Een Lied Voor Wezen. Морган Райс
witte roos naar haar neus en snoof de delicate geur op. Ze was er in de afgelopen jaren goed in geworden om haar ongeduld te verbergen, en als het op haar oudste zoon aankwam, was ongeduld een emotie die ze veel te vaak voelde.
“Wat is dit voor roos?” vroeg ze aan een van de hoveniers.
“Een soort die door een van onze onvrije hoveniers is gekweekt,” zei de man. “Ze noemt haar de Heldere Ster.”
“Feliciteer haar ermee, en zeg haar dat ze vanaf nu bekend zal staan als de Ster van de Weduwe,” zei de koningin. Het was zowel een compliment als een herinnering voor de tuinier aan het feit dat zij die de schuld van de onvrijen bezaten, met haar creaties konden doen wat ze wilden. Het was een tweezijdige, efficiënte actie waar de Weduwe van genoot.
Ze was er goed in geworden. Na de burgeroorlogen was het makkelijk geweest om af te glijden in machteloosheid. In plaats daarvan had ze de balanspunten gevonden tussen het Assemblee van Aristocraten en de kerk van de Gemaskerde Godin, de ongewassen massa’s en de kooplieden. Ze had het gedaan met intelligentie, meedogenloosheid en geduld.
Maar zelfs haar geduld had zijn beperkingen.
“Maar eerst,” zei de Weduwe, “wil ik je vragen om mijn zoon weg te sleuren uit welk bordeel hij dan ook zit, en hem eraan te herinneren dat zijn koningin op hem wacht.”
De Weduwe stond bij een zonnewijzer en zag de schaduw verschuiven terwijl ze wachtte op de mislukkeling die de erfgenaam van het koninkrijk moest zijn. De zonnewijzer was de breedte van een hele vinger verschoven tegen de tijd dat ze Ruperts voetstappen hoorde naderen.
“Ik denk dat ik seniel begin te worden,” zei de Weduwe, “want het is duidelijk dat ik dingen vergeet. Het feit dat ik je een half uur geleden bij me heb laten roepen, bijvoorbeeld.”
“Ook goedendag, Moeder,” zei Rupert, die er allesbehalve berouwvol uitzag.
Het zou beter geweest zijn als ze wist dat hij zijn tijd verstandig benut had. Maar de slonzige staat van zijn kleren vertelde haar dat ze goed had geraden waar hij was geweest. Dat, of hij was op jacht geweest. Er waren zo weinig activiteiten waar haar oudste zoon echt om leek te geven.
“Ik zie dat je blauwe plekken beginnen te vervagen,” zei de Weduwe. “Of heb je eindelijk geleerd om ze met poeder te camoufleren?”
Ze zag haar zoon rood aanlopen van woede, maar het kon haar niet schelen. Als hij had gedacht dat hij in staat was om naar haar uit te halen zou hij dat jaren geleden al gedaan hebben, maar Rupert wist dondersgoed op wie hij zich wel en niet kon afreageren.
“Ik werd overrompeld,” zei Rupert.
“Door een dienstmeisje,” antwoordde de Weduwe kalm. “Van wat ik heb gehoord probeerde je jezelf aan de voormalige verloofde van je broer op te dringen.”
Rupert stond daar even, zijn mond open. Had hij inmiddels niet geleerd dat zijn moeder alles hoorde over wat er in haar koninkrijk, en in haar thuis, gaande was? Dacht hij dat iemand machthebber van een eiland kon blijven dat zo verdeeld was als dit, zonder spionnen te hebben? De Weduwe zuchtte. Hij had echt nog veel te leren, maar hij toonde weinig initiatief.
“Sebastian had haar al aan de kant gezet,” hield hij vol. “Ze was vogelvrij, en bovendien niets meer dan een onvrije hoer.”
“Al die dichters die je beschrijven als een gouden prins hebben je nooit in levenden lijve ontmoet, of wel?” zei de Weduwe. Ze zou er heel wat geld voor over hebben om ervoor te zorgen dat de gedichten de waarheid beschreven. Een prins zou de reputatie moeten hebben die hij wilde, niet de reputatie die hij verdiende. Met een goede reputatie zou Rupert zelfs de goedkeuring van het Assemblee van Aristocraten kunnen verkrijgen, als de tijd kwam dat hij moest regeren. “En het kwam niet bij je op dat Sebastian weleens kwaad zou kunnen zijn als hij hoort wat je probeerde te doen?”
Rupert fronste, en de Weduwe kon zien dat haar zoon het niet begreep.
