Het Urantia Boek. Urantia Foundation
(313.2) De Waarnemers van Geesten verrichten hun ingewikkelde diensten krachtens hun inherente ‘geestelijk inzicht,’ als ik deze woorden mag gebruiken in een poging om het menselijk bewustzijn de gedachte bij te brengen dat deze reflectieve engelen aldus intuïtief en feilloos functioneren krachtens het vermogen dat hun is ingeschapen. Wanneer de Universele Censors gadeslaan wat hun aldus wordt voorgehouden, staan zij van aangezicht tot aangezicht met de naakte ziel van het gereflecteerde individu; en deze zekere, volmaakte uitbeelding verklaart tot op zekere hoogte waarom de Censors altijd zo juist kunnen functioneren als rechtvaardige rechters. De waarnemers vergezellen de Censors altijd op iedere zending buiten Uversa, en zij zijn even effectief buiten in de universa als in hun Uversa-hoofdkwartier.
28:5.21 (313.3) Ik verzeker u dat al deze verrichtingen in de geest-wereld werkelijkheid zijn, dat zij plaats vinden in overeenstemming met vaste gebruiken en in harmonie met de onveranderlijke wetten der universele domeinen. De wezens van elke pas geschapen orde worden, zodra zij de adem des levens hebben ontvangen, ogenblikkelijk gereflecteerd in den hoge; een levende uitbeelding van de natuur en het potentieel van het schepsel wordt naar het hoofdkwartier van het superuniversum geflitst. Op deze wijze worden de Censors door middel van de waarnemers geheel op de hoogte gehouden inzake ‘welke soort geest’ nu precies op de werelden in de ruimte is geboren.
28:5.22 (313.4) En zo is het ook gesteld met de sterfelijke mens: de Moeder-Geest van Salvington kent u volledig, want de Heilige Geest op uw wereld ‘doorzoekt alle dingen,’ en al hetgeen de goddelijke Geest van u weet is altijd ogenblikkelijk beschikbaar wanneer de secorafijnse waarnemers reflecteren met de Geest inzake de kennis die de Geest van u heeft. Wij dienen hier echter te vermelden dat de kennis en plannen van de Vader-fragmenten niet gereflecteerd kunnen worden. De waarnemers kunnen de tegenwoordigheid van de Richters (en volgens de verklaring van de Censors zijn dezen goddelijk) wel reflecteren en doen dit ook, maar de waarnemers kunnen niet ontcijferen wat er omgaat in de verstandelijkheid van de Geheimnisvolle Mentoren.
6. De Tertiaire Seconafijnen
28:6.1 (313.5) Op dezelfde wijze als hun collega’s worden ook deze engelen in reeksen en in zeven reflectieve typen geschapen, doch deze typen worden niet afzonderlijk aangesteld bij de onderscheidene diensten van de bestuurders van de superuniversa. Alle tertiaire seconafijnen worden collectief toegewezen aan de Getrinitiseerde Zonen van Bekwaamheid, en in het gebruik dat deze zonen in opklimming van hen maken zijn zij onderling verwisselbaar; dat wil zeggen, de Machtige Boodschappers kunnen gebruik maken van elk der tertiaire typen en doen dit ook, en hetzelfde geldt voor degenen die met de Boodschappers zijn gecoördineerd, de Hoge Gezagsdragers en Degenen zonder Naam en Getal. Deze zeven typen tertiaire seconafijnen zijn:
28:6.2 (314.1) 1. De Betekenis van Oorsprongen. De opklimmende Getrinitiseerde Zonen in de regering van een superuniversum zijn belast met de verantwoordelijkheid voor het behandelen van alle kwesties die voortvloeien uit de oorsprong van een individu, een ras, of een wereld; de betekenis van de oorsprong van de levende schepselen van een gebied is dan ook de belangrijkste kwestie in al onze plannen voor hun kosmische vooruitgang. Alle betrekkingen en de toepassing van ethiek komen voort uit de fundamentele feiten van ieders oorsprong. De afkomst ligt ten grondslag aan de relationele reactie van de Goden. De Vereend Handelende Geest besteedt altijd ‘aandacht aan de wijze waarop de mens is geboren.’
28:6.3 (314.2) Bij de hogere afdalende wezens is hun oorsprong eenvoudig een feit dat kan worden nagegaan, maar in het geval van de opklimmende wezens, waaronder de lagere orden der engelen, zijn de aard en omstandigheden van hun oorsprong niet altijd zo duidelijk, ofschoon van even vitaal belang bij bijna iedere wending in de aangelegenheden van het universum — vandaar de waarde van de reeks der weerspiegelende seconafijnen die tot onze beschikking staan en ogenblikkelijk al het nodige inzake de genese van ieder wezen kunnen uitbeelden, zowel in het centrale universum als in het gehele gebied van een superuniversum.
28:6.4 (314.3) De Betekenis van Oorsprongen zijn de immer beschikbare levende naslag-genealogieën van de ontzaglijke scharen wezens — mensen, engelen en anderen — die de zeven superuniversa bewonen. Zij staan altijd gereed om hun meerderen te voorzien van een bijgewerkte, zeer volledige, en betrouwbare inschatting van de erfelijkheidsfactoren en de huidige actuele status van ieder individu op iedere wereld in hun respectieve superuniversa; hun berekeningen naar de feiten die in hun bezit zijn, zijn dan ook altijd tot op de minuut bijgewerkt.
