Kieswet – KW. Nederland
tweede lid wordt genomen uiterlijk op de veertiende dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel G 1, achtste lid, onderscheidenlijk artikel G 2, achtste lid, is gedaan. De beschikking wordt terstond aan de gemachtigde van de desbetreffende groepering bekendgemaakt.
Artikel G 5
1. Tegen een beschikking als bedoeld in de artikelen G 1, G 2, G 3, en G 4 kan een belanghebbende beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
2. In afwijking van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een beroepschrift ingevolge die wet tegen:
a. een beschikking als bedoeld in de artikelen G 1 en G 2 ingediend uiterlijk op de zesde dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin de beschikking is opgenomen, dan wel na de dag waarop de beschikking geacht wordt te zijn geweigerd,
b. een beschikking als bedoeld in artikel G 3 ingediend uiterlijk op de zesde dag na de dagtekening van de openbare kennisgeving, bedoeld in het vijfde lid van dat artikel, dan wel na de dag waarop de beschikking geacht wordt te zijn geweigerd, en
c. een beschikking als bedoeld in artikel G 4 ingediend uiterlijk op de zesde dag na de dag waarop de beschikking, als bedoeld in het tweede lid van dat artikel is bekendgemaakt, dan wel na de dag waarop de beschikking geacht wordt te zijn geweigerd.
3. Artikel D 9, tweede tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel G 6
1. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld betreffende het betalen van waarborgsommen ten behoeve van de registratie.
2. Bij ministeriële regeling worden modellen vastgesteld voor de registers waarin de aanduidingen voor politieke groeperingen worden vermeld, de openbare kennisgevingen inzake de geregistreerde aanduidingen en de namen van de gemachtigden en hun plaatsvervangers, alsmede voor de bewijzen van betaling van de waarborgsom.
Artikel H 1
1. Op de dag van de kandidaatstelling kunnen bij de voorzitter van het hoofdstembureau of bij het door deze aan te wijzen lid van dat bureau, op de secretarie van de gemeente waar dit bureau is gevestigd, van negen tot vijftien uur, kandidatenlijsten worden ingeleverd. Ten minste drie weken voor de kandidaatstelling brengt de burgemeester van elke gemeente dit ter openbare kennis.
2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de kandidatenlijsten, kosteloos, voor de kiezers verkrijgbaar zijn. Bij ministeriële regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.
Artikel H 2
1. Bij een verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten van een provincie die uit meer dan één kieskring bestaat, kan, indien in alle kieskringen aan de verkiezing wordt deelgenomen met kandidatenlijsten waarop meer dan dertig namen van kandidaten zijn geplaatst en waarvan behoudens ten hoogste de laatste vijf, de namen dezelfden zijn en in dezelfde volgorde zijn geplaatst, worden volstaan met inlevering bij één hoofdstembureau. Voor zover het kandidatenlijsten betreft waarop alle kandidaten dezelfden zijn en in dezelfde volgorde zijn geplaatst, kan voor kandidatenlijsten van politieke groeperingen wier aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten, een of meer zetels zijn toegekend, worden volstaan met inlevering van één lijst bij één hoofdstembureau. Het bepaalde in de vorige volzinnen is mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigende orgaan, hetzij aan de gezamenlijke groeperingen, hetzij aan ten minste één daarvan, één of meer zetels zijn toegekend.
2. De in het eerste lid bedoelde inlevering geschiedt bij het hoofdstembureau van kieskring 12 ('s-Gravenhage), indien het betreft een verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, en bij het hoofdstembureau van de kieskring waarin de gemeente is gelegen waar de vergadering van de staten wordt gehouden, indien het betreft een verkiezing van de leden van provinciale staten. Voor de toepassing van de artikelen H 11 en I 10, derde lid, wordt deze inlevering geacht te hebben plaatsgevonden in alle kieskringen.
Artikel H 3
1. De inlevering van de lijst geschiedt persoonlijk door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing. Indien de inleveraar niet als kiezer is geregistreerd in de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd, legt hij tevens over een verklaring van burgemeester en wethouders van de gemeente waar hij als kiezer is geregistreerd, dat hij bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing. De voorzitter van het hoofdstembureau of het door deze aangewezen lid van dat bureau kan verlangen dat de inleveraar van zijn identiteit doet blijken. De kandidaten kunnen bij de inlevering aanwezig zijn.
2. Aan degene die de lijst inlevert, kan door de gemachtigde, bedoeld in het derde lid van de artikelen G 1, G 2 of G 3, de bevoegdheid worden verleend boven de lijst de aanduiding van de desbetreffende groepering te plaatsen, zoals deze door het centraal stembureau is geregistreerd. Een verklaring van de gemachtigde waaruit deze bevoegdheid blijkt, wordt bij de lijst overgelegd.
3. Degene die de lijst inlevert, is bevoegd daarboven een aanduiding te plaatsen, gevormd door samenvoeging van voor de desbetreffende verkiezing geregistreerde aanduidingen of afkortingen daarvan, indien hem daartoe de bevoegdheid is verleend door de gemachtigden van de onderscheidene groeperingen. Verklaringen van de gemachtigden waaruit deze bevoegdheid blijkt, worden bij de lijst overgelegd. Een aldus gevormde aanduiding mag niet meer dan 35 letters of andere tekens bevatten.
4. Degene die de lijst heeft ingeleverd, ontvangt van de voorzitter van het hoofdstembureau of van het door deze aangewezen lid van dat bureau een bewijs daarvan.
5. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de verklaringen met betrekking tot het plaatsen van aanduidingen van politieke groeperingen boven kandidatenlijsten, kosteloos, verkrijgbaar zijn. Bij ministeriële regeling wordt voor de formulieren een model vastgesteld.
Artikel H 4
1. Bij de lijst worden overgelegd schriftelijke verklaringen van kiezers dat zij de lijst ondersteunen. Op deze verklaringen worden de kandidaten op dezelfde wijze en in dezelfde volgorde vermeld als op de lijst. Bij een verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, provinciale staten onderscheidenlijk een gemeenteraad waarin het aantal te verdelen zetels in de raad ten minste negenendertig is bedraagt het aantal over te leggen verklaringen ten minste dertig, bij een verkiezing van de leden van een gemeenteraad waarin het aantal te verdelen zetels minder dan negenendertig, doch minimaal negentien is, bedraagt het aantal over te leggen verklaringen ten minste twintig en bij een verkiezing van de leden van een gemeenteraad waarin het aantal te verdelen zetels minder dan negentien is, bedraagt het aantal over te leggen verklaringen ten minste tien.
2. Verklaringen van ondersteuning kunnen slechts worden afgelegd door personen die binnen de kieskring waarvoor die lijst geldt, als kiezer zijn geregistreerd voor de desbetreffende verkiezing.
3. De kiezer die een verklaring van ondersteuning wenst af te leggen, ondertekent binnen een termijn van zeven dagen voorafgaand aan of op de dag van de kandidaatstelling deze verklaring ter secretarie van de gemeente waar hij als kiezer is geregistreerd, in aanwezigheid van de burgemeester of een door deze daartoe aangewezen ambtenaar. De kiezer overhandigt aan de burgemeester of de ambtenaar een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
4. De burgemeester of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar gaat onverwijld na of de ondertekenaar als kiezer in zijn gemeente is geregistreerd. Indien hem blijkt dat dit het geval is, tekent hij dit op de verklaring aan.
5. Een kiezer mag niet meer dan één verklaring van ondersteuning ondertekenen.
6. Een overgelegde verklaring van ondersteuning kan niet worden ingetrokken.
7. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld