Kieswet – KW. Nederland
verplichting tot betaling geldt niet voor een kandidatenlijst van een politieke groepering, indien de aanduiding daarvan was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer een of meer zetels zijn toegekend. Het bepaalde in de vorige volzin is mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, hetzij aan de gezamenlijke groeperingen, hetzij aan ten minste één daarvan, één of meer zetels zijn toegekend.
3. Degene die de in het eerste lid bedoelde betaling heeft verricht, ontvangt voor elke kieskring een bewijs daarvan. Dit bewijs moet bij de indiening van de lijst worden ingeleverd.
4. Indien geen geldige lijst wordt ingeleverd, wordt na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door de Staat de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht.
5. Na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het centraal stembureau wordt de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht, tenzij het stemcijfer van de lijstengroep, het niet van een groep deel uitmakende stel gelijkluidende lijsten of de op zichzelf staande lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler, bedoeld in artikel P 5. In dat geval vervalt de waarborgsom aan de Staat.
Artikel H 13
1. Indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten, moet voor elke lijstengroep, elk niet van een groep deel uitmakend stel gelijkluidende lijsten en elke op zichzelf staande lijst een waarborgsom van Ђ 1 125 dan wel, indien boven de kandidatenlijst de aanduiding is geplaatst van een groepering die blijkens de statuten haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba of, indien het een kandidatenlijst betreft waarboven geen aanduiding is geplaatst, indien de eerstgenoemde kandidaat ingezetene is van Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een waarborgsom van USD 1 125 worden betaald aan de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd.
2. De in het eerste lid bedoelde verplichting tot betaling geldt niet voor een kandidatenlijst van een politieke groepering, indien de aanduiding daarvan was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van provinciale staten een of meer zetels zijn toegekend. Het bepaalde in de vorige volzin is mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van provinciale staten, hetzij aan de gezamenlijke groeperingen, hetzij aan ten minste één daarvan, één of meer zetels zijn toegekend.
3. Degene die de in het eerste lid bedoelde betaling heeft verricht, ontvangt voor elke kieskring een bewijs daarvan. Dit bewijs moet bij de indiening van de lijst worden ingeleverd.
4. Indien geen geldige lijst wordt ingeleverd, wordt na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht.
5. Na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het centraal stembureau wordt de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht, tenzij het stemcijfer van de lijstengroep, het niet van een groep deel uitmakende stel gelijkluidende lijsten of de op zichzelf staande lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler, bedoeld in artikel P 5, en aan de lijst geen zetel is toegewezen. In dat geval vervalt de waarborgsom aan de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd.
Artikel H 14
1. Indien het betreft de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, moet voor elke lijst een waarborgsom van Ђ 225 worden betaald aan de gemeente.
2. De in het eerste lid bedoelde verplichting tot betaling geldt niet voor een kandidatenlijst van een politieke groepering, indien de aanduiding daarvan was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de gemeenteraad een of meer zetels zijn toegekend. Het bepaalde in de vorige volzin is mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de gemeenteraad, hetzij aan de gezamenlijke groeperingen, hetzij aan ten minste één daarvan, één of meer zetels zijn toegekend.
3. Degene die de in het eerste lid bedoelde betaling heeft verricht, ontvangt een bewijs daarvan. Dit bewijs moet bij de indiening van de lijst worden overgelegd.
4. Indien geen geldige lijst wordt ingeleverd, wordt na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door de gemeente de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht.
5. Na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het centraal stembureau wordt de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht, tenzij het stemcijfer van de lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler, bedoeld in artikel P 5, en aan de lijst geen zetel is toegewezen. In dat geval vervalt de waarborgsom aan de gemeente.
Artikel H 15
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld betreffende het betalen van waarborgsommen ten behoeve van de kandidatenlijsten. Bij ministeriële regeling worden voor de bewijzen van betaling van de waarborgsom modellen vastgesteld.
§ 1. Het onderzoek van de kandidatenlijsten
Artikel I 1
1. Op de dag van de kandidaatstelling, om zestien uur, houdt het hoofdstembureau een zitting tot het onderzoeken van de kandidatenlijsten.
2. Het hoofdstembureau draagt er zorg voor dat het centraal stembureau op de dag na de kandidaatstelling afschriften van de ingeleverde kandidatenlijsten ontvangt.
3. Indien gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid, bedoeld in artikel H 2, draagt het hoofdstembureau er zorg voor dat de overige hoofdstembureaus op de dag na de kandidaatstelling een afschrift van de kandidatenlijst ontvangen die voor de desbetreffende kieskring is ingeleverd.
Artikel I 2
1. Indien bij het onderzoek blijkt van een of meer van de volgende verzuimen, geeft het hoofdstembureau onverwijld bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs kennis aan degene die de lijst heeft ingeleverd:
a. dat, indien bij de lijst verklaringen van ondersteuning moeten worden overgelegd, niet ten minste het aantal verklaringen, genoemd in artikel H 4, eerste lid, is overgelegd, waarbij niet meetellen de verklaringen die niet aan het bepaalde in artikel H 4, eerste lid, tweede volzin, en tweede lid, voldoen, de verklaringen waarop niet een aantekening als bedoeld in artikel H 4, vierde lid, voorkomt en de verklaringen van een kiezer die meer dan één verklaring heeft ondertekend;
b. dat, indien zich het geval voordoet, bedoeld in artikel H 7, derde lid, de verklaring dat de kandidaat voornemens is zich bij benoeming te vestigen in de provincie, onderscheidenlijk gemeente, ontbreekt;
c. dat een kandidaat niet is vermeld overeenkomstig het bepaalde krachtens artikel H 8;
d. dat ten aanzien van een kandidaat ontbreekt de verklaring dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst;
e. dat ten aanzien van een kandidaat die buiten het Europese deel van Nederland woonplaats heeft in zijn verklaring van instemming de aanwijzing van een gemachtigde ontbreekt;
f. dat, indien ten behoeve van de lijst een waarborgsom moet worden betaald, het bewijs dat deze betaling is verricht, ontbreekt;
g. dat de lijst niet persoonlijk is ingeleverd door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing;
h. dat, indien de lijst is ingeleverd door een kiezer die niet als zodanig is geregistreerd in de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd, deze kiezer niet heeft overgelegd een verklaring van burgemeester en wethouders van de gemeente waar hij is geregistreerd, dat hij bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing;
i. dat een verklaring, bedoeld in het tweede of derde lid van artikel H 3, ontbreekt.
2. Uiterlijk op de derde dag na de kandidaatstelling