Het Urantia Boek. Urantia Foundation
Centra. Dit zijn de centra die in speciale plaatselijke situaties functioneren, doch niet op de bewoonde planeten. De afzonderlijke werelden staan onder verantwoordelijkheid van Meester-Fysische Controleurs en ontvangen de tot een circuit geworden krachtlijnen die worden uitgezonden door het krachtcentrum van hun stelsel. Alleen de werelden met de meest buitengewone energieverhoudingen hebben krachtcentra van de zevende orde, die optreden als schakelraderen of regelinrichtingen van de energie in het universum. In iedere fase van activiteit zijn deze krachtcentra geheel de gelijken van degenen die functioneren op de hogere controle-eenheden, maar nog niet één ruimtelichaam op een miljoen herbergt zulk een levende krachtorganisatie.
3. Het Domein van krachtcentra
29:3.1 (322.4) Met inbegrip van hun medewerkers en ondergeschikten, zijn de Allerhoogste Krachtcentra die over alle superuniversa zijn verdeeld, meer dan tien miljard in getal. En zij zijn allen in volmaakte synchronie met de Zeven Allerhoogste Krachtdirigenten, hun voorzaten van het Paradijs, en staan in volle verbinding met dezen. De energiecontrole in het groot universum is aldus toevertrouwd aan de hoede en leiding van de Zeven Meester-Geesten, de scheppers van de Zeven Allerhoogste Krachtdirigenten.
29:3.2 (322.5) De Allerhoogste Krachtdirigenten en al hun medewerkers, assistenten en ondergeschikten zijn voor immer vrijgesteld van aanhouding of inmenging door enige rechtbank in de gehele ruimte; zij zijn evenmin onderworpen aan de bestuurlijke leiding van de superuniversum-regeringen van de Ouden der Dagen noch aan het bestuur der plaatselijke universa van de Schepper-Zonen.
29:3.3 (323.1) Deze krachtcentra en -dirigenten worden tot aanzijn gebracht door de kinderen van de Oneindige Geest. Zij staan niet in nauw verband met het bestuur van de Zonen van God, ofschoon zij zich bij de Schepper-Zonen aansluiten tijdens de latere tijdperken van de materiële organisatie van de universa. De krachtcentra zijn echter wel op een bepaalde manier nauw verbonden met de kosmische albeheersing van de Allerhoogste.
29:3.4 (323.2) Krachtcentra en fysische controleurs worden niet opgeleid: zij zijn allen volmaakt geschapen en volmaakt handelen is hun aangeboren. Zij veranderen nooit van functie; zij dienen altijd zoals zij oorspronkelijk werden aangesteld. Er is geen evolutie onder hun gelederen, en dit geldt voor alle zeven divisies van beide orden.
29:3.5 (323.3) Daar zij geen opklimmingsverleden hebben waarnaar zij in hun herinnering kunnen teruggaan, kennen krachtcentra en fysische controleurs geen ontspanning; zij zijn volstrekt zakelijk in al hun handelen. Zij hebben altijd dienst: het universele plan kent geen voorzieningen voor de onderbreking van de fysische lijnen van energie. Voor nog geen fractie van een seconde kunnen deze wezens hun rechtstreekse toezicht op de energiecircuits in tijd en ruimte laten varen.
29:3.6 (323.4) De dirigenten, centra en controleurs van kracht hebben in de ganse schepping met niets anders te maken dan kracht, materiële of half-fysische energie; zij brengen deze niet voort, doch modificeren, manipuleren en richten haar. Zij hebben ook in het geheel niets te maken met de fysische zwaartekracht, behalve dat zij deze aantrekkingskracht weerstaan. Hun relatie tot de zwaartekracht is geheel negatief.
29:3.7 (323.5) De krachtcentra maken gebruik van geweldige mechanismen en coördinaties van een materiële orde, in verbinding met de levende mechanismen van de verschillende afzonderlijke energieconcentraties. Ieder afzonderlijk krachtcentrum bestaat uit precies een miljoen eenheden van functionele controle, en deze energie-modificerende eenheden zijn niet stationair, zoals de vitale organen van ’s mensen fysieke lichaam; deze ‘vitale organen’ van de krachtregulering zijn mobiel en waarlijk kaleidoscopisch in hun associatieve mogelijkheden.
29:3.8 (323.6) Ik zou u onmogelijk kunnen uitleggen hoe binnen deze levende wezens de hoofdcircuits van universum-energie worden gemanipuleerd en gereguleerd. Wanneer ik zou beginnen u meer informatie te geven over de omvang en functie van deze gigantische, bijna volmaakt efficiënte krachtcentra, zou ik uw verwarring en ontsteltenis alleen maar vergroten. Zij zijn zowel levend als ‘persoonlijk,’ doch gaan uw begrip te boven.
