Het Urantia Boek. Urantia Foundation
(334.2) De Ongeopenbaarde Scheppende Vertegenwoordigers van de Ouden der Dagen.
30:1.109 (334.3) Majeston van het Paradijs.
30:1.110 (334.4) De Niet- geïd entificeerde Verbindingsreflectivatoren van Majeston.
30:1.111 (334.5) De Midsoniete Orden van de Plaatselijke Universa.
30:1.112 (334.6) Er behoeft geen speciale betekenis te worden toegekend aan het feit dat deze orden tezamen worden vermeld, behalve dat geen enkele van deze voorkomt in de Paradijs-klassificatie zoals hier geopenbaard. Dit zijn de weinigen die ongeklassificeerd zijn; ge moet nog op de hoogte worden gebracht van de velen die ongeopenbaard zijn.
30:1.113 (334.7) Er bestaan geesten: geest-entiteiten, geest-tegenwoordigheden, persoonlijke geesten, voorpersoonlijke geesten, bovenpersoonlijke geesten, geest-bestaansvormen, en geest-persoonlijkheden — maar noch uw stervelingentaal noch uw sterfelijke verstand zijn toereikend. Wij kunnen echter verklaren dat er geen persoonlijkheden zijn die uit ‘puur bewustzijn’ bestaan; geen entiteit heeft persoonlijkheid tenzij hij hiermede is begiftigd door God die geest is. Een bewustzijnsidentiteit die niet verbonden is met geestelijke of fysische energie, is geen persoonlijkheid. Maar in dezelfde zin waarin er geestelijke persoonlijkheden zijn die bewustzijn hebben, zijn er bewustzijnspersoonlijkheden die geest hebben. Majeston en zijn medewerkers zijn tamelijk goede voorbeelden van wezens bij wie het bewustzijn overheerst, doch er bestaan nog betere voorbeelden van dit type persoonlijkheid die u onbekend zijn. Er bestaan zelfs hele ongeopenbaarde orden van zulke bewustzijnspersoonlijkheden, maar dezen zijn altijd verbonden met geest. Bepaalde andere ongeopenbaarde schepselen zouden mentale en fysische energie-persoonlijkheden genoemd kunnen worden. Dit type wezen is niet responsief op geestelijke zwaartekracht, doch is niettemin waarlijk persoonlijk, is in het circuit van de Vader.
30:1.114 (334.8) Deze verhandelingen kunnen u zelfs niet bij benadering het gehele relaas doen van de levende schepselen, scheppers, resulteerders en nog op andere wijze bestaande wezens die wonen, aanbidden, en dienen in de wemelende universa in de tijd en in het centrale universum in de eeuwigheid. Gij stervelingen zijt personen; vandaar dat wij wezens kunnen beschrijven die gepersonaliseerd worden, maar hoe zouden wij u kunnen uitleggen wat een geabsoniteerd wezen is?
2. Het Persoonlijkheidsregister op Uversa
30:2.1 (334.9) De goddelijke familie van levende wezens is in zeven grote afdelingen geregistreerd op Uversa:
30:2.2 (334.10) 1. De Paradijs-Godheden.
30:2.3 (334.11) 2. De Allerhoogste Geesten.
30:2.4 (334.12) 3. De Wezens van Triniteitsoorsprong.
30:2.5 (334.13) 4. De Zonen van God.
30:2.6 (334.14) 5. Persoonlijkheden van de Oneindige Geest.
30:2.7 (334.15) 6. De Universum-Krachtdirigenten.
30:2.8 (334.16) 7. De Korpsen van Permanente Burgers.
30:2.9 (334.17) Deze groepen wilsschepselen worden onderverdeeld in talrijke klassen en onderafdelingen. De presentatie van deze klassificatie van persoonlijkheden in het groot universum betreft echter voornamelijk de beschrijving van de orden der intelligente wezens die in deze verhandelingen zijn geopenbaard, en de stervelingen uit de tijd zullen de meesten van deze wezens successievelijk ontmoeten gedurende hun opklimming naar het Paradijs. De navolgende lijsten maken geen melding van de zeer omvangrijke orden van universum-wezens die hun werk verrichten los van het opklimmingsplan voor stervelingen.
30:2.10 (335.1) I. DE GODHEDEN OP HET PARADIJS.
