Wet op het financieel toezicht – Wft. Nederland

Wet op het financieel toezicht – Wft - Nederland


Скачать книгу
accountant.

      4. De accountant voegt bij de verklaring, bedoeld in het derde lid, een verslag van zijn bevindingen omtrent de rechtmatige inning en besteding van de middelen door de Autoriteit Financiële Markten uit hoofde van deze wet.

      5. De accountant voegt bij de verklaring, bedoeld in het derde lid, tevens een verslag van zijn bevindingen over de vraag of het beheer en de organisatie van de Autoriteit Financiële Markten uit hoofde van deze wet voldoen aan eisen van doelmatigheid.

      6. De Autoriteit Financiële Markten zendt de jaarrekening voor 1 mei van het op het boekjaar volgende jaar ter instemming aan Onze Minister.

      7. De instemming kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

      8. De Autoriteit Financiële Markten doet onverwijld na instemming mededeling van de jaarrekening in de Staatscourant en houdt deze gedurende een jaar na instemming op elektronische wijze ter inzage.

      Artikel 1:34

      1. De Nederlandsche Bank stelt jaarlijks een verantwoording op van de ingevolge deze wet opgedragen taak en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden.

      2. De verantwoording gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een door de Nederlandsche Bank aangewezen accountant.

      3. De accountant voegt bij de verklaring, bedoeld in het tweede lid, een verslag van zijn bevindingen omtrent de rechtmatige inning en besteding van de middelen door de Nederlandsche Bank uit hoofde van deze wet.

      4. De accountant voegt bij de verklaring, bedoeld in het tweede lid, tevens een verslag van zijn bevindingen over de vraag of het beheer en de organisatie van de Nederlandsche Bank uit hoofde van deze wet voldoen aan eisen van doelmatigheid.

      5. De Nederlandsche Bank zendt de verantwoording, bedoeld in het eerste lid, voor 1 mei van het op het boekjaar volgende jaar ter instemming aan Onze Minister.

      6. De instemming kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

      7. De Nederlandsche Bank doet onverwijld na instemming mededeling van de verantwoording in de Staatscourant en houdt deze gedurende een jaar na instemming op elektronische wijze ter inzage.

      Artikel 1:35

      1. Het verschil tussen de aan het eind van een begrotingsjaar gerealiseerde baten van de toezichthouder en de gerealiseerde lasten van de toezichthouder vormt het exploitatiesaldo.

      2. Indien in enig boekjaar een exploitatiesaldo ontstaat en de toezichthouder dit exploitatiesaldo wil betrekken bij de in rekening te brengen kosten als bedoeld in artikel 1:40, doet de toezichthouder daaromtrent een voorstel in de jaarrekening of de verantwoording.

      Artikel 1:36

      1. De toezichthouder stelt jaarlijks een jaarverslag op. Het jaarverslag beschrijft de taakuitoefening en het daartoe gevoerde beleid uit hoofde van deze wet in het voorafgaande jaar. Het jaarverslag beschrijft voorts het gevoerde beleid met betrekking tot de kwaliteitszorg.

      2. De toezichthouder zendt het jaarverslag voor 1 mei aan Onze Minister. Onze Minister zendt een afschrift van het jaarverslag aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

      3. De toezichthouder houdt het jaarverslag op elektronische wijze ter inzage.

      Artikel 1:37

      1. De toezichthouder legt een voorgenomen statutenwijziging ter voorafgaande instemming voor aan Onze Minister. De artikelen 10:29 tot en met 10:31 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

      2. De instemming, bedoeld in het eerste lid, kan worden geweigerd:

      a. indien de statuten na wijziging onvoldoende zijn afgestemd op het in deze wet bepaalde;

      b. indien de statuten na wijziging onvoldoende waarborgen bieden voor een onafhankelijke taakvervulling door de toezichthouder;

      c. wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

      Artikel 1:38

      1. De toezichthouder draagt met betrekking tot de uitvoering van zijn taak op grond van deze wet zorg voor:

      a. een tijdige voorbereiding en uitvoering;

      b. de kwaliteit van de daarbij gebruikte procedures;

      c. de zorgvuldige behandeling van een ieder die met hem in aanraking komt;

      d. de zorgvuldige behandeling van bezwaarschriften en klachten die worden ontvangen.

      2. De toezichthouder treft voorzieningen, waardoor een ieder die met hem in aanraking komt in de gelegenheid is voorstellen tot verbetering van werkwijzen en procedures te doen.

      3. In het jaarverslag, bedoeld in artikel 1:36, doet de toezichthouder verslag van hetgeen tot uitvoering van het eerste en het tweede lid is verricht.

      Artikel 1:39

      1. De toezichthouder organiseert overleg over:

      a. de door de toezichthouder op te stellen begroting;

      b. de door de toezichthouder gerealiseerde baten en lasten alsmede inkomsten en uitgaven, en verrichte werkzaamheden;

      c. de kosten voor ondernemingen die verband houden met de uitvoering van zijn taak op grond van deze wet en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden.

      2. Het overleg wordt gevoerd door de toezichthouder en een daarvoor in aanmerking komende representatieve vertegenwoordiging van de onder zijn toezicht staande ondernemingen. De toezichthouder kan tevens daarvoor in aanmerking komende cliëntenorganisaties toelaten tot het overleg. Onze Minister wijst ambtenaren aan die namens hem het overleg bijwonen.

      3. Het overleg vindt tweemaal per jaar plaats.

      4. De toezichthouder maakt het verslag van het overleg binnen een redelijke termijn na het overleg openbaar.

      Artikel 1:40

      1. De toezichthouder brengt de kosten van de werkzaamheden die hij verricht in verband met de uitvoering van zijn taak op grond van deze wet in rekening bij de ondernemingen ten aanzien waarvan die werkzaamheden worden verricht, voorzover deze kosten niet ten laste komen van de Rijksbegroting. Tot de kosten behoren onder meer de kosten die hij ter voorbereiding op de uitvoering van nieuwe onderdelen van zijn taak heeft gemaakt, voordat deze aan hem werden opgedragen.

      2. De toezichthouder die in het kader van een aanvraag van een vergunning of instemming op grond van artikel 1:48 advies vraagt aan de andere toezichthouder kan ten behoeve van de andere toezichthouder bij de aanvrager kosten in rekening brengen die betrekking hebben op de werkzaamheden die in dit kader door laatstgenoemde toezichthouder worden verricht.

      3. De kosten worden gebaseerd op de begroting waarmee Onze Minister heeft ingestemd en op het exploitatiesaldo indien Onze Minister heeft ingestemd met de jaarrekening of de verantwoording waarin een voorstel als bedoeld in artikel 1:35, tweede lid, is opgenomen.

      4. Op de begrote kosten worden de opbrengsten uit boetes en verbeurde dwangsommen, voorzover de hieraan ten grondslag liggende besluiten van de toezichthouder in het voorafgaande jaar onherroepelijk zijn geworden, in mindering gebracht.

      5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot het eerste tot en met derde lid. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen incidenteel en jaarlijks in rekening te brengen kosten en kan tevens worden voorzien in een bevoegdheid voor de toezichthouder om in bepaalde gevallen kosten niet of niet geheel in rekening te brengen indien het volledig in rekening brengen van de kosten zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Deze regels hebben onder meer betrekking op de toerekening van toezichthandelingen aan ondernemingen.

      6. Bij ministeriële regeling worden de tarieven vastgesteld op basis waarvan de kosten, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid, worden doorberekend.


Скачать книгу