Bijna Verloren. Блейк Пирс
het al weet.’
Ze keek of Dylan, die links van haar liep, oplette. Maar Dylan liep te rommelen in zijn jaszak en scheen met heel andere dingen bezig. Madison trok een rimpel terwijl ze de zaak overdacht.
‘Oké,’ zei ze, ‘ik zal eraan denken de volgende keer.’
Cassie slaakte een zucht van verlichting dat haar uitleg effect leek te hebben gehad.
‘Wil je een suikerappel?’
Ze gaf een appel aan Maddie, die hem meteen in haar zak stak. Ze gaf de andere aan Dylan, die hem afsloeg.
Cassie was met stomheid geslagen toen ze zag, dat hij doodleuk een zuurstok uit de winkel die ze net verlaten hadden, liep uit te pakken.
‘Dylan!’ bracht ze uit.
‘Hè, nee! Ik wilde er ook zo een’, begon Madison te jeremiëren.
‘Ik heb er een voor je.’ Dylan graaide in zijn jaszak en haalde tot Cassies ontzetting nog een stuk of wat tevoorschijn.
‘Pak aan’, zei hij.
‘Dylan!’
Cassie hapte plotseling naar adem en haar stem sloeg over van verontwaardiging. Er schoot van alles door haar hoofd terwijl ze moeite had om te bevatten wat hier gebeurd was. Was er misschien een andere uitleg mogelijk? Had ze iets over het hoofd gezien? Maar, nee, het was domweg onmogelijk dat Dylan het snoep gekocht kon hebben. Na het beledigende commentaar van Madison had ze hen meteen de deur uitgebonjourd. Dylan had geen tijd gehad om te betalen, temeer daar de dikke dame niet erg bedreven was in het bedienen van de ouderwetse kassa.
‘Wat is er?’ vroeg hij.
En Cassie voelde een rilling toen ze geen enkele emotie in zijn staalblauwe ogen las.
‘Ik… eh, ik meen dat je daar niet voor betaald hebt.’
‘Ik heb helemaal niets betaald’, zei hij onbekommerd.
Cassie staarde hem aan, tot op het bot geschokt.
Dylan had zojuist ruiterlijk toegegeven dat hij winkeldiefstal gepleegd had.
Het zou nooit ofte nimmer in haar opgekomen zijn dat Ryans zoon tot zoiets in staat was. Dit ging haar niveau van expertise ver te boven en ze had geen flauw benul hoe ze moest reageren. Haar beeld van ideaal gezinnetje, waarin ze een heilig geloof gehad had, lag meteen in scherven. Hoe had ze zich zo kunnen vergissen? Ryans zoon had zojuist een misdaad begaan. Erger nog, hij toonde geen enkel berouw of spijt. Hij leek zich niet eens bewust van de enormiteit van zijn daad. Hij keek haar kalm en onbezorgd aan.
HOOFDSTUK ZES
Terwijl Cassie als aan de grond genageld bleef staan, geen benul hoe ze dit ging aanpakken, bleek Madison haar oordeel al klaar te hebben.
‘Ik eet geen gestolen waar’, kondigde ze aan. ‘Je mag hem terug hebben.’
Ze stak Dylan de zuurstok toe.
‘Waarom geef je hem terug? Ik heb hem juist voor jou gepikt omdat je er zo graag een wou en de eerste winkel dicht was. En zonet was Cassie te krenterig om er een voor je te kopen.’
Dylan klonk beledigd, alsof hij als redder in de nood een pluim verwacht had.
‘Dat kan wel zijn, maar ik wil niet eentje die gestolen is.’
Nadat ze hem het ding in de hand gedrukt had, sloeg ze eigenwijs de armen stijf over elkaar.
‘Als je hem niet wilt… Ik vraag het je niet nog eens.’
‘Ik zei toch nee.’
Met opgeheven hoofd liep Madison weg.
‘Je bent voor me of je bent tegen me; je weet wat mamma altijd zegt’, riep Dylan haar na. Cassie vond het raar, dat hun moeder nu alweer ter sprake kwam. Tegelijkertijd voelde ze aan, dat dit meer was dan zomaar een loos dreigement.
‘Oké, nu is het mooi geweest met jullie!’
Met een paar schreden had ze Madison ingehaald, pakte haar bij de arm en bracht haar terug, zodat ze met z’n drieën met de koppen tegenover elkaar op de stoep met kinderkopjes stonden. Het klamme zweet brak haar uit; de zaak begon gierend uit de klauwen te lopen. De kinderen waren gaan kibbelen terwijl zijzelf nog niet eens aan de crux van de zaak toegekomen was. Want, of ze nou vol trauma’s en onverwerkte emoties zaten of niet, diefstal was een misdaad. Cassie was des temeer ontdaan omdat het hier een winkel van een goede kennis van de familie betrof. De eigenaresse had hun onderweg hiernaartoe notabene een lift aangeboden! Je steelt gewoon niet van iemand die je een lift aanbiedt…
Hè?