28:6.5 (314.4) 2. Het Geheugen van Barmhartigheid. Dit zijn de actuele, volkomen en volledige, levende registraties van de barmhartigheid die aan individuele personen en volkeren is betoond in het tedere dienstbetoon van degenen die als instrument van de Oneindige Geest optreden bij de missie om het recht van de gerechtigheid aan te passen aan de status van de betrokken gebieden, zoals onthuld door hetgeen de Betekenis van Oorsprongen uitbeelden. Het Geheugen van Barmhartigheid onthult wat de kinderen der barmhartigheid moreel verschuldigd zijn — hun geestelijke aansprakelijkheid — tegenover hun kapitaal aan reddende voorzieningen die door de Zonen van God zijn ingesteld. Door het openbaren van de preëxistente barmhartigheid van de Vader, verstrekken de Zonen van God het noodzakelijke krediet om de overleving van allen te verzekeren. En vervolgens wordt in overeenstemming met de bevindingen van de Betekenis van Oorsprongen, een barmhartigheidstegoed verstrekt ten behoeve van de overleving van ieder met rede begiftigd schepsel, een royaal krediet dat voldoende genade biedt om de overleving te verzekeren van iedere ziel die werkelijk goddelijk burgerschap verlangt.
28:6.6 (314.5) Het Geheugen van Barmhartigheid is een levende proefbalans, een actueel overzicht van de stand van uw rekening bij de bovennatuurlijke krachten van de betrokken gebieden. Dit zijn de levende registraties van het barmhartigheidsbetoon die voor de gerechtshoven van Uversa als onderdeel van de getuigenissen worden opgelezen wanneer het recht van iedere persoon op een leven zonder einde ter beoordeling staat, wanneer ‘tronen worden opgesteld en de Ouden der Dagen zich nederzetten. De uitzendingen van Uversa nemen een aanvang en gaan van hen uit; duizendmaal duizenden dienen hen en tienduizend maal tienduizend staan voor hen. De rechtbank zet zich neder en de boeken worden geopend.’ En de boeken die bij zulk een gewichtige gelegenheid worden geopend, zijn de levende registraties van de tertiaire seconafijnen van de superuniversa. De formele dossiers kunnen worden ingezien om het getuigenis van de Geheugens van Barmhartigheid zo nodig te staven.
28:6.7 (314.6) Het Geheugen van Barmhartigheid moet aantonen dat het reddend krediet dat door de Zonen van God is verstrekt, ten volle en getrouwelijk is uitbetaald in het liefdevolle dienstbetoon van de geduldige persoonlijkheden van de Derde Bron en Centrum. Doch wanneer de barmhartigheid is uitgeput, wanneer haar ‘geheugen’ getuigt dat zij is opgebruikt, dan heeft het recht de overhand en velt de gerechtigheid het vonnis. Want barmhartigheid zal niet worden opgedrongen aan hen die haar minachten; barmhartigheid is niet een geschenk dat met voeten kan worden getreden door de hardnekkige rebellen in de tijd. Ofschoon barmhartigheid zo kostbaar is en duur wordt verleend, zijn de individuele kredieten die ge moogt opnemen niettemin altijd veel groter dan uw vermogen om deze reserve uit te putten, indien ge oprechte bedoelingen hebt en eerlijk zijt van hart.
28:6.8 (315.1) De reflectoren van barmhartigheid houden zich samen met hun tertiaire medewerkers bezig met talrijke vormen van dienstbetoon in de superuniversa, waaronder het onderricht aan de schepselen in opklimming. Door de Betekenis der Oorsprongen wordt deze opklimmenden naast vele andere dingen geleerd hoe zij geest-ethiek moeten toepassen, en na deze training leren de Geheugens van Barmhartigheid hen hoe zij waarlijk barmhartig moeten zijn. Hoewel de geest-technieken van het dienstbetoon der barmhartigheid uw voorstellingsvermogen te boven gaan, zoudt ge zelfs nu reeds moeten begrijpen dat barmhartigheid een kenmerk is van groei. Ge moet u realiseren dat ge een grote beloning aan persoonlijke voldoening ontvangt door in de eerste plaats rechtvaardig te zijn, dan billijk, vervolgens geduldig en dan mild. Dan, op die grondslag en indien ge dit verkiest en over uw hart kunt verkrijgen, kunt ge de volgende stap nemen en werkelijk barmhartigheid betonen; barmhartigheid kan niet op zichzelf en afzonderlijk worden betoond. Deze stappen moeten achtereenvolgens worden genomen, anders kan er geen echte barmhartigheid zijn. Er kan wel sprake zijn van paternalisme, minzaamheid of naastenliefde — zelfs van medelijden — maar niet van barmhartigheid. Ware barmhartigheid treedt alleen aan de dag als de kostelijke climax op deze voorgaande en bijkomende omstandigheden van