29:3.9 (323.7) Buiten Havona functioneren de Allerhoogste Krachtcentra slechts op speciaal geconstrueerde (architectonische) werelden of op ruimtelichamen die anderszins passend zijn gevormd. De architectonische werelden zijn dusdanig geconstrueerd, dat de levende krachtcentra kunnen optreden als keuzeschakelaars om de energieën der ruimte te richten, te modificeren en te concentreren terwijl deze zich over die werelden uitstorten. Op een gewone evolutionaire zon of planeet zouden zij niet zo kunnen functioneren. Bepaalde groepen zijn ook betrokken in de verwarming en andere materiële zaken die nodig zijn op deze speciale hoofdkwartierwerelden. En ofschoon het buiten de reikwijdte van de wetenschap op Urantia ligt, kan ik u zeggen dat deze orden van levende krachtpersoonlijkheden ook veel te maken hebben met de distributie van het licht dat schijnt zonder hitte. Zij doen dit verschijnsel niet ontstaan, doch zijn betrokken in de verspreiding en het richten ervan.
29:3.10 (323.8) De krachtcentra en hun ondergeschikte controleurs zijn aangesteld ten behoeve van de goede werking van alle fysische energieën in de georganiseerde ruimte. Zij werken met de drie hoofdstromen, die elk tien energieën omvatten. Dit is de energie-lading van de georganiseerde ruimte, en de georganiseerde ruimte is hun domein. De Universum-Krachtdirigenten hebben in het geheel niets te maken met die geweldige krachtwerkingen die nu buiten de huidige grenzen van de zeven superuniversa plaatsvinden.
29:3.11 (324.1) De krachtcentra en -controleurs hebben volmaakte controle over slechts zeven van de tien vormen van energie die elke fundamentele stroom in het universum bevat; de vormen van energie die slechts gedeeltelijk of in het geheel niet door hen beheerst worden, moeten wel de onvoorspelbare gebieden van energiemanifestatie zijn die door het Ongekwalificeerd Absolute worden geregeerd. Indien zij al invloed uitoefenen op de oerkrachten van dit Absolute zijn wij in elk geval onbekend met dergelijke functies, ofschoon er een zwakke aanduiding bestaat die de mening zou kunnen rechtvaardigen dat bepaalde fysische controleurs soms automatisch reageren op bepaalde impulsen van het Universeel Absolute.
29:3.12 (324.2) Deze levende krachtmechanismen zijn niet bewust betrokken bij de albeheersing van de energie in het universum door het Ongekwalificeerd Absolute, doch wij vermoeden dat hun bijna volmaakte plan voor het richten van kracht in zijn geheel op de een of andere onbekende wijze ondergeschikt is aan deze presentie der superzwaartekracht. In iedere plaatselijke energiesituatie oefenen de centra en controleurs bijna-allerhoogste macht uit, doch zij zijn zich altijd bewust van de aanwezigheid van superenergie en het onherkenbare optreden van het Ongekwalificeerd Absolute.
4. De Meester-Fysische Controleurs
29:4.1 (324.3) Deze wezens zijn de mobiele ondergeschikten van de Allerhoogste Krachtcentra. De fysische controleurs zijn begiftigd met zodanige vermogens tot metamorfose van hun individualiteit, dat zij een merkwaardige variëteit van zelfvervoer kunnen toepassen, want zij zijn in staat om de plaatselijke ruimte te doorkruisen met snelheden die de vluchtsnelheid der Solitaire Boodschappers benaderen. Doch evenals alle andere wezens die de ruimte doorkruisen, hebben zij, om de werking der zwaartekracht en de weerstand der traagheid bij het verlaten van een materiële wereld te overwinnen, de hulp nodig van zowel hun soortgenoten als van bepaalde andere wezens.
29:4.2 (324.4) De Meester-Fysische Controleurs dienen overal in het groot universum. Van het Paradijs tot op de hoofdkwartieren van de superuniversa worden zij rechtstreeks geregeerd door de Zeven Allerhoogste Krachtdirigenten; vanuit de hoofdkwartieren worden zij gestuurd en verdeeld door de Raad voor het Evenwicht, de hoge krachtcommissarissen die uit het personeel van de Toegevoegde Meester-Paradijskrachtorganisatoren worden uitgezonden door de Zeven Meester-Geesten. Deze hoge commissarissen zijn gemachtigd om de standen en registraties te interpreteren die worden genoteerd door de hoofd-frandalanks, de levende instrumenten die de krachtdruk en energielading van een geheel superuniversum aangeven.
29:4.3 (324.5) Terwijl de presentie van de Godheden van het Paradijs het groot universum omspant en voortsnelt langs de cirkel der eeuwigheid, is de invloed van ieder der Zeven Meester-Geesten beperkt tot een enkel superuniversum. Er bestaat een duidelijk waarneembare afzondering van energie en scheiding van de krachtcircuits tussen de zeven afzonderlijke superscheppingen; vandaar dat er wel geïndividualiseerde controlemethoden moeten zijn.
29:4.4