Nou ja, je steelt überhaupt niet natuurlijk, van niemand. Maar al helemaal niet van een dame die je zo onbaatzuchtig heeft willen helpen. En op dezelfde dag nog wel.
‘Laten we even gaan zitten.’
Links was een theehuis dat vol zat. Maar ze zag een echtpaar opstaan van een tafeltje en duwde de kinderen voor zich uit naar de ingang. Even later zaten ze in het behaaglijke interieur, dat verrukkelijk geurde naar verse koffie en feuilletee met roomboter. Cassie keek met strakke blik op de kaart en voelde zich verloren. Omdat met iedere minuut die verstreek, het de kinderen duidelijker werd dat ze geen notie had van hoe ze dit varkentje zou wassen.
Idealiter, bedacht ze, zou ze Dylan moeten verplichten om naar de winkel terug te gaan teneinde te betalen voor wat hij weggenomen had. Maar, wat als hij zou weigeren dat te doen? Ze had bovendien geen idee welke straf er in dit land stond op winkeldiefstal. Hij kon gedonder krijgen als het bijvoorbeeld winkelbeleid was, dat te allen tijde de politie ingeschakeld werd.
Toen schoot de sequentie van de gebeurtenissen Cassie te binnen en bedacht ze dat er nog een andere invalshoek bestond. Ze wist nog dat Madison het roosteren van kastanjes met hun moeder te berde gebracht had, voordat Dylan het snoep pikte. Mogelijkerwijs had deze in zichzelf gekeerde jongen de woorden van zijn zusje gehoord en was daardoor opnieuw geconfronteerd met de traumatische ervaring die ze gehad hadden. Hij zou de onverwerkte gevoelens over de scheiding heel goed afgereageerd kunnen hebben, door opzettelijk iets laakbaars te doen. Hoe vaker ze deze lezing van het gebeurde herkauwde, des te aannemelijker kwam ze haar voor. In dat geval kon ze de zaak beter van de begripvolle kant benaderen.
Ze sloeg Dylan een moment gade. Hij bladerde ogenschijnlijk zorgeloos door de menukaart. Madison scheen haar boosheid ook goeddeels vergeten. Door het gestolen goed te weigeren en Dylan de waarheid te zeggen was de zaak voor haar afgedaan. Madison ging volledig op in de beschrijvingen van de verschillende smaken milkshakes.
‘Oké, Dylan,’ begon Cassie, ‘geef hier wat je weggenomen hebt! Maak je zakken leeg!’
Dylan spitte in zijn jaszak en haalde vier zuurstokken en een zakje Turks fruit voor de dag. Cassie monsterde de geringe vangst; de diefstal ging de landelijke pers beslist niet halen. Dát hij het gedaan had, was het probleem hier. Plus het feit dat hij zijn fout niet inzag.
‘Ik neem deze spullen in beslag omdat het verkeerd is om iets zonder betalen weg te nemen. Die winkelmevrouw kan in moeilijkheden komen door het verschil dat ontstaat tussen het bedrag in kas en de winkelvoorraad. En jij had in nog grotere moeilijkheden kunnen komen. Al dit soort winkels heeft bewakingscamera’s. Begrijp je dat?’
‘Ja’, zei hij verveeld.
‘Ik moet dit aan je vader vertellen. En we zullen wel zien wat hij vindt dat er moet gebeuren. Doe dit alsjeblieft nooit weer, ongeacht hoe graag je je zusje wilt helpen of hoe onrechtvaardig je het bestaan ook vindt, of hoe van streek je bent door gezinsperikelen. Het kan ernstige gevolgen hebben. Begrijp je dat?’
Ze pakte het snoepgoed op en borg het in haar tas. Ze keek naar de kinderen tegenover haar en zag dat Madison, die helemaal geen reprimande nodig had, veel bezorgder keek dan Dylan. Dylan keek Cassie bevreemd aan. Hij knikte en ze hield het er maar op dat dit voor nu alles was wat ze mocht verwachten. Ze had gedaan wat ze doen kon. Verder kon ze alleen Ryan inlichten en de zaak aan hem overlaten.
‘Heb je een lekkere milkshake gevonden, Madison?’ vroeg ze.
‘Met chocoladesmaak zit je altijd goed’, adviseerde Dylan.
Daarmee