30:2.11 (335.2) 1. De Universele Vader.
30:2.12 (335.3) 2. De Eeuwige Zoon.
30:2.13 (335.4) 3. De Oneindige Geest.
30:2.14 (335.5) II. DE ALLERHOOGSTE GEESTEN.
30:2.15 (335.6) 1. De Zeven Meester-Geesten.
30:2.16 (335.7) 2. De Zeven Allerhoogste Bestuurders.
30:2.17 (335.8) 3. De Zeven Groepen Reflectieve Geesten.
30:2.18 (335.9) 4. De Reflectieve Beeld-Adjudanten.
30:2.19 (335.10) 5. De Zeven Geesten van de Circuits.
30:2.20 (335.11) 6. Scheppende Geesten van de Plaatselijke Universa.
30:2.21 (335.12) 7. Assistent-Bewustzijnsgeesten.
30:2.22 (335.13) III. WEZENS VAN TRINITEITSOORSPRONG.
30:2.23 (335.14) 1. Getrinitiseerde Geheimen der Allerhoogste Macht.
30:2.24 (335.15) 2. Eeuwigen der Dagen.
30:2.25 (335.16) 3. Ouden der Dagen.
30:2.26 (335.17) 4. Volmaakten der Dagen.
30:2.27 (335.18) 5. Recenten der Dagen.
30:2.28 (335.19) 6. Unies der Dagen.
30:2.29 (335.20) 7. Getrouwen der Dagen.
30:2.30 (335.21) 8. Leraar-Zonen der Triniteit.
30:2.31 (335.22) 9. Volmakers der Wijsheid.
30:2.32 (335.23) 10. Goddelijke Raadslieden.
30:2.33 (335.24) 11. Universele Censors.
30:2.34 (335.25) 12. Geïnspireerde Triniteitsgeesten.
30:2.35 (335.26) 13. Ingeborenen van Havona.
30:2.36 (335.27) 14. Burgers van het Paradijs.
30:2.37 (335.28) IV. DE ZONEN VAN GOD.
30:2.38 (335.29) A. Afdalende Zonen.
30:2.39 (335.30) 1. Schepper-Zonen — Michaels.
30:2.40 (335.31) 2. Magistraat-Zonen — Avonals.
30:2.41 (335.32) 3. Leraar-Zonen der Triniteit — Dagelingen.
30:2.42 (335.33) 4. Melchizedek-Zonen.
30:2.43 (335.34) 5. Vorondadek-Zonen.
30:2.44 (335.35) 6. Lanonandek-Zonen.
30:2.45 (335.36) 7. Levendrager-Zonen.
30:2.46 (335.37) B. Opklimmende Zonen.
30:2.47 (335.38) 1. Met de Vader gefuseerde Stervelingen.
30:2.48 (335.39) 2. Met de Zoon gefuseerde Stervelingen.
30:2.49 (335.40) 3. Met de Geest gefuseerde Stervelingen.
30:2.50 (335.41) 4. Evolutionaire Serafijnen.
30:2.51 (335.42) 5. Opklimmende Materiële Zonen.
30:2.52 (335.43) 6. Overgebrachte Middenwezens.
30:2.53 (335.44) 7. Gepersonaliseerde Richters.
30:2.54 (336.1) C. Getrinitiseerde Zonen.
30:2.55 (336.2) 1. Machtige Boodschappers.
30:2.56 (336.3) 2. Hoge Gezagsdragers.
30:2.57 (336.4) 3. Degenen zonder Naam en Getal.
30:2.58 (336.5) 4. Getrinitiseerde Beheerders.
30:2.59 (336.6) 5. Getrinitiseerde Ambassadeurs.
30:2.60 (336.7) 6. Hemelse Bewaarders.
30:2.61 (336.8) 7. Hoge Zoon-Assistenten.
30:2.62 (336.9) 8. Door Opklimmenden getrinitiseerde Zonen.
30:2.63 (336.10) 9. Paradijs-Havona-getrinitiseerde Zonen.
30:2.64 (336.11) 10. Getrinitiseerde Zonen van Bestemming.
30:2.65 (336.12) V. PERSOONLIJKHEDEN VAN DE ONEINDIGE GEEST.
30:2.66 (336.13) A. Hogere Persoonlijkheden van de Oneindige Geest.
30:2.67