afkomstig uit de superuniversa drie en vijf. De overgrote meerderheid van hen die falen als zij dit avontuur om de Vader te bereiken voor de eerste maal ondernemen, wanneer zij zowel de Geest als de Zoon reeds hebben gevonden, zijn afkomstig uit superuniversum zes, ofschoon enkelen uit de nummers twee en drie