't Bolleken. Cyriel Buysse

't Bolleken - Cyriel Buysse


Скачать книгу
klopte met haar kleine hand over de manen van 't nu rustig-stappend paard; en eensklaps kwamen, onder reusachtig joel-gejuich, de clowns in de arena aangebuiteld, een kleine magere en een groote dikke, beide met meel-witte gezichten en opgekuifde pruik, en die dadelijk overdreven begonnen te kibbelen en elkander oorvegen te geven, dat zij er tegen den grond bij ploften. Te gelijkertijd greep op een der boven-gaanderijen een heftig spektakel plaats. Een rare man met wit gezicht en vuurrooden neus, in een belachelijk-langen zwarten rok gekleed, met een witte kraag waarvan de tippen tot over zijn ooren uitstaken, met een lang, wit vest dat op zijn knieën bengelde en daaronder broekspijpen die nauwelijks tot aan zijn enkels reikten, stond daar onder razend lawaai te schreeuwen en te gesticuleeren; en plotseling stortte hij buitelend en rollend, dwars door het schrilgiegelend en uit elkaar stuivend publiek naar beneden, struikelde tegen een bediende dien hij terloops een klinkende mep gaf, sprong op den dikken clown en wierp hem met een plof omver, waarbij iets in den man, als onder een kanonknal, scheen te barsten; vloog daarop naar den kleinen magere, deed hem ronddraaien als een tol en vluchtte eindelijk weer naar boven, stampvoetend, springend en giegelend, gekke gezichten trekkend en uitbundig schermend met armen en beenen, als in dol-onbedaarlijke pret.

      Het volk zat zich te kronkelen van uitgelaten joligheid; en eensklaps zag meneer Vitàl, werktuigelijk met den blik de aftocht van den August volgend, de vruchteloos gezochte Irma zitten naast haar vriendin Palmyre in een loge, vlak tegenover hem, dicht bij de plaats waar nu de clown weer zat te schimpen, te lawaaien en te grinniken. Zij lachten en zij schaterden om 't meest, het hoofd naar August omgewend, en niemand anders was er om of bij haar, geen heer noch hofmaker. Zij vierden, louter om de pret, haar circus-avondje.

      Een vreemd gevoel kwam plotseling in meneer Vitàl geslopen: een soort van toegevend medelijden, met wroeging gemengd; en meteen ontstond in hem een wondere kalmte, terwijl zijn vurig, bijna kwaadaardig verlangen naar haar als ijle damp verzwond. Hij had ineens niet de minste behoefte meer haar bij zich te hebben; een zachte gewaarwording van rust liet hem geheel bevredigd en werktuigelijk trok hij zich in 't donkere van den binnengang terug, opdat zij hem niet zien zou. Nog eventjes bleef hij van verre naar haar kijken, toegevend-genietend van haar kinderlijke pret; en toen weer de muziek opgalmde en 't lichte paarde-danseresje in de schittering van haar pailletten-rokje op het galoppeerende paard begon te zwieren, verliet hij stil het rumoerig gebouw en verloor zich onopgemerkt in de menigte bij den uitgang.

      Hij was nu weer goed en gelukkig gestemd en dacht een grapje uit. Hij liep even terug naar het sigaren-winkeltje en vroeg er een enveloppe en een stukje papier. Hij schreef haar slechts één enkelen regel:

      "Bien amusée au cirque avec Auguste?" en teekende.

      Конец ознакомительного фрагмента.

      Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

      Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.

      Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.

      1

      't kasteelken / "kasteelken" wordt soms met hoofdletter, soms met kleine letter, soms wel dan weer niet tussen aanhalingstekens, geschreven.

      2

      – / Vaak beginnen zinnen met een gedachtestreep.

      3

      pleizier / plezier

      4

      stamenee / van fr. estaminet. In België herberg, kroeg.

      5

      fanfarenkorps / fanfarekorps

      6

      hooggeleid /

1

't kasteelken / "kasteelken" wordt soms met hoofdletter, soms met kleine letter, soms wel dan weer niet tussen aanhalingstekens, geschreven.

2

– / Vaak beginnen zinnen met een gedachtestreep.

3

pleizier / plezier

4

stamenee / van fr. estaminet. In België herberg, kroeg.

5

fanfarenkorps / fanfarekorps

6

hooggeleid / hoog opgeleid

7

bizonder / bijzonder

8

congestief / afgeleid van congestie: ophoping van bloed in enig orgaan (m.n. in het hoofd).

9

karabientsjes / verkleinwoord van karabijn: handvuurwapen met korte loop.

10

stanvastig / standvastig

11

't Es… / "'t Es

12

viveurtje / verkleinwoord voor viveur: pretmaker, losbol.

13

'K en / "Ik" wordt bij het begin van een zin vaak als "'K" geschreven.

14

'T 'n / 't 'n

15

ge zilt aan 't irfdeel goan liggen / je zal binnenkort erven

16

dzjenuiver / jenever

17

spiretus / van fr. spriritus, alcohol, wijngeest

18

zijn in bed / in zijn bed

19

gefronsd / bw. gel. (ik fronste, heb gefronst, B. fronsde, gefronsd), tot rimpels zamentrekken (het voorhoofd). (Nieuw Woordenboek der Nederlandsche taal, 1864)

20

Vital / Vitàl

21

om den broode / om den brode: om er de kost mee te verdienen, niet uit lust of liefde

22

enigzins / enigszins

23

Altroassie / altratie: emotie, opwinding

24

dikkels / dikwijls

25

te noaste joare / volgend jaar

26

aberratie / afwijking, m.n. van psychische aard

27

ankylose / gewrichtsverstijving

28

hartelust / hartenlust

29

koddebeier / jachtopziener, veldwachter, politieagent

30

aovend / wordt op andere plaatsen "oavend" gespeld

31

seeve / van seef of seve: "Sap, essentie of geest van iets." (INL)

32

verbauwereerde / verbouwereerde

33

detoneerden / detoneren: uit de toon vallen, lelijk afsteken

34

Ça / "Ça

35

getuigen? / getuigen?"

36

menschen / messen

37

morieljes / morielje: klein geslacht van eetbare zakjeszwammen die in het voorjaar verschijnen, gekenmerkt door een ronde of conische hoed met raatachtig oppervlak en een wat opgeblazen steel (Morchella)

38

Romanée


Скачать книгу