Memoires van een nobele onbekende. Walydie Jumpstone
harten slaan in volmaakte symbiose in hetzelfde ritme. Om de honderd passen begint mijn ingebouwde automatische stappenteller te piepen. We stoppen een wijle en omhelzen elkaar. Ik fluister: “Ik zie je gezicht in elke ster, een kus voor elke ster”. Het schijnsel van de volle maan tovert een onwezenlijke glans op haar gezicht. Het spel van licht en schaduw accentueert haar natuurlijke schoonheid. Haar licht uitstekende jukbeenderen worden meer zichtbaar en lijken gemaquilleerd door de schaduw van het maanlicht. Haar ogen weerkaatsen het zwoele licht van de maan en haar donkere haren krijgen een subtiele glans.
De kronkelende steenweg maakt dat steeds andere facetten van haar gezicht beschenen worden, zoals in een dancing met een uiterst langzaam draaiende discolichtbol. De trage overgangen geven me de tijd om elk van haar gezichtsimpressies in mij te laten doordringen en op te slaan in mijn visueel geheugen. Alles lijkt onwezenlijk, mede door de absolute stilte van de omgeving, geen auto, geen fietser, geen vogel. We lijken alleen op de wereld. Het doet tegelijk mysterieus, unheimlich en gevaarlijk aan, mede omdat reeds enkele maanden sprake is van een serieverkrachter, die hier ’s nachts zou ronddolen.
We passeren, na ongeveer één uur stappen en kussen, Idegem, waar ook geen levende kat te bespeuren valt. Toch overvallen me even enkele nare gedachten, kan dit wel blijven duren? Als dit een hoogtepunt is, dan kan de verdere weg alleen maar bergaf gaan. Hoe hoger de pieken, hoe dieper de dalen. Geluk kan soms bedreigend en breekbaar overkomen. Is dit niet te mooi om waar te zijn? Maar dan denk ik: het leven is risico nemen en de kansen grijpen.
Innig verstrengeld schrijden we langzaam verder door de nacht. Ondanks de koude, voelen onze lichamen warm aan. Ik hoor haar ademen en er vormt zich een condensatiekegel bij elke ademstoot. We trachten synchroon uit te ademen en onze kegels te laten samensmelten. We brengen onze monden langzaam naar elkaar toe en we vormen uiteindelijke één onzichtbare, inwendige kegel.
Na twee uur bereiken we het mooiste dorp van Vlaanderen met tevens de mooiste naam: Smeerebbe Vloerzegem.
Wij treden als midnightlovers het paradijs van Smeerebbe Vloerzegem binnen. De maan en de sterren zijn onze stille getuigen, ze lijken steeds meer in helderheid toe te nemen. Het is hier zo sacraal stil, dat ik alleen het ritmisch, zachtzoet geruis van haar ademhaling, het geritsel van haar trenchcoat en het getik van haar schoenhakken op het plaveisel kan horen.
We houden aan voor het onooglijk kerkje, dat als een kathedraal uit het niets in de duisternis voor onze ogen opduikt. Het is exact twaalf uur, middernacht, op de verlichte klok van de toren. Achttien februari wordt negentien februari, onze vierde dag samen begint. We vouwen onze handen in elkaar, onze vingers gekruist zoals in de gebedshouding, kijken elkaar diep in de ogen, kussen langdurig op de mond, in volmaakte symbiose. We kussen op de wang, op de neus, op de ogen en de oren, alle zintuigen, waarmede we deze magische nacht mochten beleven. Het is niet te bevatten en tegelijk angstaanjagend gevaarlijk. We staan op de top van de Everest, op de top van de wereld; ik word duizelig, krijg hoogtevrees, we staan 8.888 meter hoog, exact de afstand van ons autowrak naar de kathedraal van Smeerebbe Vloerzegem (111 kussen om de 100 stappen van elk 80 cm en we hebben nog tien stappen over). De acht wordt ons geluksgetal, mooie ronde vrouwelijke vormen, twee lichamen onlosmakelijk met elkaar verbonden, in elkaar overlopend, zonder begin en zonder einde, zonder elkaar gelijk aan zero, elkaar eeuwig kussend, zo is de acht, zo zijn wij, wij zijn de acht, unzertrennlich.
We ontwaken uit de spirituele, mystieke, religieuze ervaring en gaan even op een bankje zitten om te bekomen van de overrompelende emoties. Ik bedenk dat ik alles wat deze week gebeurd is tot in het kleinste detail moet opslaan in de diepste krochten van mijn hippocampus en ik beloof mezelf (en mijn eventuele nazaten) dat ik over vijftig jaar, als ik dan nog leef, alles op papier zal vastleggen. Niemand zal me geloven, uitgezonderd ZIJ.
Na een wijle stappen ze verder, ze verdwijnen in de nacht richting Voorde en richting een gezamenlijk leven, vol passie, geluk en liefde.
From here to Eternity.
P.S. Voor al wie twijfelt aan het waarheidsgehalte van dit verhaal: wie heeft zoveel fantasie dat hij dit kan verzinnen? Ik in ieder geval niet.
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.