“Waarom zou hij? Hij ging niet met haar trouwen, en bovendien ben ik de oudste. Ik zal op een dag zijn koning zijn. Hij zou niets durven doen.”
“Als je dat denkt,” zei de Weduwe, “dan ken je je broer niet.”
Rupert lachte. “En u kent hem wel, Moeder? Proberen hem uit te huwelijken? Geen wonder dat hij ervandoor is gegaan.”
De Weduwe slikte haar woede weg.
“Ja, Sebastian is ervandoor gegaan. Ik moet toegeven dat ik zijn gevoelens voor haar heb onderschat, maar dat is op te lossen.”
“Door met het meisje af te rekenen,” zei Rupert.
De Weduwe knikte. “Ik neem aan dat jij dat zelf wilt doen?”
“Absoluut.”
Rupert aarzelde geen seconde. Dat had de Weduwe ook niet verwacht. Wat goed was, want een machthebber moest niet terugdeinzen voor wat nodig was, al betwijfelde ze dat Rupert op die manier dacht. Hij wilde alleen maar wraak voor de blauwe plekken die zijn anders zo perfecte gezicht ontsierden.
“Laten we één ding duidelijk stellen,” zei de Weduwe. “Het is noodzakelijk dat het meisje sterft, zowel omdat ze je heeft beledigd, als vanwege de… moeilijkheden die ze zou kunnen veroorzaken.”
“Met een huwelijk tussen Sebastian en een ongeschikt meisje,” zei Rupert. “Zo beschamend.”
De Weduwe plukte een van de bloemen die in de buurt groeiden. “Schande is als deze roos. Ze ziet er onschuldig uit. Ze trekt de aandacht. Maar ze heeft nog altijd scherpe doorns. Onze macht is een illusie die in leven wordt gehouden omdat mensen op ons vertrouwen. Als ze ons te schande zetten, kan dat vertrouwen beschaamd worden.” Ze sloot haar hand en negeerde de pijn terwijl ze de roos fijnkneep. “Hier moet iets aan gedaan worden, wat het ook kost.”
Het was beter om Rupert te laten denken dat dit ging om het behouden van prestige. Het was beter dan het erkennen van het gevaar dat het meisje vertegenwoordigde. Toen de Weduwe erachter was gekomen wie ze echt was… wel, de wereld was veranderd in een vlijmscherp iets, glimmend, vol scherpe randen. Ze kon het risico niet nemen.
“Ik zal haar doden,” zei Rupert.
“In stilte,” voegde de Weduwe toe. “Zonder ophef. Ik wil niet dat je meer problemen creëert dan je oplost.”
“Ik handel het wel af,” hield Rupert vol.
De Weduwe was daar niet van overtuigd, maar ze had nog andere pionnen in het spel als het op het meisje aankwam. De truc was om alleen degenen te gebruiken die hun eigen redenen hadden om te handelen. Als ze bevelen zou geven, zou ze alleen maar aandacht trekken naar het feit dat het meisje de moeite waard was om in de gaten te houden.
Het had haar veel wilskracht gekost om niet te reageren toen ze Sophia de eerste keer had gezien, bij het diner. Om niet te verraden wat ze voelde toen ze haar zag, en toen Sebastian had aangekondigd dat hij van plan was met haar te trouwen.
Het feit dat haar jongste zoon achter haar aan was gegaan maakte alles nog gecompliceerder. Sebastian was altijd de meest stabiele geweest, de slimste, de meest plichtsgetrouwe. Hij zou in veel opzichten een betere koning zijn dan zijn broer, maar dat was niet hoe deze dingen werkten. Nee, zijn rol was om een rustig leven te leiden en te doen wat hem gezegd werd, niet om ervandoor te gaan.
“Ik heb nog een taak voor je,” zei de Weduwe. Ze liep over een pad door de tuin en dwong Rupert haar te volgen, zoals een hond zijn baasje volgde. In dit geval was Rupert een jachthond, en stond zij op het punt om de geur te verstrekken.
“Heeft u me nog niet genoeg taken gegeven, Moeder?” wilde hij weten. Sebastian zou haar niet tegengesproken hebben. Had haar nooit tegengesproken, behalve bij de ene kwestie die belangrijk was.
“Je veroorzaakt minder problemen als je het druk hebt,” zei de Weduwe. “Hoe dan ook, dit is een taak waar je aanwezigheid daadwerkelijk van pas zou kunnen komen. Je broer heeft uit emotie gehandeld door er zo vandoor te gaan. Ik denk dat zijn broer nodig is om hem terug te halen.”
Rupert lachte. “Afgaande op de manier waarop hij